Sola Fide… alleen geloof

ds. Theo Niemeijer • 79 - 2003/04 • Uitgave: 15
Sola Fide…

alleen geloof




Maarten Luther…


De prediker in Wittenberg liep vast in zijn bediening. Na zijn wijding tot priester in 1507 werkte hij vanaf 1508 als docent aan de universiteit te Wittenberg, alwaar hij vanaf 1516 ook als prediker werkzaam was. Zijn gehoor hing aan zijn lippen en de studenten roemden hem tot ver buiten Duitsland… nee, daar lag het niet aan. Maarten Luther was zeer intelligent en een literair begaafd man. Binnen enkele jaren gaf hij een vertaling van het Nieuwe Testament uit en zo'n twaalf jaar later, die van het Oude Testament. Als jongen van ongeveer twintig jaar gaf hij in een noodsituatie zijn leven in handen van zijn Schepper, niet overziende wat dat later voor hem zou gaan betekenen. Waarom liep hij in zijn bediening vast, wat was er met hem aan de hand?



De grote verandering…

Luther merkte dat zijn leven niet in overeenstemming was met de Bijbel, die hij zo graag bestudeerde. Al zijn inspanningen brachten hem geen vrede met God…en zeker niet met zichzelf. Hij doceerde wel veel over God, maar had geen relatie met God. Hij ontdekte dat niet alleen zijn leven - maar ook de leer en de praktijk van de kerk niet in overeenstemming waren met de Bijbel. Hij kwam in gewetensconflict toen hij de buitensporige aflaathandel opmerkte, waarbij christenen grote financiële offers aan de kerk gaven en daarmee zich een plaats in de hemel meenden te kunnen kopen. Deze situatie bracht Luther er toe om op 31 oktober 1517 zijn 95 stellingen aan de deur van de slotkapel te Wittenberg te slaan, waarmee hij afstand nam van de onbijbelse leer en praktijken van de toenmalige kerk.



De Romeinenbrief…

Het is met name de boodschap van de Romeinenbrief, die voor een ommekeer in het leven van Luther zorgde. De woorden "Want wij zijn van oordeel, dat de mens door geloof gerechtvaardigd wordt, zonder werken der wet" jubelden in zijn hart. Niet door de wet, niet door de aflaten, niet door allerlei kerkelijke regels, maar alleen door het geloof wordt de mens gerechtvaardigd. Dit bracht Luther op zijn knieën en met grote dankbaarheid mocht hij het plaatsvervangend offer van Christus, gebracht aan het kruis op Golgotha, in het geloof aanvaarden. Voor het eerst in zijn leven voelde hij de last der zonde van zijn schouders afglijden. Nu had hij Hem ontmoet, waarover hij zo veel jaren anderen geleerd had. Het verzoeningswerk van Christus was zo volmaakt en compleet, daar behoefde Luther niets meer van zijn eigen goede werken aan toe te voegen.



Alleen geloof…

Met name gaat het in de Romeinenbrief over de rechtvaardiging van een zondaar. Paulus laat ons in deze brief heel duidelijk zien dat, zowel Jood als heiden, niet door werken, het houden van de wet of door de besnijdenis gerechtvaardigd wordt. De voorbeelden van Abraham en David, die hij als bewijsvoering hiervoor gebruikt, zijn duidelijk. Het zijn juist deze twee "vaders van Israël" die zeggingskracht hebben en de Joden zouden moeten overtuigen. In de geschiedenis van Abraham komen we de eerste keer het woord "geloof" in de Bijbel tegen. In Genesis 15 voert de Here God Abraham naar buiten en laat hem omhoog naar de sterrenhemel kijken. En daar onder de prachtige sterrenhemel belooft de Here God hem een nageslacht. In Galaten 3:16 wordt zelfs gesproken, dat Hij hem "Zijn zaad" beloofde… en Paulus voegde hieraan toe: "geen zaden, maar Zaad in het enkelvoud, dat wil zeggen: Christus". Zo'n vijftien jaar na het verlaten van Ur beloofde de Here nu zijn Zoon aan Abraham. De reactie van Abraham is heel opmerkelijk, tot ons aller voorbeeld: "Hij geloofde in de Here, en Hij rekende het hem toe als gerechtigheid" (Genesis 15:6). Abraham werd niet gerechtvaardigd door zijn uittocht uit Ur, niet door zijn gehoorzaamheid aan God…maar alleen door het geloof in de Here. Daar - en toen, met zijn ogen opgeslagen naar die prachtige sterrenhemel, geloofde hij in de beloofde Zoon van God en dit geloof van Abraham is daarmee ons oervoorbeeld geworden van het geloof dat ook ons rechtvaardigt.



Geloof, dat is alles…

Geloof is niet alleen erkennen dat het wel waar zal zijn. Toen de Here Jezus de schare mensen leerde, dat ze in Hem moesten geloven om eeuwig leven te ontvangen, dan bedoelde de Here Jezus met dit geloof dus niet het "geloven, dat Hij bestaat", want ze konden Hem met hun ogen voor zich zien staan. Nee, geloven is meer dan alleen maar erkennen dat God bestaat en dat de Bijbel waar is, want, zo leert ons Jacobus 2:19, dat doen de demonen ook! Geloven is jezelf aan Hem toevertrouwen. Je eeuwig lot in zijn doorboorde handen overgeven. Niet alleen maar als waarheid erkennen dat Hij aan het kruis gestorven is en na drie dagen weer opgestaan is, maar aanvaarden dat Hij dat voor ons, voor mij heel persoonlijk, gedaan heeft. Geloven is: erkennen dat we zonder Hem voor eeuwig verloren zijn en dat we het offer van Christus nodig hebben om behouden te worden. Geloven is in het geloof omhoog zien naar de gekruisigde en verhoogde Zoon van God om het eeuwige leven te ontvangen, net zoals het volk Israël dat, na gebeten te zijn door de vurige slangen, op moest zien naar de koperen slang, die Mozes omhoog hield als redding voor hun leven.



Geloven en daarna…

Luther had er moeite mee, dat in de Bijbel ook de brief van Jakobus opgenomen was. Voor hem leek het wel, dat Jakobus alles weer ontkrachtte wat Paulus in de Romeinenbrief leerde. De vraag van Jakobus luidt: "Toon mij dan uw geloof zonder werken?" (2:18). Werkelijk geloof staat niet op zich zelf. Echt geloof heeft zijn uitwerking in ons leven. Geloof verandert ons leven radicaal. Wanneer iemand beweert gelovig te zijn, terwijl dit geloof absoluut niet in zijn levenswandel zichtbaar wordt en zijn leven geen enkele levensverandering toont, dan kunnen we ons met recht afvragen of we hier wel te maken hebben met werkelijk geloof! Johannes de Doper zou dan zeggen: "Brengt dan vruchten voort, die aan de bekering beantwoordt". De Here Jezus leert ons, dat we aan de vruchten de boom kennen. Zo zien we dat geloof en werken onlosmakelijk aan elkaar verbonden zijn, namelijk de werken die vanuit het geloof voortvloeien.



Geloven en u…

Geloof is een persoonlijke zaak. Dat kan niet een ander voor ons doen. Het gaat om ons persoonlijke geloof. Niet het geloof van mijn vader, moeder of grootouders, maar uw geloof. Ik hoorde eens iemand zeggen: "God heeft geen kleinkinderen maar kinderen". We moeten persoonlijk tot het geloof in Christus komen, waardoor God onze persoonlijke hemelse Vader wordt. Toen Nicodemus aan de Here Jezus vroeg op welke manier hij opnieuw geboren kon worden, antwoordde de Here Jezus hem dat dit door de Heilige Geest zou gebeuren, de Geest die men, door het geloof in Hem, zou ontvangen (zie Johannes 3:4-8 en 7:39).

Bent u al tot het geloof in de Here Jezus gekomen, heeft u Hem reeds aanvaard als uw persoonlijke Verlosser en Zaligmaker? Zo kan Hervormingsdag voor u een dag van een totale levenshervorming worden door het geloof in onze Here Jezus Christus. In Hem worden we opnieuw geboren, wedergeboren… is dat geen hervormingsdag?



ds. Theo Niemeijer