Spreuken 8:17b (1) - God zoekt ons

Els ter Welle • 90 - 2014 • Uitgave: 7
‘Wie Mij ernstig zoeken, zullen Mij vinden.’
Spreuken 8:17b


Mahatma Gandhi zei eens: “Om God te vinden moet men het geduld hebben van iemand die aan het strand zit en de oceaan probeert te ledigen door er de druppels één voor één uit te vissen met een rietje.” Is het werkelijk zo moeilijk om God te vinden?
God had de wereld zo lief dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gezonden heeft om ons te redden. Beseffen we wat dat voor ons betekent? God zoekt ons! Hij is de Herder die het verloren schaap zoekt en zoekt… totdat Hij het vindt. Hij is als de vrouw die haar hele huis schoonveegt totdat ze de verloren munt gevonden heeft. Zo gaat God met ‘de bezem’ van Zijn genade door de wereld om de verloren mens te vinden. De liefde van de Vader strekte zich uit tot de verloren zoon totdat hij thuiskwam.
Wat een troost! Het initiatief gaat allereerst van God uit. 1 Johannes 4:19 zegt: ‘Wij hebben lief, omdat Hij ons eerst heeft liefgehad.’ Zijn liefde zoekt ons en wij mogen ons laten vinden. Wat geweldig!

Dit betekent niet dat we de armen over elkaar kunnen doen en dat God Zich dan wel aan ons openbaart. Er wordt ook actie van ons gevraagd! God doet negen stappen in onze richting, maar de tiende stap doet Hij niet. Er moet een innerlijke drang zijn om God te vinden en een verlangen om Zijn wil te doen. In Johannes 7:17 zegt de Here Jezus: ‘Als iemand ernaar verlangt Gods wil te doen, (dan pas) zal hij kunnen onderscheiden of Mijn woorden van God komen of van Mijzelf.’ Het werkt niet (er zijn uitzonderingen) andersom: eerst vinden of zeker weten en dan uw hart ontsluiten voor Hem.
Ik heb een tijd geleden voor het eerst een auto gekocht. Wat was ik onzeker! De auto zag er mooi uit, maar reed hij wel? Om daar achter te komen, moest ik in de auto stappen, de sleutel in het contact steken en gaan rijden. Hij reed geweldig, maar ik zou er niet achter gekomen zijn als ik niet de proef op de som had genomen.
Corrie ten Boom raadde iemand die niet zeker wist of hij wel wilde geloven aan het volgende gebed te bidden: “Here, maak mij gewillig om door u gewillig gemaakt te worden.” Deze persoon deed dat en zette daarmee de deur van zijn hart op een kier. God kwam binnen.

Els ter Welle