Ruim baan voor Genesis

Jan van Barneveld • 76 - 2000/01 • Uitgave: 1
Sinds Darwin is er heel wat geschreven en gediscussieerd over Genesis 1. Heeft de Here God hemel en aarde inderdaad in zes dagen van 24 uur geschapen of waren het zes periodes die eventueel miljoenen jaren geduurd kunnen hebben? Er is heel wat wetenschappelijk afgetobd om die zes periodes te passen binnen wat in die bepaalde tijd door wetenschappers geleerd werd over het ontstaan van de aarde en van de natuur zoals we die nu kennen. De wetenschap verandert nogal eens en dus ook die aanpassingen van het scheppingsverhaal veranderden enthousiast mee. Dat 'aanpassen' van de Schrift aan de meeste recente wetenschappelijke theorieën is een boeiende, maar vaak ook vermoeiende zaak! Sommigen gaan uit van de gedachte dat die zes dagen van 24 uur gescheiden zijn door periodes van miljoenen jaren. Nog steeds bestrijden het creationisme en de evolutietheorie elkaar te vuur en met de pen. Anderen maken zich er wat makkelijker vanaf en spreken over de 'scheppingsmythe' uit de Bijbel. Iets eerbiediger tegenover de Schrift zijn zij die over Genesis 1 en 2 spreken als over een Joodse midrash, een soort gelijkenis die duidelijk maakt dat de Here God de uiteindelijke Schepper is, waarbij we de rest min of meer wetenschappelijk zelf kunnen invullen. Er zijn twee redenen waarom wij ons even in die kakofonie van stemmen over Genesis 1 en 2 mengen. In de eerste plaats omdat er de laatste maanden weer aardig wat over dit onderwerp is gediscussieerd. Maar vooral ook om de geestelijke waarschuwingen in verband met de eindtijd, die op ons afkomen.

EINSTEIN BEGREEP HET NIET
Veel belangrijke natuurkundigen hebben zich met de kosmologie (de leer van het ontstaan van het heelal) beziggehouden. Dat is een soort hobby voor die natuurkundigen. Ze gaan dan uit van bijvoorbeeld een beginsituatie van het heelal zoals die 20 miljard jaren geleden geweest zou kunnen zijn. Bijvoorbeeld een bol van neutronen (kleine kerndeeltjes) zo groot als de baan van de planeet Neptunus, die op een gegeven moment ontploft (de Big Bang). Dan rekenen ze uit hoe de huidige situatie met de miljarden melkwegstelsels, met sterrenhopen, rode reuzen en witte dwergen, zwarte gaten en quasars kan zijn ontstaan. Daar komen zeer ingewikkelde wiskundige formules en berekeningen aan te pas. Het is een verrassend feit dat alleen de wiskunde in staat blijkt te zijn om het heelal op deze wijze doeltreffend te beschrijven. Hoe dat komt weet men niet. Einstein zei het als volgt: 'Het meest onbegrijpelijke van het heelal is dat het te begrijpen is'. Wetenschap is geen bouwwerk, maar een proces dat tijdens de groei verouderde denkbeelden afwerpt. Soms blijkt dat het hele bouwwerk moet worden afgebroken. Dat is in het verleden heel wat keren gebeurd. Denk bijvoorbeeld maar eens aan de astronomische denkbeelden van de Grieken en in de Middeleeuwen. Sommige creationisten zijn van mening dat momenteel het bouwwerk van de evolutieleer op het punt staat afgebroken te worden. Het scheppingsverhaal, waarschijnlijk opgeschreven door Adam zelf, blijft al zo'n 6000 jaar staan.

MEER DAN NATUURKUNDE
Zo makkelijk komen we er niet vanaf. Er zijn, behalve de natuurkunde, heel wat andere wetenschappen die raakvlakken hebben met Genesis 1 en 2. Denk alleen maar eens aan de archeologie (oudheidkunde), de geologie (over de bouw en ontwikkeling van de aardkorst), de biologie en de paleontologie (leer van de fossiele overblijfselen). Deze wetenschappen 'spelen' niet met wiskundeformules, maar komen met feiten uit de aardkorst die iets vertellen van wat er eeuwen geleden op deze aarde gaande was. Deze feiten lijken soms maar moeilijk met het scheppingsverhaal uit Genesis 1 en 2 in overeenstemming te brengen. Hoe gaan we daar mee om? Kunnen we Genesis 2:4 naspreken: 'Dit is de geschiedenis van de hemel en de aarde toen zij geschapen werden', Of is het geen geschiedenis maar een 'verhaal' of een mythe?

ENORME RAMPEN
Cuvier was een geleerde die zo'n 50 jaar vóór Darwin leefde. Hij was een echte geleerde, die verstand had van bijna alle wetenschappen. Op grond van zijn onderzoekingen van de aardlagen is hij tot de catastrofentheorie gekomen. Volgens Cuvier is de aarde in de loop van de eeuwen door enorme rampen geteisterd. Die rampen zijn de oorzaak geweest van bepaalde aardformaties, van het uitsterven van 'oude en ontstaan van 'nieuwe' dieren en kunnen heel wat ontdekkingen en vondsten in overeenstemming brengen met gegevens uit de Bijbel. Na Darwin is Cuvier verguisd, omdat de meeste geleerden bijna automatisch uitgingen van het evolutie-principe, dat voor hen een soort dogma was geworden. Ongeveer 40 jaar geleden was het een andere universeel-geleerde, de natuurkundige, bioloog, historicus en nog wat meer, Emmanuel Velikovski, die met een enorme overvloed aan feiten deze catastrofentheorie weer nieuw leven inblies. Overtuigend toonde hij aan dat in de loop der eeuwen ongelooflijke rampen de wereld hebben getroffen. Hij wees ook de oorzaken van een aantal van die rampen aan: Bijna-botsingen met kometen
en/of de planeten Mars en Venus! Hij besluit één van zijn boeken met een waarschuwing: 'De doorsnee mens is niet langer bang voor het einde van de wereld…

Kosmische botsingen zijn geen afwijkende verschijnselen… ze zijn veeleer in overeenstemming met de aard van de gebeurtenissen die reeds besloten liggen in de dynamica (natuurkunde) van het heelal'. Wie denkt hier niet meteen aan de vreselijke hemelverschijnselen, die in het boek Openbaring worden beschreven?

TERUG NAAR GENESIS 1
Aan de hand van het interessante boekje 'De geschiedenis van de schepping, feit of verhaal?' van S. Paasse, gaan we nu snel terug naar Genesis 1-3. 'Dit is de geschiedenis van hemel en aarde, toen zij geschapen werden' lazen we al. Paasse onderscheidt de volgende fasen:

* Gen. 1:1. Hemel en aarde worden door God geschapen. Wanneer? 'In den beginne'. Miljard jaar geleden? 40 Miljard jaar geleden? Tijd genoeg achteruit! Zoveel tijd als de wetenschappers maar nodig denken te hebben. Interessant is als we hier Jesaja 45:18 naast leggen: 'Want zo zegt de HERE, die de hemelen geschapen heeft - Hij is God - die de aarde geformeerd en haar gemaakt heeft, hij heeft haar gegrondvest; niet tot een baaierd (= woest en leeg) heeft Hij haar geschapen, maar ter bewoning heeft Hij haar geformeerd'. Het is ook niet waarschijnlijk dat de 'zonen van God jubelden' als de Here God een 'woeste en ledige' aarde schiep (zie Job 38:5.6). De schepping was dus een prachtig en volmaakt stuk werk van de Schepper.

* Gen. 1:2. Het is mogelijk hier te lezen: 'De aarde nu werd woest en ledig'. Argumenten die Paasse aanvoert zijn: De woorden 'woest en ledig' duiden op een oordeel van God (zie Jes. 34:11 en Jer. 4:23). Ook is 'duisternis' een teken van het oordeel, immers de Here God is Licht! Er heeft dus tussen Gen.1:1 en Gen.1:2 een enorme catastrofe plaatsgevonden, waardoor de schepping op aarde is verwoest. Waarschijnlijk heeft de val van satan hiermee te maken.

* Gen. 1:3 tot 2:4. De Here God herstelt de verwoeste aarde. Opvallend is dat er tijdens de eerste vier dagen niet wordt gesproken over 'scheppen'. Er staat telkens 'er zij' en 'God maakte' en 'de aarde bracht voort'. Zaken die er in principe al hadden kunnen zijn en toen (weer) zichtbaar werden op aarde. Pas de vijfde dag 'schiep' God de grote zeedieren. 'Scheppen' is iets nieuws brengen, dus bijvoorbeeld nieuwe soorten. De mensen, die op de zesde dag geschapen werden hoeven niet per se Adam en Eva geweest te zijn. Het kan ook een geslacht van zogenaamde pre-adamieten zijn, mensen die vóór Adam en Eva leefden. Deze 6 'scheppingsdagen' of beter 'hersteldagen' hoeven ook niet 6000 jaar geleden te hebben plaatsgevonden. Het kan ook miljoenen jaar geleden gebeurd zijn. Zoveel de wetenschappers er maar nodig denken te hebben!

* Gen. 2:5,6. Weer vond er een enorme achteruitgang plaats. De preadamieten zijn ten val gekomen, waarschijnlijk door een inval uit de duistere gewesten van satan en weer hebben rampen de aarde geteisterd en vervormd.

* Gen. 2:6-25. Dan worden Adam en daarna Eva geschapen en de Here God maakte voor hen een paradijs als startpunt voor een nieuwe aarde. Ook dat liep mis (ook al door duivelse inmenging) en toen volgde de volgende catastrofe, de zondvloed, waarna de Here God met Noach en zijn gezin verder ging. Tenslotte de laatste grote catastrofe ( de 'plagen van Egypte') tijdens de Uittocht uit Egypte en toen koos de HERE, de God van Israël, een volk, nl. Israël om mee verder te gaan. Uit dat volk is de Verlosser gekomen en uit Sion zal ook spoedig de Verlosser terugkomen. Hij zal het plan van God voltooien en eindelijk de heerschappij, het rijk van de Here God op aarde vestigen en de hele schepping verlossen (zie Rom.8:19-23).

RUIM BAAN VOOR GENESIS
Twee redenen waren er om eens terug te komen op die 'eeuwige' discussies over Genesis 1. We zien in de eerste plaats dat 'de geschiedenis van de hemel en de aarde' zoals deze aan ons door de Here God Zelf in Zijn Woord is doorgegeven voldoende ruimte biedt aan allerlei wetenschappelijke theorieën, vondsten, schema's en zelfs speculaties. Maar belangrijker is dat we weer eens met de neus op de feiten worden gedrukt. De Bijbel, overleveringen van veel volken, de aardkorst, fossielen, de archeologie en veel andere zaken wijzen erop dat de aarde meermalen geheel of gedeeltelijk is verwoest door grote rampen. We kunnen ook spreken van zware oordelen die de mensheid over zich heeft gehaald. De laatste, kleinere rampen vonden plaats toen Jozua uitriep: 'Zon sta stil te Gibeon en gij maan in het dal van Ajjalon' terwijl er een enorme meteorietenregen op de vijanden van Israël viel (zie Jozua 10). Een dergelijke ramp was de grote aardbeving ten tijde van koning Uzzia. In de eindtijd, tijdens de laatste 3,5 jaar van de anti-christ, zullen ook dergelijke rampen plaatsvinden. Vooral de eerste vier bazuingerichten zijn duidelijke aanwijzingen van het feit dat er rampen vanuit het heelal zullen komen (zie Openb.8:1-12). Voor ons geldt de waarschuwing die Daniël in verband met de tijd van de anti-christ krijgt: 'Velen zullen zich laten reinigen en zuiveren en louteren' (Dan. 12:10).

Wees dan wakker, volk van de Here!

drs. Jan van Barneveld