Rekenschap en verantwoording afleggen

ds. Yme Horjus • 92 - 2016 • Uitgave: 22
Omgang met elkaar in de gemeente

In het bedrijfsleven kennen we het verschijnsel van het verantwoording afleggen aan leidinggevenden en collega’s. Dat wordt met een Engels woord ook wel accountability genoemd. Dan moet je openheid van zaken geven. Over wat je hebt gedaan en wat je intenties waren.

In toenemende mate zie je dit begrip ook opduiken in de christelijke wereld. Dan wordt het vaak gebruikt voor christelijke leiders die de bereidheid moeten hebben om anderen te laten inspreken op hun handelen. Het is een uitnodiging aan die leiders om uit hun ivoren torens te komen en feedback (terugkoppeling, respons) te ontvangen. Dat gaat verder dan alleen hun doen en laten. Ook hun zwakheden en karakterfouten zijn onderdeel van de toetsing die zij van collega’s of vertrouwde mensen ondergaan. Vooral in gemeenten waar het leiderschap sterk ontwikkeld is, kan dit alleen maar heilzaam werken voor het gezonde functioneren van de gemeente.
Waar ik nu naar toe wil, is dat ik zou willen pleiten voor accountability tussen gewone leden van de gemeente. Dat we elkaar durven bevragen en aanspreken op onze navolging van Christus. Dat is niet zo vanzelfsprekend in onze tijd. We hebben onder invloed van het postmodernisme het afgeleerd om kritisch te zijn op de gestalte die andere kinderen van de Heer aan hun christen-zijn geven. We kijken liever een andere kant op dan dat we elkaar zouden bevragen. Nee, accountability is vandaag de dag niet de gewoonste zaak van de wereld. Maar hoe waardevol kan het zijn, als we dit wél zouden doen.

Van gedogen naar handhaving
Als ik mij niet vergis heeft er in het laatste decennium een cultuuromslag plaatsgevonden. Maatschappelijk gezien is het wegkijken bij wat anderen doen uit de gratie geraakt. Mensen mogen weer op hun gedrag worden aangesproken! In de bankenwereld zijn bijvoorbeeld integriteitscodes afgesproken waaraan alle bankmedewerkers zijn gehouden.
Kerken hoeven dan ook niet meer schuchter of bang te zijn. Er was zo langzamerhand een grote terughoudendheid ontstaan om het over zonde en ongerechtigheid te hebben. Daar kon je niet meer mee aankomen! Nu is in de samenleving een omslag gekomen en bij een dergelijk kenterend getij moet de kerk zich aangemoedigd voelen om uit haar schulp te kruipen en met kracht weer het onderscheid tussen goed en kwaad vanuit een normatief (dat wil zeggen: Bijbels) referentiekader aan de orde te stellen.
Op zich is het kwalijk, maar wel begrijpelijk, dat de kerk zich zo in een hoek heeft laten drukken en zich monddood heeft laten maken. Misschien valt haar een verwijt te maken dat zij haar knieën niet wat rechter heeft gehouden, want zij zelf is meegegaan in een ontwikkeling die men met het woord gedogen het beste kan omschrijven. De gedoogcultuur van het postmodernisme lijkt nu meer plaats te maken voor een nieuwe openheid voor handhaving.
De samenleving snakt naar andere tijden en de kerk mag van dit ‘momentum’ profiteren door met kracht de duidelijke boodschap van het evangelie van Jezus Christus te verkondigen en op de bres te staan voor het onderscheid tussen goed en kwaad. Dus is het goed dat er weer oog komt voor de mogelijkheid om elkaar te bevragen of we nog op de weg van de Heer zijn. Niet ieder zijn eigen waarheid, maar een wederzijdse toetsing of onze waarheden nog wel sporen met de waarheid van Jezus!

Met elkaar
Dus laten we alle schroom van ons afwerpen en laten we accountable zijn naar elkaar. Misschien moeten we daar weer wat aan wennen. We hebben zoveel jaren achter ons waarin dit ‘not done’ was. Maar wat kan het goed zijn als we deze durf weer aan de dag gaan leggen. Niet uit bemoei- of bedilzucht, maar uit oprechte zorg voor de geestelijke groei van onze broeder of zuster in de Heer.
In het Nieuwe Testament vinden wij een aantal ‘elkaar’-woorden die wij dikwijls graag gebruiken om onze visie op de gemeente duidelijk te maken. Wij zien de gemeente niet als een zak met knikkers – een gemeente als los zand – maar als een tros met druiven, waarin wij verbondenheid ervaren met elkaar en verantwoordelijkheid dragen voor elkaar. Daarom appelleren die ‘elkaar’-woorden altijd aan ons gemeentebesef: naar elkaar omzien, elkaar aanvaarden, elkaar liefhebben, elkaar vergeven, elkaar bemoedigen, elkaar vertroosten, elkaar opbouwen en elkaar aanvuren.

Elkaar terechtwijzen
De gemeente is samengeroepen uit de wereld om een heilige natie te zijn, een koninklijk priesterschap, een uitverkoren geslacht, zeggen wij Petrus na. Wij trekken met elkaar op, vormen een gemeenschap, horen bij elkaar.
In dit artikel vraag ik uw aandacht voor een ‘elkaar’-woord uit het Nieuwe Testament dat ons in toenemende mate problemen oplevert: elkaar terechtwijzen. Ten opzichte van de andere ‘elkaar’-woorden loopt dit er een beetje tussenuit. In het totale rijtje van alle ‘elkaar’-woorden in het Nieuwe Testament werkt dit als een dissonant. Bij de andere ‘elkaar’-woorden wordt het warm om ons hart en zeggen we van harte ja en amen, maar bij dit ‘elkaar’-woord krijgen we een beetje een kromme-tenengevoel. Het is wel hachelijk, maar toch kunnen we niet om dit ‘elkaar’-woord heen.
Het-elkaar-terechtwijzen is iets dat veel in het Nieuwe Testament voorkomt. Vanaf het eerste begin van de gemeente had dit een plek in het gezonde functioneren van de gemeente. Zo zegt Paulus in Kolossenzen 3:16 over het samenkomen als gemeente: ‘Het woord van Christus wone rijkelijk in u, zodat gij in alle wijsheid elkander leert en terechtwijst en met psalmen, lofzangen en geestelijke liederen zingende, Gode dank brengt in uw harten.’

Waarom?
De hoogste vorm van accountability brengen wij op door de bereidheid te tonen tot het ontvangen van vermaning en terechtwijzing. Sommige mensen vragen zich misschien af welk belang er nu mee gediend is om elkaar in de gemeente te vermanen en terecht te wijzen. Waarom laten we elkaar niet gewoon met rust en laten we ieder in z’n waarde? Waarom moeten we zo nodig elkaar terechtwijzen?
Kort gezegd komt het hierop neer: als er zonde in ons leven is, vormt die een blokkade in onze geloofsgroei. En omwille van deze geloofsgroei, moeten wij elkaar op die zonde aanspreken. Accountability helpt daarbij geweldig! Laten we toch transparant naar elkaar zijn en elkaar bevragen! Wat een zegen kan dat inspreken op elkaars leven opleveren!

Yme Horjus