Psalm 37:1-11 – Rustig vertrouwen op de HERE

Gieneke van Veen-Vrolijk • 93 - 2017 • Uitgave: 13
Deze psalm ‘van David’ (vers 1a) heeft wat betreft inhoud, thematiek, toon en stijl veel raakvlakken met het wijsheidsboek Spreuken en kan naar aard en inhoud vooral als wijsheidspsalm geduid worden. De psalm getuigt van rijpe (levens)wijsheid van David, die dit gedicht waarschijnlijk op oudere leeftijd schreef, toen hij reflecteerde over de weg van rechtvaardigen en goddelozen en Gods handelen met hen.

De psalm is gericht tot de mens die zo op directe, bijzondere wijze wordt aangesproken. De kernboodschap is: de zekerheid van de rechtvaardige in en bij de Here God.
Wat vorm en structuur betreft is psalm 37 een alfabetische psalm (acrostichon), waarbij hier elke twee verzen beginnen met een opeenvolgende letter van het Hebreeuwse alfabet.1 Veelzeggend is dat dit psalmdeel vooral in de gebiedende wijs (vers 1-8) is geschreven, wat oproep, aansporing inhoudt. Geen passieve houding, maar actief vertrouwen!
Psalm 37 is inhoudelijk zeer gevarieerd, maar een aantal thema’s overheersen, op grond waarvan men vijf psalmdelen kan onderscheiden.2 Hier staan we stil bij het eerste psalmdeel bestaande uit de verzen 1b-11 met als thema: gerust in de HERE.

Vertrouw op de HERE (vers 1b-8)
De psalm opent met de driemaal klinkende oproep ‘wees niet vertoornd’ ook te vertalen met ‘ontbrand niet in woede’, zie ook vers 7,8. Dit zet de toon: ontsteek niet in boosheid, blijf rustig, houd het hoofd koel, wanneer je het optreden van boosdoeners ziet, wees niet afgunstig op degenen die onrecht en misdaad plegen. Maar hoe blijf je rustig wanneer ongerechtigheid, onrecht en geweld om zich heen grijpen? In deze vraag ligt de sterke actualiteit van deze psalm. Hoeveel kinderen Gods lijden hieronder…?! Het antwoord is: rust genieten kan alleen door op te zien naar de HERE en vooruit te kijken naar zijn beloften… Dit betekent onze ogen afwenden van de boosdoeners en ze richten op de Here God alleen. Meer nog, we moeten/mogen Hem vertrouwen en onze levensweg toevertrouwen aan Hem. De psalm biedt hier een unieke les hoe te groeien in liefde en kennis van God. Vijf dingen worden ons voorgehouden.
1. Vertrouw op de Here (vers 3)
Vertrouwen is geloof. Dit is het uitgangspunt voor de juiste relatie met de Here. Wie God vertrouwt zal Zijn leven en kracht in eigen leven ondervinden. Dit uit zich ook in de omgang met anderen ‘doe het goede’. God vertrouwen houdt volledige, onvoorwaardelijke toewijding en overgave aan Hem in. Zo op aarde leven…
2. Schep vreugde in de Here (vers 4)
Deze oproep betekent vergenoegd zijn in God en ons hartsverlangen richten op Hem. Dat verlangen zal Hij vervullen. De Here is volmaakte liefde, genade, erbarmen, geduld, goedheid. Wie Hem vertrouwt vindt in Hem de bron van ware, heerlijke vreugde, zelfs in ellende…
3. Geef je weg aan de Here (vers 5)
Onze levensweg mogen we overgeven en toewijden aan God. Hem zo dienen. Dit is de zware levenslast van onze schouder afwentelen en neerleggen bij God die voor ons zorgt (1 Petrus 5:7). Vertrouw op God, ‘Hij zal handelen…!’ Na het lijden van de rechtvaardige/n zal God het recht in stralende glorie herstellen zoals krachtig zonlicht doorbreekt…
4. Wees stil voor de Here (vers 7)
Vertrouwensvol, verzekerd wachten op de Here, uitzien naar Hem. Hij handelt op Zijn tijd…
5. Weerhoud jezelf van toorn (vers 8)
Gaat het hier om boosheid jegens God of de mens(heid)? Godsvertrouwen betekent onder alle omstandigheden – hoe zwaar ook! – afzien van opstandige woede. God herstelt het recht van de Zijnen…

Wie op de HERE wachten… (vers 9-10)
De psalm schildert het schrille contrast tussen kwaaddoeners die snel als gras verdorren en vergaan (vers 2,9a,10), terwijl Gods gerechtvaardigden (Romeinen 5:1,9) Hem vertrouwen en Zijn zegeningen genieten. Dit leert ons de vergankelijkheid en kortstondigheid van alles wat in het tijdelijke hier en nu is geworteld en niet in Gods eeuwigheid (vgl. Jesaja 40:8; 1 Johannes 2:17).

Zegenrijke shalom voor de nederigen (vers 11)
Handelen en aard van de rechtvaardige, nederige mens die op de Here vertrouwt wordt hier getoond, in tegenstelling tot de ogenschijnlijke voorspoed van de goddeloze boosdoener. Dit psalmdeel loopt uit op een indringende uiteenzetting van Jezus’ derde zaligspreking, geschreven zo’n duizend jaar vóórdat Hij deze uitsprak (Matteüs 5:5).
‘Zalig de ootmoedigen’, zij verheugen zich in Gods overvloedige shalom…

Gieneke van Veen-Vrolijk

1 Alfabetisch zijn ook Psalm 9, 10, 25, 34, 111, 112, 119, 145.
2 Verschillende indelingen van de inhoud zijn mogelijk. We gaan hier uit van vijf onderdelen: vers 1-11, gerust in de HERE; vers 12-20, de weg van de goddelozen; vers 21-26, de weg van de rechtvaardigen en de boosdoeners: een tegenstelling; vers 27-33, de HERE en de rechtvaardige; vers 34-40, zegeningen van de rechtvaardige.