Spreuken 8:13 (6) - ‘Dank de Heer voor het compliment’

Els ter Welle • 90 - 2014 • Uitgave: 1
‘De vreze des Heren is het kwade te haten; hoogmoed en trots haat Ik.’
(Spreuken 8:13)


Vandaag las ik op Facebook dat een van onze kleindochters in de halve finale van een belangrijke wedstrijd is gekomen. Ik schreef terug: “Ik ben trots op je.” Mag je dat zo zeggen?

Mijn ouders gaven mij zelden complimenten omdat ze bang waren dat ik hoogmoedig zou worden. Mijn vader heeft één keer tegen me gezegd: “Els, je bent een mooi meisje.” Ik was een paar dagen in de wolken. Als tiener hunkerde ik naar die bevestiging van mijn papa.
We moeten een gezond gevoel voor eigenwaarde niet verwisselen met trots. Je eigenwaarde kennen is je onmogelijkheden weten, maar ook je mogelijkheden. Je hebt daarvoor opbouwende kritiek nodig, maar ook welgemeende complimenten. Als we iemand alleen prijzen, kan dat inderdaad hoogmoed in de hand werken. Maar alleen corrigeren geeft onzekerheid en een minderwaardigheidsgevoel.
Mijn vriendin heeft prachtige lesboeken geschreven voor de kinderdiensten. Ze vertelde mij het volgende: “Jouw Herman gaf mij eens een groot compliment toen de lesboeken net uitgebracht waren. Ik wimpelde dat weg, omdat ik de eer aan God wilde geven, maar Herman was het daar niet mee eens. Hij zei dat ik het gewoon moest ontvangen en de Heer maar moest danken voor het compliment dat ik kreeg.” Deze opmerking is ze nooit vergeten.
We mogen ervan genieten als we iets goed hebben gedaan en eer ontvangen, maar laten we dan wel ons hart in de gaten houden. We moeten niet naast onze schoenen gaan lopen en verbeelding gaan krijgen. Op het moment dat we onszelf belangrijker vinden dan andere mensen, moeten er belletjes bij ons gaan rinkelen. Zondige trots maakt opgeblazen, als een ballon die met lucht is gevuld. Dat is heel wat anders dan voldoening en dankbaarheid ervaren als we goed hebben gepresteerd.
Nederigheid houdt dus niet in dat we een lage zelfwaardering hebben en onszelf onderschatten. We hebben alle reden om een goed zelfbeeld te hebben. God vond ons zo waardevol dat Hij Zijn eigen Zoon gaf om ons te verlossen.
Maar het zijn wel sterke benen die eer kunnen dragen. Spreuken 15:33 zegt: ‘Ootmoed gaat vooraf aan de eer.’ We hebben eerst bescheidenheid en eenvoud nodig om goed met eer om te kunnen gaan. Psalm 84:12 zegt: ‘De Here geeft genade en eer.’ Gods genade bewerkt dat we niet roemen in onszelf, maar Hem alle eer geven!

Els ter Welle