Rome en Babylon (3)

Hans Visser • 75 - 1999/2000 • Uitgave: 14
Zo rond het eerste millennium was de christelijke uitstraling van de kerk van Rome gedaald tot een dieptepunt. De grote roemrijke stad Rome, bij uitstek het religieuze centrum van de Rooms-katholieke kerk, had in de loop der eeuwen moeten vechten om verzekerd te zijn van haar voortbestaan. Rome, waarde macht van de kerk groeiende was, stond in de eerste eeuwen na Constantijn sterk onder invloed van de christelijke leringen van het Oost-Romeinse rijk, het latere Byzantium.

Zo rond de millenniumwisseling stond de kerk meer onder invloed van de Franken en had zich meer op het Westen georiënteerd. Er werd door de heersers van die tijd constant druk op de pausen uitgeoefend. Omwille van de eenheid van de kerk zwichtten sommige pausen onder de zware pressie waardoor zij geneigd waren om water bij de wijn' te doen. De christelijke geloofsinhoud acceptabeler maken voor andersdenkenden was niet bezwaarlijk. Op het politieke vlak moesten de pausen ook regelmatig schipperen. Aan de katholieke traditie getrouwe pausen hadden het regelmatig erg zwaar, terwijl pausen die de (Byzantijnse) keizers ter wille waren vaak konden rekenen op een gemakkelijk en rijk leventje. De inhoud van de christelijke geloofsleer was afgeweken van de oorspronkelijke.

De afvalligheid was zelfs doorgedrongen tot de hoogste hiërarchie van de kerk. Het in verval geraakte pausdom was rijp geworden om haar wrange zaaigoed te plukken. Er gebeurden onvoorstelbare dingen. Deze gebeurtenissen hebben niet alleen een zwaar stempel op het katholicisme gedrukt, maar op het hele christendom.

Het is zeer beslist niet de bedoeling van dit artikel om de fouten van de voormalige leiders der Rooms-katholieke kerk af te zetten tegen de heldhaftige geschiedenis van de hervormers en protestanten; ook die werd gedeeltelijk met bloed geschreven. Dat wat de voormalige leiders der Rooms-katholieke kerk deden moet voor de hele christelijke wereld een blijvende les zijn. Afvalligheid kan iedere christelijke stroming, richting of denominatie overkomen. En hoe ver men kan afvallen blijkt uit veel hedendaagse ontwikkelingen, zowel in Nederland als daarbuiten. De pausen van toen waren niet beter. Bij sommige voorvallen leek het wel of satan persoonlijk plaats had genomen op de Heilige Stoel.

Berucht is de walgelijke kadaver-synode onder paus Stephanus VI. (896-897). Hij wordt door historici gebrandmerkt als psychopaat en zijn daden waren er dan ook naar: hij liet het lijk van Formosus - één van zijn samenzwerende voorgangers - opgraven om berecht te worden. De vingers die de menigte gezegend hadden liet hij van het stoffelijk overschot afhakken. Dergelijke zaken speelden zich af onder leiders die pretendeerden Christus' waarheid na te volgen. Deze pauselijke periode wordt soms ook wel de 'pornocratie' genoemd. Ondanks hun voorbeeldfunctie hadden veel pausen geen seksuele moraal. Niet dat de eeuwen na de pornocratie voor het pausdom zoveel beter werden. Leo X vaas waarschijnlijk homoseksueel en hij organiseerde feesten die bestonden uit tientallen gangen.

Bij deze schranspartijen sprongen naakte jongetjes uit grote puddingen. Er was ook een paus die vlak voor het begin van een concilie 1200 dames van lichte zeden liet aanrukken ten gerieve van de deelnemers aan een belangrijke kerkelijke bijeenkomst. Paus Sixtus I legitimeerde zelfs alle bordelen in Rome, maar niet zonder belastingen te heffen die de Vaticaanse schatkist moesten verrijken. Er waren pausen die zich in het openbaar te buiten gingen aan excessief drankgebruik. Er waren ook pausen die het dagelijkse leven doorbrachten met gokken en verkwisten van grote sommen geld. Een andere paus bracht een toast uit op de duivel. Paus Clemens VI genoot intens van schreeuwende slachtoffers van martelingen. Hij had een speciaal luik boven de martelkamer laten bouwen waardoor hij het geschreeuw beter kon horen.

Alexander VI vermoordde op 12-jarige leeftijd een jongetje met een mes. Dit was geen reden om hem op latere leeftijd geen paus te laten worden. Eenmaal paus verwekte hij 10 buitenechtelijke kinderen. Volgens paus Innocentius II moesten alle ketters worden uitgeroeid 'als een nest giftige slangen". Zijn naamgenoot Innocentius III was de motor achter de inquisitie en de man die de z.g. leer van de transsubstantiatie heeft geïntroduceerd. Hij kan persoonlijk verantwoordelijk worden gesteld voor het afslachten van 20.000 mensen. Hij was ook verantwoordelijk voor het feit dat de Joden gele hoeden moesten dragen en in getto's werden ondergebracht. (Volgens KNP studiedag 11-10 '97: Rome, haar mantelorganisaties en een Verenigd Europa). We kunnen deze lijst aanvullen tot een dik boekwerk. Dat is niet de bedoeling. We kunnen van dergelijke historische gebeurtenissen met verbazing kennis nemen dat het ooit zover heeft kunnen komen.

Naast deze zwarte bladzijden kende de Rooms-katholieke kerk ook pausen die zich met hart en ziel overgaven aan echte christelijke naastenliefde, de zorg voor armen en verdrukten en die zich niet lieten meeslepen door heersers en rijkdom. Een mooi voorbeeld is de enige Nederlandse paus die de Rooms-katholieke kerk ooit geteld heeft, namelijk Adriaen Boeyens (1459-1523), de latere paus Adrianus VI. Na wekenlang in conclaaf te zijn geweest werd Adriaen, min of meer ten einde raad, tot paus gekozen. De kardinalen gunden elkaar de tiara niet. Men koos dan maar een man - zoals een bisschop opperde - die als heilige werd beschouwd. Aanvankelijk wilde Adriaen niet, maar uiteindelijk reisde hij af naar Rome. Wat hij daar zag verbijsterde hem. Zijn hervormingsplannen waren verregaand. Vol ijver begon hij zijn zuiveringsplannen. Van de meer dan 700 hovelingen, koks, pages, valkeniers, muzikanten, toneelspelers, componisten en stierenvechters, werd het grootste deel ontslagen. Hij haalde de zweep over de kardinalen. Elke morgen droeg hij bij de mis eenvoudige mensen op, ook voor de indianen die wreed werden behandeld werd gebeden (de indianen werden als minderwaardige schepsels beschouwd).

Na slechts 1 jaar en 8 maanden als paus openbaarde zich een geheimzinnige ziekte. Het roomse stadsbestuur van Utrecht wist destijds te melden: "De paus is gestorven, vermoedelijk door vergiftiging”. De geschiedenis van de macht om de pauselijke troon meldt vergiftiging, moord en doodslag wel vaker. Vooral bij de 'goede' pausen. Ook in deze tijd worden dergelijke vermoedens geuit. Er is niets nieuws onder de zon. Bij het overlijden van paus Johannes Paulus I, die slechts 33 dagen (!) mocht regeren, gingen er geruchten dat hij werd vergiftigd. Als je financiële intriges van het Vaticaan wilt blootleggen steek je je neus in een wespennest.

Hans Visser