Rijk, rijker, armst

Henk Schouten • 75 - 1999/2000 • Uitgave: 13
De wereld is rijker dan ooit. De mogelijkheden en middelen aanwezig voor een welvarend leven hebben zich de afgelopen decennia en vooral de afgelopen tien jaar vermenigvuldigd. Velen in ons land hebben daar de vruchten van mogen plukken, want Nederland doet het op economisch terrein met haar poldermodel uitstekend. Onlangs nog zagen we Wim Kok glunderend naast Clinton orakelen over het 'dutch poldermodel'. Het eerste halfjaar zijn de prijzen van woningen met 14% gestegen, dat heeft te maken met vraag en aanbod, met vertrouwen in de economie en de lage rente. Het aanbod is groot in ons land. Alle mogelijk denkbare, maar ook ondenkbare artikelen liggen opgestapeld in de magazijnen en worden voortdurend uitgereden naar de consument, die van gekkigheid niet weet wat er mee te doen.

RIJK EN ARM
De jaren negentig zijn de jaren van de globalisering. Weg- en luchtverkeer hadden de wereld al kleiner gemaakt en de werelddelen dichter bij elkaar gebracht, afstanden tellen niet echt meer in onze wereld met superjets en hoge snelheidstreinen. De digitale snelweg overbrugt afstanden op heel andere wijze en blijkt ook weer een impuls gegeven te hebben aan de globalisering. De wereld is een dorp geworden.

Het blijkt dat het vooral de welvarende geïndustrialiseerde landen zijn die daar de vruchten van plukken. Dit alles heeft tot gevolg dat de kloof tussen arm en rijk enorm is gegroeid. De meest recente cijfers van de UNDP de VN organisatie voor ontwikkelingssamenwerking, tonen dit schrijnend aan. Eén vijfde van de wereldbevolking leeft in de rijke landen, maar heeft wel 86% van het wereldinkomen in handen. De armste 20% van de wereldbevolking moet het met 1% doen. De export markten zijn voor bijna 90% in handen van de rijke landen. Aan de globalisering deed de armste 20% voor slechts 1,5% mee. 74% van het telefoon verkeer, ook Internet, vindt plaats tussen de 20% rijksten.

In 1960 stond het inkomensverschil tussen de rijken en armen van de wereld in een verhouding van 30 staat tot 1. In 1990 was dat opgelopen tot 60 staat tot 1. Nu is de verhouding 74 staat tot 1.

Achter deze kille en rationele cijfers ligt een wereld van verschil. Rijken worden rijker en armen worden armer. Toch kunnen wij ons die contrasten nauwelijks voorstellen. Af en toe zien we televisiebeelden, schrijnende armoede en honger wordt even zichtbaar en komt even dichtbij. Maar kunnen we ons de zorg van een vader voorstellen die niets doen kan voor zijn gezin en hoopt het allernoodzakelijkste voor die dag te kunnen realiseren? Of kunnen we kijken in het hart van een moeder die met een lege pot bij haar kinderen staat?

En wij? Wij denken na over onze tweede auto, onze derde vakantie, ons tweede huis. Ook moeten we nodig onze klerenkasten opruimen, want we hebben geen bergruimte voor de nieuwe collectie. En hoe groeit de jeugd op in onze wereld? Zoekt u eens een televisiezender met popmuziek op en zie hoe de moderne jeugd zich vermaakt en wat hun levensstijl en devies is. Rijker, rijker, armst.

NIEUWE WERELDORDE
Natuurlijk wordt over deze dingen op hoog niveau nagedacht en beseft men dat deze ontwikkeling onmenselijk is. Commissies schrijven rapporten, politici vergaderen en ideeën worden geboren om deze ontwikkeling om te buigen, zodat meer mensen kunnen gaan delen in de welvaart die er voor de mondiale samenleving kan zijn.

Dit bewerkt echter een andere zaak. Er worden pleidooien gehouden voor meer toezicht op het handelsverkeer en toezicht op de handel en wandel van multinationals. Het bedrijfsleven moet een internationale code krijgen, de grote bedrijven kunnen niet overgelaten worden aan zelfregulatie. Er wordt gesproken over een ombudsman voor de WTO (de wereldhandelsorganisatie), die de grieven van de arme landen moet onderzoeken, want door fusies van de laatste jaren dreigen kartels te ontstaan met monopolies die een nog ongezondere ontwikkeling aankondigen. Begrijpelijk en sympathiek, wanneer je deze dingen hoort. Er moet immers aan de nood die er voor zo velen is wat gedaan worden. Bij mij gaat er dan echter een lampje branden. Want die globalisering en het concentreren van beleid en regelgeving is een gaan in de richting van het totalitaire regiem dat komen gaat, de wereldregering van de antichrist.

De antichrist zal een eenheid bewerken, op economisch en op godsdienstig terrein. Er wordt steeds naar een synthese gezocht, die tegenstellingen moet overbruggen, die synthese hoort dan bij de nieuwe wereldorde die komen zal. Eén economisch systeem zal voor verdeling van welvaart moeten zorgen. Eén religieus belijden zal de tegenstelling die vooral tussen lastige fundamentalisten gevonden wordt moeten overbruggen. Op weg naar een nieuwe wereldorde.

DE ANTICHRIST
Van die nieuwe wereldorde verwacht ik niet veel goeds, dat begrijpt u. De agenda wordt steeds bepaald door de belangen van de rijke landen en niet door de arme boeren. De onmacht van de politiek zal als een wegbereider functioneren voor de totalitaire macht van de antichrist. Die antichrist zal niet een eng gedrocht zijn met hoorntjes op het hoofd en een lange staart. Het zal gaan om een persoon met beschaafd voorkomen, met uitstekende communicatieve vaardigheden en met een fantastisch plan. Even zal het lijken of het paradijs is neergedaald, maar dan wordt het masker afgeworpen en breekt de hel los. Rijk, rijker, armst. Dan zal blijken dat de mens zonder God niet functioneren kan.

Hoe leven wij? Worden we meegezogen in de maalstroom van de tijd en laten we ons verblinden door de rijkdom en de materiële zegen, dan worden we ook rijk, wellicht nog rijker.

Maar hoe staat het met de geestelijke rijkdom, met onze relatie tot de Here Jezus? Moeten we niet vaststellen dat onze wereld juist op dat punt arm geworden is. Een oude uitspraak luidt: toen de kerken waren van hout, waren de harten van goud. Nu de kerken zijn van goud, zijn de harten van hout.

Tenslotte een zin van Paulus ter overweging en meditatie: 'Gij kent immers de genade van onze Here Jezus Christus, dat Hij om uwentwil arm is geworden, terwijl Hij rijk was, opdat gij door zijn armoede rijk zoudt worden (2 Corinthe 8:9).

Arm, armer, rijkst.

ds. Henk Schouten