Rede en geloof (2)
Voordat ik verder ga, wil ik eerst nog een mogelijk misverstand uit de weg ruimen. Ik ben niet tegen de filosofie. Ik heb dat vak destijds met veel plezier gedoceerd aan het groot-seminarie van Tieté in Brazilië. Ik genoot ervan om de wetten van de logica die Aristoteles had opgesteld, verder uit te knobbelen. Ik ben dan ook zeer beslist geen vijand van de theologie. Integendeel, met dankbaarheid stel ik vast dat ik zonder mijn theologische en filosofische scholing deze artikelen niet zou kunnen schrijven. De theologie is o.a. nodig bij het vaststellen wat de meest waarschijnlijke originele Hebreeuwse en Griekse tekst van de Bijbel is. Met behulp van onze rede ordenen we de verschillende teksten en zoeken naar het onderlinge verband. Enzovoort. Ik raak dan ook wel eens geïrriteerd wanneer ik zie hoe sommige simpele zielen met het grootste gemak heenhuppelen over allerlei vragen die vanuit de letterlijke tekst van de Bijbel op ons afkomen. Het smalend spreken van dergelijke gelovigen over de theologen zie ik dan ook als een stukje hoogmoed die uit hun 'vrome' jasjes komt gepiept. Het is zelfverheffing wanneer ze dan komen aandragen met het flauwe mopje: "Wat is een theoloog?" Antwoord: "Theo loog!"
Zijn zalving leert ons alles
Maar wel wil ik eveneens voortdurend waarschuwen voor de zelfoverschatting van de theologen. Jezus heeft het eeuwige leven niet beloofd aan de theologen, maar slechts aan hen die zich in kinderlijk geloof aan Hem toevertrouwen. En dat kunnen theologen en niet-theologen zijn.
Jezus haalde de profetie van Jes. 54:1 aan: "En zij zullen allen door God geleerd zijn." En Hij voegt er aan toe: "Een ieder die het van de Vader gehoord en geleerd heeft" (dus niet: ieder die een diploma van een theologische faculteit op zak heeft) "komt tot Mij" Goh. 6:45). En zijn geliefde leerling Johannes borduurt verder op dat thema: "En wat u betreft, de zalving die gij van Hem ontvangen hebt, blijft op u en gij hebt niet van node dat iemand u lere; maar gelijk Zijn zalving u leert over alle dingen, en waarachtig is en geen leugen, blijft in Hem gelijk zij u geleerd heeft" (1 Joh. 2:27).
Het hart, kern van ons wezen
Wat is dan die zalving (van de Heilige Geest, want olie is in de Bijbel het beeld van Hem) waarover Johannes het heeft? Of nog wat concreter: wat is het vermogen waarmee wij de hemelse regionen van de supra-logica kunnen bereiken?
De Bijbel zegt dat dit vermogen wortelt in het hart. En 'het hart heeft zijn redenen die de rede niet kent" (Pascal). Maar we moeten er dan wel meteen aan toevoegen dat dan het hart is bedoeld dat door de wedergeboorte een radicale vernieuwing heeft ondergaan. We hebben allen door geboorte een zondig hart. Jeremia waarschuwde daarvoor: "Arglistig is het hart boven alles" (Jer. 17:9). Maar Ezechiël profeteerde: "Een nieuw hart zal Ik u geven en een nieuwe geest in uw binnenste. Mijn Geest zal Ik in uw binnenste geven" (Ez. 36:26,27).
Hevige strijd
Paulus sluit daarbij aan en laat ons zien dat die vernieuwing door de wedergeboorte niet betekent dat de macht van de zonde daardoor voorgoed in ons teniet is gedaan. Hij waarschuwt ons dat we tot onze laatste snik in ons de strijd hebben te voeren van de geest (= het door de Geest vernieuwde hart) tegen het vlees (_= het arglistige hart waarin de zonde als een kwade macht nog altijd op de loer ligt om ons te verleiden).
Maar tegelijk verkondigt hij met alle stelligheid dat het geloof een zaak van het hart is. "Want met het hart gelooft men tot gerechtigheid" (Rom. 10:-10).
Ook Jezus heeft gezegd dat uit het hart de boze bedenkingen voortkomen (Mat. 15:19). Maar uit het hart komen ook de goede bedenkingen voort. Jezus zegt van hen bij wie het zaad van het Woord in goede aarde valt: "Dat zijn zij die met een goed en vroom hart het Woord gehoord hebbende, dat vasthouden en vrucht dragen in volharding" Lucas (8:15).
Dat in de Bijbel met het hart het eigenlijke, het diepste van de mens wordt bedoeld, blijkt ook uit het Oude Testament, met name uit de Psalmen. "Ik zal U loven, Here … met mijn ganse hart" (Ps. 86:12). "Het hart van wie de HERE zoeken, verheuge zich" (Ps. 105:3). "Uw getuigenissen zijn de blijdschap van mijn hart. Ik neig mijn hart om Uw inzettingen te doen, voor altoos, ten
einde toe' (Ps. 119:111,112).
Het bijbelse woord 'hart' valt dus niet samen met ons Nederlandse woord 'hart'. Wanneer wij het over het hart hebben, bedoelen we daar meestal het gevoel mee. Maar in de Bijbel betekent 'hart' ons innigste 'zelf', ons 'ik', de kern van ons wezen. Daarom zegt Paulus dat geloven iets is van het hart, niet van het verstand. Het is geen jaknikken met je redeneervermogen en nog minder een lippendienst. Jezus verwijt juist de Joden dat ze God slechts met de lippen vereren, "maar hun hart is verre van Mij" (Mat. 15:8).
Laat je hart verruimen
We moeten het vertrouwen in ons redeneervermogen opzeggen. Waarom? Omdat ons verstand heel sterk onder invloed staat van ons zondige hart.
Met onze rede kunnen we alleen maar een schema van God maken, een soort plattegrond van wat er zich binnen in Hem afspeelt. Maar dan krijgen we alleen maar een platvloers beeld van God. Dan verbleken we Hem tot een skelet. Dan kennen we Hem niet als de levende God, de God van Abraham, Izaak en Jakob, de Vader van Jezus Christus. Dan hebben we hoogstens wat 'wijsheid van deze wereld', maar de heerlijke 'dwaasheid van het kruis gaat dan ons petje verre te boven.
Om de levende God te bereiken moet u uw redeneervermogen, dus ook uw theologie, achter u laten. En is dat niet heerlijk? Boven je logica uitstijgen!
Ps. 119:31,32 zegt het zo mooi: "Ik klem mij vast aan Uw getuigenissen, want Gij verruimt mij het hart." Een gelovige is ruimdenkend, want hij wordt opgenomen in de oneindige ruimte van God Zelf die de werelden en de eeuwen overziet.
Johannes schrijft: "Wie in de Zoon gelooft, heeft het getuigenis in zich" (1 Joh. 5:10). Want het Woord is dan in hem vlees geworden. Dat Woord van God draagt hem. Het tilt hem telkens weer uit boven het alledaagse. Een gelovige is met het Woord vergroeid. Dat Woord getuigt in hem. Het bewijst niets, maar het zegt tegen de gelovige dat het Woord waar is. Hij ziet dan dat het waar is.
Stijg omhoog
Schakel dus je hart in, als je God wilt bereiken. Laat de rede achter je, zo ver mogelijk achter je. Vertrouw alleen op het Woord van God. Ga niet met je redeneervermogen aan dat Woord morrelen om het een beetje aannemelijk te maken voor je verstand en voor je vlees = je zondige hart waaruit de boze bedenkingen voortkomen.
Dat betekent niet - we zeiden dat al - dat je je zondige hart niet voortdurend in de gaten moet blijven houden. Maar juist dat besef brengt ons ertoe om uitsluitend en geheel en al op Christus te vertrouwen.
Stijg boven jezelf uit. Stijg omhoog naar daar waar de Liefde woont. Adem die zuivere lucht van de Geest in en adem die lucht van de Liefde vervolgens uit in de richting van God, en dat betekent tegelijk in de richting van de naaste. Zo vertoeft u geestelijk met één voet in de hemel en met de andere voet op de aarde.
Want die Liefde maakt u niet zweverig. Ze plaatst u met beide benen op de grond om u in staat te stellen te gaan en misschien te hollen naar mensen in hun pijn en verdriet om hen te helpen en te vertroosten.
De Messiasbelijdende Jodin Michelle Guinness heeft een boek geschreven "Joodse wortels" waarin zij pleit voor een prijsgeven van het Griekse denken dat het christendom verlamd heeft. Zij vindt dat wij moeten terugkeren naar het Hebreeuwse denken. Dan alleen zullen we de diepten van Gods Woord kunnen verstaan. Dan ook alleen zullen de Joden onze taal verstaan en bereid zijn na te denken over de vraag of Yeshua van Nazareth misschien toch de beloofde Messias is. Dan alleen zullen we leven in en vanuit de vrijheid van de kinderen Gods, de vrijheid van de Heilige Geest, die Jezus is komen brengen (Joh. 8:38 en 2 Cor. 3:17).
Dan alleen kunnen we uitstijgen boven de Griekse denkcategorieën die één van de oorzaken zijn van de verdeeldheid onder de christenen. En bij deze wens en deze bede sluit ik mij graag aan.
ds. H.J. Hegger
Zijn zalving leert ons alles
Maar wel wil ik eveneens voortdurend waarschuwen voor de zelfoverschatting van de theologen. Jezus heeft het eeuwige leven niet beloofd aan de theologen, maar slechts aan hen die zich in kinderlijk geloof aan Hem toevertrouwen. En dat kunnen theologen en niet-theologen zijn.
Jezus haalde de profetie van Jes. 54:1 aan: "En zij zullen allen door God geleerd zijn." En Hij voegt er aan toe: "Een ieder die het van de Vader gehoord en geleerd heeft" (dus niet: ieder die een diploma van een theologische faculteit op zak heeft) "komt tot Mij" Goh. 6:45). En zijn geliefde leerling Johannes borduurt verder op dat thema: "En wat u betreft, de zalving die gij van Hem ontvangen hebt, blijft op u en gij hebt niet van node dat iemand u lere; maar gelijk Zijn zalving u leert over alle dingen, en waarachtig is en geen leugen, blijft in Hem gelijk zij u geleerd heeft" (1 Joh. 2:27).
Het hart, kern van ons wezen
Wat is dan die zalving (van de Heilige Geest, want olie is in de Bijbel het beeld van Hem) waarover Johannes het heeft? Of nog wat concreter: wat is het vermogen waarmee wij de hemelse regionen van de supra-logica kunnen bereiken?
De Bijbel zegt dat dit vermogen wortelt in het hart. En 'het hart heeft zijn redenen die de rede niet kent" (Pascal). Maar we moeten er dan wel meteen aan toevoegen dat dan het hart is bedoeld dat door de wedergeboorte een radicale vernieuwing heeft ondergaan. We hebben allen door geboorte een zondig hart. Jeremia waarschuwde daarvoor: "Arglistig is het hart boven alles" (Jer. 17:9). Maar Ezechiël profeteerde: "Een nieuw hart zal Ik u geven en een nieuwe geest in uw binnenste. Mijn Geest zal Ik in uw binnenste geven" (Ez. 36:26,27).
Hevige strijd
Paulus sluit daarbij aan en laat ons zien dat die vernieuwing door de wedergeboorte niet betekent dat de macht van de zonde daardoor voorgoed in ons teniet is gedaan. Hij waarschuwt ons dat we tot onze laatste snik in ons de strijd hebben te voeren van de geest (= het door de Geest vernieuwde hart) tegen het vlees (_= het arglistige hart waarin de zonde als een kwade macht nog altijd op de loer ligt om ons te verleiden).
Maar tegelijk verkondigt hij met alle stelligheid dat het geloof een zaak van het hart is. "Want met het hart gelooft men tot gerechtigheid" (Rom. 10:-10).
Ook Jezus heeft gezegd dat uit het hart de boze bedenkingen voortkomen (Mat. 15:19). Maar uit het hart komen ook de goede bedenkingen voort. Jezus zegt van hen bij wie het zaad van het Woord in goede aarde valt: "Dat zijn zij die met een goed en vroom hart het Woord gehoord hebbende, dat vasthouden en vrucht dragen in volharding" Lucas (8:15).
Dat in de Bijbel met het hart het eigenlijke, het diepste van de mens wordt bedoeld, blijkt ook uit het Oude Testament, met name uit de Psalmen. "Ik zal U loven, Here … met mijn ganse hart" (Ps. 86:12). "Het hart van wie de HERE zoeken, verheuge zich" (Ps. 105:3). "Uw getuigenissen zijn de blijdschap van mijn hart. Ik neig mijn hart om Uw inzettingen te doen, voor altoos, ten
einde toe' (Ps. 119:111,112).
Het bijbelse woord 'hart' valt dus niet samen met ons Nederlandse woord 'hart'. Wanneer wij het over het hart hebben, bedoelen we daar meestal het gevoel mee. Maar in de Bijbel betekent 'hart' ons innigste 'zelf', ons 'ik', de kern van ons wezen. Daarom zegt Paulus dat geloven iets is van het hart, niet van het verstand. Het is geen jaknikken met je redeneervermogen en nog minder een lippendienst. Jezus verwijt juist de Joden dat ze God slechts met de lippen vereren, "maar hun hart is verre van Mij" (Mat. 15:8).
Laat je hart verruimen
We moeten het vertrouwen in ons redeneervermogen opzeggen. Waarom? Omdat ons verstand heel sterk onder invloed staat van ons zondige hart.
Met onze rede kunnen we alleen maar een schema van God maken, een soort plattegrond van wat er zich binnen in Hem afspeelt. Maar dan krijgen we alleen maar een platvloers beeld van God. Dan verbleken we Hem tot een skelet. Dan kennen we Hem niet als de levende God, de God van Abraham, Izaak en Jakob, de Vader van Jezus Christus. Dan hebben we hoogstens wat 'wijsheid van deze wereld', maar de heerlijke 'dwaasheid van het kruis gaat dan ons petje verre te boven.
Om de levende God te bereiken moet u uw redeneervermogen, dus ook uw theologie, achter u laten. En is dat niet heerlijk? Boven je logica uitstijgen!
Ps. 119:31,32 zegt het zo mooi: "Ik klem mij vast aan Uw getuigenissen, want Gij verruimt mij het hart." Een gelovige is ruimdenkend, want hij wordt opgenomen in de oneindige ruimte van God Zelf die de werelden en de eeuwen overziet.
Johannes schrijft: "Wie in de Zoon gelooft, heeft het getuigenis in zich" (1 Joh. 5:10). Want het Woord is dan in hem vlees geworden. Dat Woord van God draagt hem. Het tilt hem telkens weer uit boven het alledaagse. Een gelovige is met het Woord vergroeid. Dat Woord getuigt in hem. Het bewijst niets, maar het zegt tegen de gelovige dat het Woord waar is. Hij ziet dan dat het waar is.
Stijg omhoog
Schakel dus je hart in, als je God wilt bereiken. Laat de rede achter je, zo ver mogelijk achter je. Vertrouw alleen op het Woord van God. Ga niet met je redeneervermogen aan dat Woord morrelen om het een beetje aannemelijk te maken voor je verstand en voor je vlees = je zondige hart waaruit de boze bedenkingen voortkomen.
Dat betekent niet - we zeiden dat al - dat je je zondige hart niet voortdurend in de gaten moet blijven houden. Maar juist dat besef brengt ons ertoe om uitsluitend en geheel en al op Christus te vertrouwen.
Stijg boven jezelf uit. Stijg omhoog naar daar waar de Liefde woont. Adem die zuivere lucht van de Geest in en adem die lucht van de Liefde vervolgens uit in de richting van God, en dat betekent tegelijk in de richting van de naaste. Zo vertoeft u geestelijk met één voet in de hemel en met de andere voet op de aarde.
Want die Liefde maakt u niet zweverig. Ze plaatst u met beide benen op de grond om u in staat te stellen te gaan en misschien te hollen naar mensen in hun pijn en verdriet om hen te helpen en te vertroosten.
De Messiasbelijdende Jodin Michelle Guinness heeft een boek geschreven "Joodse wortels" waarin zij pleit voor een prijsgeven van het Griekse denken dat het christendom verlamd heeft. Zij vindt dat wij moeten terugkeren naar het Hebreeuwse denken. Dan alleen zullen we de diepten van Gods Woord kunnen verstaan. Dan ook alleen zullen de Joden onze taal verstaan en bereid zijn na te denken over de vraag of Yeshua van Nazareth misschien toch de beloofde Messias is. Dan alleen zullen we leven in en vanuit de vrijheid van de kinderen Gods, de vrijheid van de Heilige Geest, die Jezus is komen brengen (Joh. 8:38 en 2 Cor. 3:17).
Dan alleen kunnen we uitstijgen boven de Griekse denkcategorieën die één van de oorzaken zijn van de verdeeldheid onder de christenen. En bij deze wens en deze bede sluit ik mij graag aan.
ds. H.J. Hegger