SHEM - de Naam
In de Hebreeuwse Bijbeltekst komen woorden voor, die naast een algemeen gebruik ook een bijzondere toepassing en daardoor bredere
betekenis hebben. Tot die woordengroep behoort het woord shem (uitspraak: sjem). Shem betekent naam in de zin van eigennaam,
roepnaam, familienaam, maar ook: reputatie, bekendheid,
faam, persoonlijkheid, identiteit, karakter, gedachtenis, eer.
Shem was de naam van Noachs zoon Sem (Gen. 6:10) uit wie Heber voortkwam (Gen. 10:21; 11:14), voorvader van de Hebreeen,
het volk waaruit de Messias voortkwam De Messias werd geboren uit een echt semitisch volk, Gods uitverkoren oogappel, terecht naamdragers te noemen.
Een van de eerste geboden die God gaf was: Zijn shem/Naam niet ijdel gebruiken (Ex. 20:7). Zijn shem/naam mag niet zinloos, zonder reden, ondoordacht, oneerbiedig, of zelfs bedrieglijk genoemd
worden. Maar wie Hem liefhebben en vrezen geldt: Ik zal Gods shem/naam prijzen met gezang en Hem met dankzegging grootmaken. (Ps. 69:31, 37b).
Shem/naam kan dienen als karakterbeschrijving, meer dan identificatie-
of roepnaam. In de Hebreeuwse denkwijze is het kennen van iemands shem/naam vaak het karakter en de naamdrager zélf als persoon kennen. Als God Zijn shem/identiteit meedeelt toont Hij Zijn karakter en deelt Hij iets van Zichzelf mee.
In Exodus 3:13-15 maakt God de inhoud van Zijn Naam op Mozes
verzoek bekend: Ik Ben dit is Mijn Naam voor eeuwig en dit is Mijn gedachtenis Alles wat Hij was en is zal Hij onveranderd
blijven de eeuwige IK Ben.
Hiermee vertelt God iets over Zijn allerheiligste Naam JHWH, HERE, veelal aangeduid als Hashem: dé Naam. Die shem/Naam moesten de priesters op Israël leggen (Num. 6:27).
Die shem/naam mogen wij verkondigen wij zullen de Naam van de Here vermelden (Ps. 20:8b). Dat kan slechts als we Hem echt kennen.
Shem/naam als aanduiding van eigenschappen en kenmerken van de naamdrager komt met betrekking tot God ook voor in Ex. 33:19; 34:5-6. God roept Zijn Naam uit voor Mozes en daarbij worden een aantal van Zijn Goddelijke eigenschappen opgesomd. Hiermee duidt Zijn heilige shem/naam aan wat, hoe en Wie Hij is voor de Zijnen: JHWH/HERE barmhartig, genadig, lankmoedig,
groot van liefde en waarheid, Die zonde vergeeft
Dit alles in die éne Shem/Naam! De psalmist omschreef dit als geheel/al Uw Shem/naam.
De onuitsprekelijke rijkdom en diepte van de inhoud van deze Naam kan ons beperkte verstand niet ten volle bevatten, maar in aanbidding en verwondering mogen wij die ene Shem aanroepen en getroost, bemoedigd, versterkt worden. Zing mee: Ik zal me neerbuigen Uw shem/naam loven om Uw genade en om Uw waarheid, want U hebt vanwege geheel/al Uw shem/naam Uw Woord groot gemaakt. (Ps. 138:2).
Roep met Petrus: geen andere Shem/naam (Hand. 4:12). Ik zal Uw Shem/Persoon verwachten want Hij is goed (Ps. 52:11).
betekenis hebben. Tot die woordengroep behoort het woord shem (uitspraak: sjem). Shem betekent naam in de zin van eigennaam,
roepnaam, familienaam, maar ook: reputatie, bekendheid,
faam, persoonlijkheid, identiteit, karakter, gedachtenis, eer.
Shem was de naam van Noachs zoon Sem (Gen. 6:10) uit wie Heber voortkwam (Gen. 10:21; 11:14), voorvader van de Hebreeen,
het volk waaruit de Messias voortkwam De Messias werd geboren uit een echt semitisch volk, Gods uitverkoren oogappel, terecht naamdragers te noemen.
Een van de eerste geboden die God gaf was: Zijn shem/Naam niet ijdel gebruiken (Ex. 20:7). Zijn shem/naam mag niet zinloos, zonder reden, ondoordacht, oneerbiedig, of zelfs bedrieglijk genoemd
worden. Maar wie Hem liefhebben en vrezen geldt: Ik zal Gods shem/naam prijzen met gezang en Hem met dankzegging grootmaken. (Ps. 69:31, 37b).
Shem/naam kan dienen als karakterbeschrijving, meer dan identificatie-
of roepnaam. In de Hebreeuwse denkwijze is het kennen van iemands shem/naam vaak het karakter en de naamdrager zélf als persoon kennen. Als God Zijn shem/identiteit meedeelt toont Hij Zijn karakter en deelt Hij iets van Zichzelf mee.
In Exodus 3:13-15 maakt God de inhoud van Zijn Naam op Mozes
verzoek bekend: Ik Ben dit is Mijn Naam voor eeuwig en dit is Mijn gedachtenis Alles wat Hij was en is zal Hij onveranderd
blijven de eeuwige IK Ben.
Hiermee vertelt God iets over Zijn allerheiligste Naam JHWH, HERE, veelal aangeduid als Hashem: dé Naam. Die shem/Naam moesten de priesters op Israël leggen (Num. 6:27).
Die shem/naam mogen wij verkondigen wij zullen de Naam van de Here vermelden (Ps. 20:8b). Dat kan slechts als we Hem echt kennen.
Shem/naam als aanduiding van eigenschappen en kenmerken van de naamdrager komt met betrekking tot God ook voor in Ex. 33:19; 34:5-6. God roept Zijn Naam uit voor Mozes en daarbij worden een aantal van Zijn Goddelijke eigenschappen opgesomd. Hiermee duidt Zijn heilige shem/naam aan wat, hoe en Wie Hij is voor de Zijnen: JHWH/HERE barmhartig, genadig, lankmoedig,
groot van liefde en waarheid, Die zonde vergeeft
Dit alles in die éne Shem/Naam! De psalmist omschreef dit als geheel/al Uw Shem/naam.
De onuitsprekelijke rijkdom en diepte van de inhoud van deze Naam kan ons beperkte verstand niet ten volle bevatten, maar in aanbidding en verwondering mogen wij die ene Shem aanroepen en getroost, bemoedigd, versterkt worden. Zing mee: Ik zal me neerbuigen Uw shem/naam loven om Uw genade en om Uw waarheid, want U hebt vanwege geheel/al Uw shem/naam Uw Woord groot gemaakt. (Ps. 138:2).
Roep met Petrus: geen andere Shem/naam (Hand. 4:12). Ik zal Uw Shem/Persoon verwachten want Hij is goed (Ps. 52:11).