Spreuken 8:7 (13)

Els ter Welle • 89 - 2013 • Uitgave: 12
‘Want waarheid spreekt mijn gehemelte.’
Spreuken 8:7


Omdat Luther voor de waarheid van Gods Woord opkomt en de leugens van de kerk bloot legt, wordt hij door de paus vogelvrij verklaard. Zijn leven hangt aan een zijden draadje. Dan wordt hij door de Roomse Karel V verzocht om op de rijksdag te Worms te komen, om voor de keizer, de vorsten en de kardinalen zijn leer uiteen te zetten. Al zijn vrienden raden het hem ernstig af om te gaan. Luthers antwoord is: “Al zijn er in Worms zoveel duivels als er pannen op de daken zijn, ik zal gaan.” Hij houdt er zijn beroemde rede, waarin hij stelt dat hij niets terug kan nemen tenzij men hem overtuigt vanuit Gods Woord dat hij ongelijk heeft. Het is doodstil. Niemand weerlegt hem, kan hem weerleggen en niemand durft de handen aan hem te slaan.
Zo reist hij op 4 mei 1521 bemoedigd terug. Het is avond als er plotseling tien ridders te paard verschijnen. Ze geven bevel aan Luther om de koets uit te komen en nemen hem mee. Waarheen? Naar het kasteel de Wartburg. Vrienden hebben hem ontvoerd om hem te beschermen. Het wordt Luthers Patmos. Hier vertaalt de broodmagere en bleke Maarten Luther de Bijbel in het Duits.

Het gewone volk kon de Bijbel niet lezen, want hij was geschreven in het Latijn. Ook de preek werd gehouden in die zogenaamde heilige taal. Volgens de kerk was de Bijbel een moeilijk boek en was het gevaarlijk als eenvoudige mensen zich ermee bezighielden. Men geeft een klein kind toch ook geen mes in handen, of een ondeskundige een ingewikkeld instrument? Zo stond de Kerk niet toe dat niet geleerde mensen de Bijbel lazen en uitlegden. Door de gewone mensen Gods Woord te onthouden, had de geestelijkheid carte blanche en kreeg ze macht over het volk en konden dwaalleringen welig groeien.
Ik hoorde eens het volgende: “De Bijbel is als een rivier waarin een klein kind kan spelen en waarin een olifant kopje onder kan gaan.”

Matthew Henri schrijft: “Men doet een groot onrecht aan het gewone volk, als men hun het gebruik van de Schriften ontzeggen, onder voorwendsel, dat zij ze niet kunnen verstaan, terwijl zij voor eenvoudige mensen heel duidelijk zijn. Hoewel zij onder het bereik zijn van het kleinste verstand, is er toch datgene in, dat ook het grootste verstand zal onderhouden!”
Prachtig gezegd! Zo is het!

Els ter Welle