Satan kan ons niet dwingen tot zonde
‘Als u wijs bent, bent u wijs ten bate van uzelf. Bent u een spotter, dan moet u dat alleen dragen’ (Spreuken 9:12).
Dit vers laat zien dat we persoonlijk verantwoordelijkheid zijn voor onze daden. Je hebt er voordeel van als je wijs bent, maar je draagt ook zelf de gevolgen wanneer je een spotter bent.
Als je dwaas handelt en het daardoor slecht met je gaat, dan is de tragedie in je leven aan niemand anders te wijten dan aan jezelf. Dat zegt deze tekst. Mensen kunnen ons vreselijk behandelen, maar als we daardoor zondigen dan mogen we niet de schuld daarvoor op hen afschuiven.
Matthew Henri schrijft: “Slechte mensen zijn slechts slechte werktuigen zodat de schuld voor de rekening van de zondaar zelf komt.” En de satan kan slechts in verzoeking brengen, maar hij kan ons niet dwingen om zondige dingen te doen, hoewel hij daar wel erg zijn best voor doet.
Eigenlijk vind ik mezelf nu veel te zwart-wit. Natuurlijk kunnen de omstandigheden, de mensen en ook de satan een grote rol spelen in de verkeerde keuzes die we maken. Maar… ik wil graag overbrengen dat we ondanks dat toch zelf verantwoordelijk zijn voor onze daden. Pas als we dat inzien, kunnen dingen in ons leven veranderen.
Laat ik een voorbeeld uit mijn eigen leven noemen. In de jaren ’90 had ik een lichte burn-out. Ik was depressief en dan zie je de wereld door een donkere bril. Ik had één persoon op wie ik het afreageerde: mijn man. Soms was ik heel onredelijk boos tegen hem. Ik dacht: “Hij kan wel tegen een stootje en blijft toch altijd van mij houden. God zal het wel begrijpen en het niet erg vinden.” Ik kwam daardoor in een neerwaartse spiraal terecht. Pas toen ik inzag dat ik schuldig was naar God en naar Herman en hen vergeving vroeg, knapte ik langzaam maar zeker op.
Dat betekent niet dat we de dingen die ons dwarszitten, moeten verdringen. Uitpraten en uithuilen zijn juist in zo’n fase heel belangrijk. Maar we moeten wel opletten dat we daarbij niet over de schreef gaan en zondigen. Want dat brengt ons alleen maar dieper in de put.
Onze tekst geeft ook in een notendop antwoord op de steeds terugkerende vragen van ongelovigen: “Als er een God is, waarom is er dan zoveel kwaad in de wereld?” “Als God almachtig is, waarom grijpt Hij dan niet in en maakt Hij niet een einde aan al die ellende?”
Het zijn eerlijke vragen waarop ik de volgende keer hoop in te gaan.
Els ter Welle
Dit vers laat zien dat we persoonlijk verantwoordelijkheid zijn voor onze daden. Je hebt er voordeel van als je wijs bent, maar je draagt ook zelf de gevolgen wanneer je een spotter bent.
Als je dwaas handelt en het daardoor slecht met je gaat, dan is de tragedie in je leven aan niemand anders te wijten dan aan jezelf. Dat zegt deze tekst. Mensen kunnen ons vreselijk behandelen, maar als we daardoor zondigen dan mogen we niet de schuld daarvoor op hen afschuiven.
Matthew Henri schrijft: “Slechte mensen zijn slechts slechte werktuigen zodat de schuld voor de rekening van de zondaar zelf komt.” En de satan kan slechts in verzoeking brengen, maar hij kan ons niet dwingen om zondige dingen te doen, hoewel hij daar wel erg zijn best voor doet.
Eigenlijk vind ik mezelf nu veel te zwart-wit. Natuurlijk kunnen de omstandigheden, de mensen en ook de satan een grote rol spelen in de verkeerde keuzes die we maken. Maar… ik wil graag overbrengen dat we ondanks dat toch zelf verantwoordelijk zijn voor onze daden. Pas als we dat inzien, kunnen dingen in ons leven veranderen.
Laat ik een voorbeeld uit mijn eigen leven noemen. In de jaren ’90 had ik een lichte burn-out. Ik was depressief en dan zie je de wereld door een donkere bril. Ik had één persoon op wie ik het afreageerde: mijn man. Soms was ik heel onredelijk boos tegen hem. Ik dacht: “Hij kan wel tegen een stootje en blijft toch altijd van mij houden. God zal het wel begrijpen en het niet erg vinden.” Ik kwam daardoor in een neerwaartse spiraal terecht. Pas toen ik inzag dat ik schuldig was naar God en naar Herman en hen vergeving vroeg, knapte ik langzaam maar zeker op.
Dat betekent niet dat we de dingen die ons dwarszitten, moeten verdringen. Uitpraten en uithuilen zijn juist in zo’n fase heel belangrijk. Maar we moeten wel opletten dat we daarbij niet over de schreef gaan en zondigen. Want dat brengt ons alleen maar dieper in de put.
Onze tekst geeft ook in een notendop antwoord op de steeds terugkerende vragen van ongelovigen: “Als er een God is, waarom is er dan zoveel kwaad in de wereld?” “Als God almachtig is, waarom grijpt Hij dan niet in en maakt Hij niet een einde aan al die ellende?”
Het zijn eerlijke vragen waarop ik de volgende keer hoop in te gaan.
Els ter Welle