Spreuken 8:15a - Bid voor alle koningen en gezagsdragers

Els ter Welle • 90 - 2014 • Uitgave: 3
‘Door de (Goddelijke) Wijsheid regeren de koningen’
Spreuken 8:15a


Op 30 april 2013 deed koningin Beatrix afstand van de troon en aanvaardde prins Willem-Alexander het koningschap. Het is in ons land al twee eeuwen een gebruik dat de koning daarbij een eed aflegt en bidt: “Zo waarlijk helpe mij God almachtig.” Heel Nederland keek toe hoe de nieuwe koning zijn vingers ophief, zijn ogen naar boven richtte en deze indrukwekkende woorden uitsprak.
Het huis van Oranje is door de eeuwen heen met God en de Bijbel verbonden geweest, te beginnen met prins Willem van Oranje. Toen koningin Wilhelmina de troon besteeg, zei ze: “Thans is de ure gekomen, waarin ik mij, onder aanroeping van Gods heilige naam, zal verbinden aan het Nederlandse volk. Gewichtig is mijn roeping en schoon de taak die God op mijn schouders legt.” In latere jaren sprak ze de marine toe met de volgende woorden: “Onze grote vlootvoogden namen Gods Woord tot richtsnoer van het leven. Volg hun voorbeeld na!” Haar slogan was: “Eén God, één volk, één land.”
Koningin Juliana was anders dan haar moeder, ze was minder uitgesproken. In haar kersttoespraken sprak ze echter regelmatig over haar persoonlijk geloof.
Ook koningin Beatrix liet merken dat het geloof in God voor haar belangrijk was. Bij haar inhuldiging citeerde ze uit het Wilhelmus: “Mijn schild ende betrouwen zijt Gij, o God, mijn Heer.”
Hoe was en is dat met koning Willem Alexander? Toen hij zich voorbereidde op zijn huwelijk vertelde hij dat het geloof hem houvast geeft in moeilijke tijden en bij moeilijke beslissingen. Maar in zijn eerste kersttoespraak verwees hij wel naar het kind in de kribbe, maar was zowel de naam van God als die van de Here Jezus afwezig.
Laten we bidden dat het huis van Oranje verbonden zal blijven met God en de Bijbel en niet zal afglijden naar een oppervlakkig geloven. Meer dan ooit hebben onze koning en koningin de wijsheid van God nodig om te regeren. Hoewel de koning geen politieke macht heeft, is hij wel de stille kracht in het besturen van ons land en is zijn invloed groot.

In veel kerken wordt regelmatig voor het koningshuis gebeden. In onze gemeente wordt dat bijna niet gedaan en om eerlijk te zijn: op mijn gebedslijst komt het koningshuis ook niet voor. Dat moet ik zeker veranderen. 1 Timoteüs 2:2 zegt: ‘Bid voor alle koningen en gezagsdragers, opdat we rustig en ongestoord kunnen leven, in alle vroomheid en waardigheid.’