Rijk ondanks laster

Jef de Vriese • 91 - 2015 • Uitgave: 20
De omstandigheden van de gemeente te Smyrna veroorzaakten enerzijds materiële armoede, maar anderzijds geestelijke rijkdom. Wat moet je meten en tellen om te weten hoe rijk je bent? Niet de materiële welstand, noch uiterlijke omstandigheden, maar leven uit en met de Heere. Zo kan je arm zijn en toch velen rijk maken (2 Korintiërs 6:10), want je verzamelt schatten in de hemel (Matteüs 6:20).
Je kunt denken dat het wel goed met je zit, terwijl je toch een synagoge van de satan bent. Joden zonder Christus zijn geen Joden in de volle betekenis van het woord (Romeinen 2:28,29). Jezus, de eerste en de laatste, openbaart zich niet aan de pseudogelovige die, met een beroep op uiterlijkheden, beweert gelovig te zijn, maar het van binnen niet is. Hij openbaart zich aan de gemeente.
Dat leidde in Smyrna tot laster vanwege de pseudogelovigen. Voor de Joden waren christenen een ontspoorde sekte, ketters die een Galileeër aanbaden die veroordeeld was wegens godslastering. Ze waren niet opgetogen over het succes waarmee christenen gelovige Joden tot bekering leidden. Daarom leenden vele Joden zich als verklikkers voor de Romeinse overheid, door christenen aan te geven. In de stad van de keizercultus was het gemakkelijk om de overheid ervan te overtuigen dat christenen staatsgevaarlijk waren.
Aan veel laster kan je weinig doen. Het overkomt je. Het gevaar bestaat dat je gekwetst reageert en de fout maakt precies dezelfde dingen te doen die je de ander verwijt. De oproep is: verdedig je niet, maar wees trouw.

Jef De Vriese