Spreuken 8:13 (3)
Els ter Welle • 89 - 2013 • Uitgave: 23
We worden groot door te dienen
‘De vreze des Heren is het kwade te haten; hoogmoed en trots en boze wandel en een mond vol draaierijen haat Ik.’
(Spreuken 8:13)
Een paar jaar geleden werd ik door onze kinderen uitgenodigd om mee te gaan naar een voorstelling van ‘Holiday on Ice’. Tot mijn verbazing ging de show over de zeven hoofdzonden: hoogmoed, hebzucht, wellust, jaloezie, onmatigheid, agressie, gemakzucht. Deze lijst komt niet zo voor in de Bijbel, maar hij is wel een goede maatstaf om ons aan te meten. Paus Gregorius 1 heeft hem in de 6e eeuw opgesteld.
Jheronimus Bosch (eind 16e eeuw) schilderde deze zeven hoofdzonden in een wereldbol met zeven taferelen, met daaromheen hemel en hel, de dood en het laatste oordeel. In het midden beeldde hij de Here Jezus af met daaronder de woorden: ‘Pas op, pas op, de Here ziet.’
Deze zonden zijn ook wel voorgesteld als een boom met takken met daaraan ook weer zijtakken. Hoogmoed is dan de stam met wortels waar al het andere kwaad uit voortkomt.
Hoogmoed is de oerzonde die satan tot opstand bracht. Hij was van al de geschapen wezens in de hemel de schoonste en briljantste. Maar hij was niet tevreden. Hij zei: “Ik zal opstijgen naar de hemel; tot boven Gods sterren zal ik mijn troon verheffen, ik zal zetelen op de berg van de ontmoeting. Ik zal opstijgen boven de wolkenhoogten, ik zal mij gelijkstellen met de Allerhoogste.”1 Ik, ik, ik, ik en nog eens ik… Hoogmoed heeft alles te maken met ons ego. We willen belangrijk en groot zijn, macht hebben, opvallen, heersen. Johannes de Doper zei echter: “Jezus moet meer worden en ik minder.” Maar wie wil er nu minder worden in onze tijd? Dat is nu de grote paradox: we worden meer door minder te worden, we worden groot door te dienen. Onze eer is niet belangrijk. Heerlijk om van de zucht daarnaar vrij te komen!
Als we onszelf in het middelpunt stellen, verliezen we alles! Allereerst raken we onze relatie met de Here kwijt, want God weerstaat de hoogmoedige, maar ook onze verhouding met mensen lijdt schade. Door hoogmoed verlies je vrienden, door nederigheid maak je ze.
Satan greep naar de macht en werd diep vernederd. Maar de Here Jezus heeft Zichzelf vernederd tot de dood, ja, tot de dood aan het kruis. Daarom heeft God hem ook bovenmate verhoogd en Hem een Naam geschonken boven alle naam!2
Els ter Welle
1 Jesaja 14:13,14
2 Filippenzen 2:6-9
‘De vreze des Heren is het kwade te haten; hoogmoed en trots en boze wandel en een mond vol draaierijen haat Ik.’
(Spreuken 8:13)
Een paar jaar geleden werd ik door onze kinderen uitgenodigd om mee te gaan naar een voorstelling van ‘Holiday on Ice’. Tot mijn verbazing ging de show over de zeven hoofdzonden: hoogmoed, hebzucht, wellust, jaloezie, onmatigheid, agressie, gemakzucht. Deze lijst komt niet zo voor in de Bijbel, maar hij is wel een goede maatstaf om ons aan te meten. Paus Gregorius 1 heeft hem in de 6e eeuw opgesteld.
Jheronimus Bosch (eind 16e eeuw) schilderde deze zeven hoofdzonden in een wereldbol met zeven taferelen, met daaromheen hemel en hel, de dood en het laatste oordeel. In het midden beeldde hij de Here Jezus af met daaronder de woorden: ‘Pas op, pas op, de Here ziet.’
Deze zonden zijn ook wel voorgesteld als een boom met takken met daaraan ook weer zijtakken. Hoogmoed is dan de stam met wortels waar al het andere kwaad uit voortkomt.
Hoogmoed is de oerzonde die satan tot opstand bracht. Hij was van al de geschapen wezens in de hemel de schoonste en briljantste. Maar hij was niet tevreden. Hij zei: “Ik zal opstijgen naar de hemel; tot boven Gods sterren zal ik mijn troon verheffen, ik zal zetelen op de berg van de ontmoeting. Ik zal opstijgen boven de wolkenhoogten, ik zal mij gelijkstellen met de Allerhoogste.”1 Ik, ik, ik, ik en nog eens ik… Hoogmoed heeft alles te maken met ons ego. We willen belangrijk en groot zijn, macht hebben, opvallen, heersen. Johannes de Doper zei echter: “Jezus moet meer worden en ik minder.” Maar wie wil er nu minder worden in onze tijd? Dat is nu de grote paradox: we worden meer door minder te worden, we worden groot door te dienen. Onze eer is niet belangrijk. Heerlijk om van de zucht daarnaar vrij te komen!
Als we onszelf in het middelpunt stellen, verliezen we alles! Allereerst raken we onze relatie met de Here kwijt, want God weerstaat de hoogmoedige, maar ook onze verhouding met mensen lijdt schade. Door hoogmoed verlies je vrienden, door nederigheid maak je ze.
Satan greep naar de macht en werd diep vernederd. Maar de Here Jezus heeft Zichzelf vernederd tot de dood, ja, tot de dood aan het kruis. Daarom heeft God hem ook bovenmate verhoogd en Hem een Naam geschonken boven alle naam!2
Els ter Welle
1 Jesaja 14:13,14
2 Filippenzen 2:6-9
