Spreuken 7:10,11

Els ter Welle • 87 - 2011 • Uitgave: 9
Spreuken

‘En kijk, daar ontmoet hem zulk een vrouw. Ze is luidruchtig en losbandig, haar voeten blijven niet in haar huis.’
Spreuken 7:10,11


De setting van een huisvrouw in Bijbelse tijden is wel heel anders dan in onze tijd. Als we bijvoorbeeld de vrouw van Spreuken 31 bekijken, dan zien we een vrouw die een vervullende taak heeft. Haar huishouden is haar bedrijf. Ze geeft met daadkracht leiding aan de mensen die bij haar werken. En ze drijft handel. Ze werkt dus ook buitenshuis. Ze is het middelpunt van allerlei sociale contacten. Ze wordt zeer gewaardeerd door man en zonen. Het hart van haar man vertrouwt op haar. Haar gezin is haar roeping.

De taak van huisvrouw is door de industrialisatie zeer verarmd. Werk en gezin werden daardoor gescheiden. De vrouw die haar man bijstond in zijn bedrijf en de man die zich overdag ook bezig hield met de opvoeding van zijn kinderen, kwamen hiermee voor een groot deel te vervallen. Vroeger werd er in het gezin brood en koekjes gebakken, genaaid, gebreid, gesponnen, groenten verbouwd, ingemaakt en geweckt etc. Het wordt nauwelijks nog gedaan.
Veel jonge vrouwen zien heden ten dage dan ook de taak van huisvrouw als enkel schoonmaken, wassen, strijken: werk waar nooit een eind aan komt. Het vervult hen niet. En zo ontstaat er het gevaar dat de voeten van de moderne vrouw niet meer in haar huis blijven.1

Ik wil tegen de stroom in, de thuiswerkende vrouw toch aanbevelen!2 Nu moet u wel begrijpen wat ik daarmee bedoel. Het is niet de vrouw die zich tussen de vier muren van haar huis opsluit. Ze is niet de eenzame vrouw die geen sociale contacten heeft. Het is niet de vrouw die zichzelf wegcijfert en geen eigen identiteit heeft. Ze heeft ook taken buiten de deur, ze zet zich in voor kerk en maatschappij met de gaven en talenten en de tijd die zij heeft. Ze houdt haar huis schoon of delegeert dat aan een schoonmaakster. Ook haar man doet verzorgende en huishoudelijke taken. Maar haar hoogste prioriteit is niet het poetsen van haar huis, maar de mensen van haar huis. Ze stelt hun belang voorop.

Ik weet dat ik veel stof doe opwaaien en helemaal niet compleet ben, maar ik zou het beroep huisvrouw nieuw leven willen inblazen. Man en kinderen zullen er wel bij varen!

Els ter Welle

1 De ongedurigheid van de getrouwde vrouw van onze tekst heeft een andere oorzaak, daarover een volgende keer.
2 Zie Titus 2:3-5