Roy veranderde mijn leven!
Het relaas van een onderwijzer
Tijdens een les die ik gaf op de zondagsschool herinnerde ik mij een gebeurtenis die mijn leven veranderde. Toen ik zelf nog op de lagere school zat was er een jongetje in onze klas die Roy heette. Hij was anders. Hij zag er altijd enigszins grappig uit. Zijn hoofd leek wat te groot voor zijn lichaam. Als hij meedeed met sport of met spelletjes verloor hij altijd alles. Hij won nooit iets en uiteindelijk deed hij ook nergens meer aan mee. Hij stond op het plein waar wij speelden bij de schoolmeester en keek toe. Hij praatte ook nog grappig. Hij plakte de woorden aan elkaar en hij sprak langzaam. Niemand praatte eigenlijk meer met 'm. Begrijpelijkerwijs was hij altijd het doelwit van pagerijen. Iedereen maakte grapjes over hem, vooral ik. Ik mocht 'm wel. Iedereen vond hem aardig. Maar geplaagd werd hij en hij deed nooit iets terug. Ik kon 'm goed imiteren met grimassen en rare bekken trekken.
Een keer deed ik dat ook en iedereen lachte. Toen stond hij plotseling achter me met die rare, vertrokken, grijnslach Ik wist toen dat mijn 'humor' hem pijn deed. Maar hij was nu eenmaal Roy, de grappige jongen en liep gewoon weg zonder iets te zeggen. Roy was een stille jongen. Hij woonde vlak bij school. Ik ben nooit bij 'm thuis geweest.
Een keer, toe we na de kerstvakantie terugkwamen op school ontbrak Roy in de klas. Onze juf vertelde met tranen in haar ogen dat Roy was gestorven. Hij had een hersentumor en is heel erg ziek geweest. Zijn ouders wilde hem de afgelopen maanden eigenlijk al thuis houden, maar Roy wilde dat niet. Hij wilde bij zijn vriendjes op school zijn. Het enige waar ik nog aan denken kon was hoe ik Roy heb behandeld. Ik wist niet dat hij ziek was. De hele klas was stil. Roy kon dit niet meer weten, maar hij veranderde op dat moment ieders leven in die klas. Ik kijk nooit meer met dezelfde ogen naar mensen die er vreemd uitzien.
In de zondagsschoolklas van die morgen behandelden we Mattheus 25 — waar Jezus spreekt over het oordeel over de mensheid en in vers 40 zegt Hij: "Voorwaar, Ik zeg u in zoverre gij dit aan één van deze mijn minste broeders hebt gedaan, hebt gij het Mij gedaan". Ik legde aan de kinderen uit dat, iedere keer als ik dit vers lees, ik word herinnerd aan Roy. We kennen misschien allemaal wel een Roy in ons leven. Het is misschien moeilijk om mensen die niet worden bemind, lief te hebben, maar Jezus zegt het duidelijk: "de manier waarop we de minste onder ons behandelen" laat zien waar ons hart zit. Roy heeft mij beter doen begrijpen hoezeer ik zelf de genade van God nodig heb. De les die Roy mij leerde zal ik nooit vergeten.
Feike ter Velde
Tijdens een les die ik gaf op de zondagsschool herinnerde ik mij een gebeurtenis die mijn leven veranderde. Toen ik zelf nog op de lagere school zat was er een jongetje in onze klas die Roy heette. Hij was anders. Hij zag er altijd enigszins grappig uit. Zijn hoofd leek wat te groot voor zijn lichaam. Als hij meedeed met sport of met spelletjes verloor hij altijd alles. Hij won nooit iets en uiteindelijk deed hij ook nergens meer aan mee. Hij stond op het plein waar wij speelden bij de schoolmeester en keek toe. Hij praatte ook nog grappig. Hij plakte de woorden aan elkaar en hij sprak langzaam. Niemand praatte eigenlijk meer met 'm. Begrijpelijkerwijs was hij altijd het doelwit van pagerijen. Iedereen maakte grapjes over hem, vooral ik. Ik mocht 'm wel. Iedereen vond hem aardig. Maar geplaagd werd hij en hij deed nooit iets terug. Ik kon 'm goed imiteren met grimassen en rare bekken trekken.
Een keer deed ik dat ook en iedereen lachte. Toen stond hij plotseling achter me met die rare, vertrokken, grijnslach Ik wist toen dat mijn 'humor' hem pijn deed. Maar hij was nu eenmaal Roy, de grappige jongen en liep gewoon weg zonder iets te zeggen. Roy was een stille jongen. Hij woonde vlak bij school. Ik ben nooit bij 'm thuis geweest.
Een keer, toe we na de kerstvakantie terugkwamen op school ontbrak Roy in de klas. Onze juf vertelde met tranen in haar ogen dat Roy was gestorven. Hij had een hersentumor en is heel erg ziek geweest. Zijn ouders wilde hem de afgelopen maanden eigenlijk al thuis houden, maar Roy wilde dat niet. Hij wilde bij zijn vriendjes op school zijn. Het enige waar ik nog aan denken kon was hoe ik Roy heb behandeld. Ik wist niet dat hij ziek was. De hele klas was stil. Roy kon dit niet meer weten, maar hij veranderde op dat moment ieders leven in die klas. Ik kijk nooit meer met dezelfde ogen naar mensen die er vreemd uitzien.
In de zondagsschoolklas van die morgen behandelden we Mattheus 25 — waar Jezus spreekt over het oordeel over de mensheid en in vers 40 zegt Hij: "Voorwaar, Ik zeg u in zoverre gij dit aan één van deze mijn minste broeders hebt gedaan, hebt gij het Mij gedaan". Ik legde aan de kinderen uit dat, iedere keer als ik dit vers lees, ik word herinnerd aan Roy. We kennen misschien allemaal wel een Roy in ons leven. Het is misschien moeilijk om mensen die niet worden bemind, lief te hebben, maar Jezus zegt het duidelijk: "de manier waarop we de minste onder ons behandelen" laat zien waar ons hart zit. Roy heeft mij beter doen begrijpen hoezeer ik zelf de genade van God nodig heb. De les die Roy mij leerde zal ik nooit vergeten.
Feike ter Velde