Spreuken 7:25-27 (1)

Els ter Welle • 88 - 2012 • Uitgave: 18
‘Laat je hart niet afdwalen naar haar levenswijze, zet geen voet op de weg die zij volgt. Haar huis is een halte op de weg naar de dood.’
Spreuken 7:25-27 (Het Boek)


Met deze verzen wordt een dramatisch hoofdstuk afgesloten. We hebben het levensechte en aangrijpende verhaal uitgebreid met elkaar behandeld. En nu schuilt er een gevaar. Het gevaar van farizeïsme. U bent nog nooit vreemdgegaan. Een beveiliging op uw computer? U heeft dat helemaal niet nodig. U begrijpt niet dat uw buurman wél filternet of kliksafe heeft. U geeft uzelf schouderklopjes dat U niet bent zoals die ander en bent kritisch op de mensen die zich inlaten met zondige seks.

Maar er gaat een wereld verloren! En met kritiek leveren, redden we geen mens. Als u de zondaar vertelt hoe slecht hij is, wint u hem niet. Maar als u hem vertelt hoe goed hij zou kunnen worden en u laat blijken dat u in hem gelooft, gaat zijn hart open!
De Here Jezus is hierin ons grote voorbeeld. Hij is akelig scherp tegen de schijnheilige mens die het met zichzelf getroffen heeft. Hij is echter vol ontferming voor de zondaar in nood. Denk aan de overspelige vrouw1: De Farizeeën hebben geen enkel oog voor de vrouw die schuilgaat achter de zonde. De Here Jezus ziet echter dwars door haar heen. Hij ziet misschien de eenzaamheid, de afwijzing, het tekort aan liefde, het diepe verdriet. En Hij zegt: “Ik veroordeel U niet!” Wow! Dat is geweldig! Maar is dat niet erg soft? Let op! Hij zegt ook tegen de vrouw: “Ga heen en zondig niet meer.” Ja, de Here Jezus is vol genade én waarheid. Hij pakt de zonde stevig aan.
Dan de vrouw bij de put2: Hoewel de Here Jezus haar beladen verleden en leven kent, blijft Hij bij haar staan en praat Hij met haar. Eigenlijk juist daarom! Want onze Here ziet een verdwaalde vrouw en wil haar thuis brengen. Hij ziet een gebroken hart en wil het helen. Hij ziet een afgewezen mens en wil haar aannemen. In Zijn grote wijsheid opent Hij al vragend de ogen en het hart van de vrouw. Pas dan spreekt Hij de zonde in haar leven aan.

Paulus zegt: “Wee mij, indien ik het Evangelie niet verkondig. Immers ik ben ertoe genoodzaakt.” Als u één blik zou kunnen slaan in de hel, zou u voor altijd gemotiveerd zijn om mensen te redden voor de eeuwigheid!

Els ter Welle

1 Johannes 8
2 Johannes 4