Sam Rotman: “Het was mijn droom om de grootste pianist van de wereld te zijn”

Henk Schouten • 81 - 2005/06 • Uitgave: 3
Sam Rotman



“Het was mijn droom om de grootste pianist van de wereld te zijn”




Hij ontving een religieuze opvoeding en op zijn dertiende werd hij ‘Bar Mitswa’ genoemd, zoon van de wet. Hij vond zichzelf een “geslaagde volgeling van onze religie”. Maar het liep anders in zijn leven. Heel anders…




“Naast de normale religieuze plichten op de vrijdagavonden en zaterdagochtenden, ontving ik gedurende acht jaar religieus onderwijs. Ik vond mezelf een geslaagde volgeling van onze religie. Mijn eerste pianoles kreeg ik toen ik negen jaar oud was en ik was vast van plan om concertpianist te worden. Het was mijn droom om de grootste pianist van de wereld te zijn.

Een belangrijke stap op weg naar mijn doel kwam, toen ik werd geaccepteerd op het Juilliard conservatorium in New York. Tijdens mijn derde studiejaar begonnen medestudenten mij vragen te stellen over mijn geloofsopvattingen. Ik had nog nooit een woord in het Nieuwe Testament gelezen. In deze periode begon ik echter in de gaten te krijgen dat ik, een ‘slaaf van de zonde’ was. In plaats van naar de religieuze leiders te gaan voor advies, ging ik direct te rade bij het Nieuwe Testament. Ik ontdekte dat Jezus zichzelf dingen aanmatigde die, als deze niet waar zouden zijn, hem zouden bestempelen als een grootheidswaanzinnige. Mozes en andere religieuze leiders, hebben zichzelf nooit geprofileerd als bijvoorbeeld ‘het licht der wereld’. Ook zag ik dat Jezus er niet op uit is om mij naar mijn onvolmaaktheid af te rekenen.



Enerzijds was het moeilijk voor me om mezelf als zondaar te zien, maar aan de andere kant was ik mij wel meer bewust geworden van mijn morele tekortkomingen. Op 21 maart 1971 besefte ik dat ik mijn zondige leven niet langer meer voor Hem kon verbergen. Voor de eerste keer bad ik in Jezus naam tot God om vergeving van mijn zonden. Toen wist ik dat de Here mijn gebed had verhoord, dit gaf grote vreugde! De tekst ‘Zo is dan wie in Christus is een nieuwe schepping; het oude is voorbijgegaan, zie, het nieuwe is gekomen’ uit 2 Kor. 5:17 werd werkelijkheid voor mij. Jaren lang had ik mezelf voorbereid om de grootste pianist ter wereld te worden. Sommige mensen vonden dat ik alleen religieuze muziek behoorde te spelen. Dit waren verontrustende gedachten.



Na verloop van tijd kwam ik tot de conclusie: ‘Iedere gave, die goed, en elk geschenk, dat volmaakt is, daalt van boven neder, van de Vader der lichten,’ (Jac. 1:17). Als ik creaties van grote componisten speelde, kon ik daarmee God de eer geven. De andere uitdaging was de vraag hoe ik het mijn ouders zou moeten vertellen. Mijn vader was woest. Aan het eind van de week kreeg ik te horen dat ik het huis moest verlaten.



In 1973 trouwde ik met Deborah. Toen onze zoon werd geboren, begon de kloof tussen mijn ouders en mij zich enigszins te dichten. Toen mijn vader in 1995 ziek werd, besloot ik hem te bezoeken. Ik kreeg te horen dat hij me niet wilde zien. Vier dagen later overleed hij. Mijn moeder woont tegenwoordig in een wijk bij ons in de buurt. Onze relatie met haar is gelukkig sterk verbeterd. In 1989 ontstond het idee om concerten in het buitenland te verzorgen. In 1992 kregen Deborah en ik de kans om Europa te bezoeken. Ik gaf concerten in diverse landen. De Here zegende deze initiatieven. Tijdens mijn concerten zeg ik altijd dat ik in honderd jaar geen piano zou spelen als het ten koste zou gaan van mijn geloof in Jezus Christus. ‘Want wat baat het een mens de gehele wereld te winnen en aan zijn ziel schade te lijden? Want wat zou een mens kunnen geven in ruil voor zijn leven’ (Mark. 8:36).



Ds. Henk Schouten