Spreuken 8:20-21 - Laat een geestelijke erfenis na

Els ter Welle • 90 - 2014 • Uitgave: 14
‘Ik doe wandelen op den weg der gerechtigheid… opdat ik Mijn liefhebbers doe beërven dat bestendig is…’ (Spreuken 8:20,21, St.Vert.)

Wow, een bestendige erfenis! Wie wil dat niet? We verlangen immers allemaal naar stabiliteit en duurzaamheid. Een ouderwets lied zegt echter: ‘Niets is hier blijvend, alles hoe schoon ook zal eenmaal vergaan.’ Dat is eigenlijk schokkend. Het moet diep tot ons doordringen dat de dingen van de wereld tijdelijk zijn en hun waarde verliezen. Maar hoe kan ik u dat zó duidelijk maken dat het mogelijk de koers van uw leven verandert?
Ik ontmoette pas iemand die tegen mij zei: “Ik geloof in de Here Jezus, dus word ik behouden.” Ondertussen is het haar grote doel rijk en succesvol te worden, waardoor ze geen tijd heeft om naar een gemeente te gaan en geen tijd voor een leven met en voor God. Zij wedt op het verkeerde paard. En zij is niet de enige! Er zijn veel christenen die voor zichzelf alles uit het leven willen halen, alsof er geen eeuwigheid is en geen eeuwige erfenis…
We zijn druk met onze kinderen om te zorgen dat ze leren zwemmen, muziekles krijgen, aan sport doen, hun schoolwerk goed maken et cetera, op zichzelf een loffelijk iets. Maar het belangrijkste is dat we een geestelijke erfenis nalaten in het leven van onze kinderen en die krijgen het niet door de dingen van de wereld. Geestelijke en eeuwige dingen zijn de enige die hun waarde houden!

Lied 166 uit de Johannes de Heer zangbundel zegt het misschien wat oubollig, maar zo raak:

Grijp toch de kansen door God u gegeven!
Kort is uw zijn hier, de tijd snelt daarheen.
Wat toch blijft over, o zeg, van dit leven?
D’arbeid der liefde, gedaan om u heen.

Geef dan uw tijd niet aan ijdele zorgen;
Help hen die vielen, breng troost in hun smart!
O, laat uw licht schijnen, blij als de morgen;
wijs op de Heiland die rust geeft voor ’t hart.

Weet: al uw arbeid, uw lijden voor Jezus,
’t Wordt door Hemzelve geschat naar zijn waard’.
En eens daarboven, daar vinden we weder
vruchten van ’t zaad dat we strooiden op aard’.

Niets is hier blijvend, niets is hier blijvend,
Alles, hoe schoon ook, zal eenmaal vergaan.
Maar wat gedaan werd uit liefde tot Jezus,
Dat houdt zijn waarde͜ en zal blijven bestaan.


Hoe is het met u? Komt u straks met volle of lege handen bij de Here Jezus aan? Aan u de keus!

Els ter Welle