Spreuken 8:18a (3) - Zicht op wat werkelijk belangrijk is
‘Rijkdom en eer is er bij Mij’ (Spreuken 8:18a).
Hoewel het boek Spreuken spreekt over materiële voorspoed als vrucht van Goddelijke wijsheid, laat het ook de relativiteit ervan zien: beter weinig bezit en ontzag voor de Heer dan grote rijkdom en veel onrust; beter een karige schotel groenten en liefde dan een vetgemeste os en haat; beter een stuk droog brood en vrede dan een huis vol voedsel en ruzie (Spreuken 15:16,17 en 17:1).
In het Nieuwe Testament ligt nergens de nadruk op materiële rijkdom, maar wel op rijkdom in God. De Here Jezus zegt: ‘Verzamelt u geen schatten op aarde, maar verzamelt u schatten in de hemel. Want, waar uw schat zal zijn daar zal uw hart zijn’ (Matteüs 6:19-21). Tegen de rijke jongeling die de wet van jongs af aan in acht had genomen, zegt Hij: ‘Verkoop al wat u hebt en volg Mij.’ De jongeman ging verdrietig heen want hij was rijk. Dan zegt de Here deze raadselachtige woorden: ‘Het is gemakkelijker dat een kameel door het oog van een naald gaat dan dat een rijke het Koninkrijk Gods binnengaat’ (Matteüs 19:16-24).
De Here Jezus is niet tegen rijkdom, maar Hij laat wel de gevaren ervan zien. In de gelijkenis van de zaaier legt Hij uit dat de verleiding van de rijkdom het Woord van God verstikt (Matteüs 13:22). De begeerte naar geld is schadelijk voor het geestelijke leven. Streven naar rijkdom wordt duidelijk afgekeurd in de Bijbel. Geldzucht is de wortel van alle kwaad. Als het ons grote doel is rijk te worden, is de verleiding groot om dingen te doen die niet door de beugel kunnen. Paulus waarschuwt Timoteüs daarom niet bezig te zijn met jagen naar geld, maar te jagen naar rechtvaardigheid, vroomheid, geloof, liefde, volharding en zachtmoedigheid. U kunt dit alles lezen in 1 Timoteüs 6:9-12.
Bezit heeft de eigenschap ons te bezitten en ons te domineren, waardoor we het zicht verliezen op wat werkelijk belangrijk is in ons leven. Onze relatie met God en mensen, in het bijzonder onze familieleden, verdient de hoogste prioriteit!
Jezus zegt: ‘Wees in de eerste plaats bezig met het Koninkrijk van God, dan zorgt Hij wel voor de andere dingen’ (Lucas 12:31). Wat een opdracht, maar ook wat een belofte!
In Gods Koninkrijk gaat het dus in eerste instantie om geestelijke en niet om materiële rijkdom. Mogen we dan geen geld en bezit hebben? Zeker wel. Daarover de volgende keer.
Els ter Welle
Hoewel het boek Spreuken spreekt over materiële voorspoed als vrucht van Goddelijke wijsheid, laat het ook de relativiteit ervan zien: beter weinig bezit en ontzag voor de Heer dan grote rijkdom en veel onrust; beter een karige schotel groenten en liefde dan een vetgemeste os en haat; beter een stuk droog brood en vrede dan een huis vol voedsel en ruzie (Spreuken 15:16,17 en 17:1).
In het Nieuwe Testament ligt nergens de nadruk op materiële rijkdom, maar wel op rijkdom in God. De Here Jezus zegt: ‘Verzamelt u geen schatten op aarde, maar verzamelt u schatten in de hemel. Want, waar uw schat zal zijn daar zal uw hart zijn’ (Matteüs 6:19-21). Tegen de rijke jongeling die de wet van jongs af aan in acht had genomen, zegt Hij: ‘Verkoop al wat u hebt en volg Mij.’ De jongeman ging verdrietig heen want hij was rijk. Dan zegt de Here deze raadselachtige woorden: ‘Het is gemakkelijker dat een kameel door het oog van een naald gaat dan dat een rijke het Koninkrijk Gods binnengaat’ (Matteüs 19:16-24).
De Here Jezus is niet tegen rijkdom, maar Hij laat wel de gevaren ervan zien. In de gelijkenis van de zaaier legt Hij uit dat de verleiding van de rijkdom het Woord van God verstikt (Matteüs 13:22). De begeerte naar geld is schadelijk voor het geestelijke leven. Streven naar rijkdom wordt duidelijk afgekeurd in de Bijbel. Geldzucht is de wortel van alle kwaad. Als het ons grote doel is rijk te worden, is de verleiding groot om dingen te doen die niet door de beugel kunnen. Paulus waarschuwt Timoteüs daarom niet bezig te zijn met jagen naar geld, maar te jagen naar rechtvaardigheid, vroomheid, geloof, liefde, volharding en zachtmoedigheid. U kunt dit alles lezen in 1 Timoteüs 6:9-12.
Bezit heeft de eigenschap ons te bezitten en ons te domineren, waardoor we het zicht verliezen op wat werkelijk belangrijk is in ons leven. Onze relatie met God en mensen, in het bijzonder onze familieleden, verdient de hoogste prioriteit!
Jezus zegt: ‘Wees in de eerste plaats bezig met het Koninkrijk van God, dan zorgt Hij wel voor de andere dingen’ (Lucas 12:31). Wat een opdracht, maar ook wat een belofte!
In Gods Koninkrijk gaat het dus in eerste instantie om geestelijke en niet om materiële rijkdom. Mogen we dan geen geld en bezit hebben? Zeker wel. Daarover de volgende keer.
Els ter Welle