Profeten spreken
ds. Jac. Schouten • 77 - 2001/02 • Uitgave: 23
De antichrist
Iedere keer weer als we het boek Daniël lezen, verbazen we ons over de diepe en geweldige dingen die God aan Daniël heeft laten zien. Het merkwaardige is dan ook dat Daniël de opdracht van God krijgt om dat boek te verzegelen. Wij zouden zeggen dat het belangrijk is dat zoveel mogelijk mensen dit boek in handen krijgen om Gods profetische boodschap te lezen. Maar het boek Daniël is, althans wat de tweede helft betreft, eeuwenlang een gesloten boek geweest. Vandaag leven wij in een tijd dat dit boek meer en meer gelezen en bestudeerd gaat worden.
Helaas kunnen wij het met alle studies niet eens zijn, omdat men vaak aan een andere schrijver denkt en omdat men dit boek in een veel latere tijd wil plaatsen. Dan is het voor een deel geen profetie meer. Wie zich wel op een gelovige manier met dit boek gaat bezighouden, ontdekt spoedig dat boven deze tijd geschreven staat: De tijd is nabij!
In het tiende hoofdstuk van dit boek zien we vele zaken passeren. Het wordt ons summier meegedeeld, maar wat een oorlogsactiviteiten worden ons hier genoemd. Voor Daniël was dit heel kenbaar, omdat hij wist wie die verschillende koningen waren. Daniël had een hoge politieke functie in de rijken van Babel en Perzië. In het laatste gedeelte van dit hoofdstuk ontdekken we hoe moeilijk het Daniël valt om dit alles te verwerken. Hij heeft geen kracht meer, zo zegt hij en wordt nu aangeraakt door een hemelse figuur die hem kracht geeft, waardoor hij in staat is om ook de verdere openbaringen te ontvangen. Wat opvalt is dat hier gesproken wordt over "het boek der waarheid". We lezen dat in vs. 21 'Nochtans zal ik u mededelen wat geschreven staat in het boek der waarheid." Neen, het kan hier niet gaan over één van de bekende bijbelboeken van die dagen, zoals het boek Jeremia, dat ook Daniël bekend was. Het meest voor de hand liggend is om hier te denken aan een boek van Gods raadsbesluiten. Er zijn verschillende bijbelplaatsen te noemen, waar de boeken van God worden genoemd. Voor het boek van Gods raadsbesluiten denken we bijzonder aan Openb. 5 vs. 1.
In het verloop van hoofdstuk 5 zien we hoe belangrijk dit boek is, want als er niemand is die de zegels van het boek kan verbreken om zo het boek te openen, kan er geen voortgang van de toekomst plaatsvinden. Er blijkt in het ganse universum maar Eén aanwezig te zijn die in staat is en gemachtigd is om dat boek te openen en de voortgang van Gods plan te realiseren. Johannes ziet: "Ik zag een Lam, staande als geslacht".
Als het boek der waarheid aan Daniël wordt duidelijk gemaakt, gaan Gods raadsbesluiten zich voor hem ontrollen en dat voert tot een verre tijd, de eindtijd. Toch is dit alles voor Daniël nog toekomst. Ook al ligt een deel van de vervulling van deze profetieën voor hem dichterbij. De verzen 1 tot 35 van hoofdstuk 11 worden zo betrouwbaar medegedeeld, dat er heel wat bijbelonderzoekers niet kunnen geloven dat dit profetie is en menen dat een andere Daniël dit, achteraf, als geschiedenis, geschreven moet hebben. Zo probeert men de profetie te ontkrachten.
De verzen 1 tot 35 zijn reeds vervuld en het is nu tot geschiedenis geworden. Het gaat over oorlogen die in die tijd zijn gevoerd. Oorlogen tussen de koningen van het zuiden en de koningen van het noorden. Maar ook andere machten waren er bij betrokken. In de geschiedenis is dit alles precies terug te vinden. De periode die hier wordt beschreven omvat ongeveer vierhonderd jaar. Juist omdat dit alles zo letterlijk is vervuld, hebben wij geen reden om aan de rest van het boek Daniël te twijfelen. Het is Gods boodschap, die juist in onze tijd ons zal moeten aanspreken.
Zoals vaker met profetieën gebeurt, gaat dan de vervulde profetie over in nog onvervulde profetie.
DE TEGENSTANDER
In vs. 36 is er sprake van een koning, een machthebber, die anders is dan al die anderen, die hier worden beschreven. Ja, als we goed lezen dan wordt het ons duidelijk dat de profetie juist op deze koning onze aandacht wil richten. En direct staan we al voor de vraag: Wie is toch deze koning?
Voor wie de Bijbel goed kent is het niet moeilijk te ontdekken wie deze koning is. Want deze koning zal doen wat hem goeddunkt. Helemaal terug naar het begin van de Bijbel horen we in Gen. 3 de slang tot de mens zeggen: "Gij zult als God zijn, kennende goed en kwaad". Daar, in de Hof van Eden, opende de satan voor de mens de deur om zijn eigen weg te gaan. Doordat de Here God vanaf het begin grenzen heeft gesteld aan de mogelijkheden van de mens, is de mens altijd binnen de door God gestelde grenzen gebleven. Maar de macht die straks zal verschijnen, geïnspireerd door de satan, zal de grenzen doorbreken. Hij zal doen wat hem goeddunkt. Hier gaat de periode beginnen, die genoemd wordt door de Here Jezus in Matth. 24 vs. 12 "Omdat de wetsverachting toeneemt, zal de liefde van de meesten verkillen". Waar de mens de wetten van God, ook de ingeschapen wetten, niet meer acht, verdwijnt ook de liefde. Er komt een wereld die een harteloze, liefdeloze wereld zal zijn.
Neen, dit is geen toekomst meer. Wat dit betreft is de toekomst reeds begonnen. Gods wetten worden verlaten en ingeruild voor menselijke uitvindingen, die humaan genoemd worden. En de liefde verdwijnt. We zien het aantal kapotte huwelijken toenemen, om van de vele abortussen maar niet te spreken. De euthanasie neemt toe, al wordt er weinig ruchtbaarheid aan gegeven. En het resultaat? De mens is eenzaam geworden. Nog nooit was er zoveel eenzaamheid als in onze dagen. Wie zich afvraagt wie toch die koning uit Daniël 11 vs. 36 is, vindt hier het antwoord. Het is de antichrist, de grote tegenstander van God en mensen. Deze antichrist zal zijn plaats vinden in de eindtijd. Zo lezen wij in vs. 35 en vs. 40. Bij Daniël wijst de eindtijd naar de tweede helft van de laatste jaarweek, waarover Daniël in hoofdstuk 9 heeft geschreven. In een aantal profetieën van Daniël wordt heel duidelijk naar de tijd van het einde gewezen. Een tijd, waarin die laatste machthebber een grote rol zal spelen. In Openb. 13 vs. 5 zien we een wonderlijke overeenstemming met de figuur die we nu in het boek Daniël zien verschijnen. Hoewel, het is niet zo heel wonderlijk, want het gaat over dezelfde figuur. Ook Paulus heeft in 2 Thess. 2 deze machthebber beschreven. En we komen daar dezelfde zaken tegen die hier door Daniël worden genoemd.
Paulus noemt hem heel duidelijk de mens der zonde, de zoon des verderfs, de tegenstander. Vooral zal hij, als hij zijn masker laat vallen, de tegenstander van God en het volk Israël zijn. Hij brengt de grote verdrukking. Misschien is het beter om te schrijven: Hij brengt de grote verdrukking mee. In hoofdstuk 12 vs. 1 zien we hoe er sprake is van een tijd van grote benauwdheid, zoals er niet geweest is, sinds er volkeren bestaan, tot op die tijd toe. Het wordt de tijd van de grote verdrukking voor Israël. In Jeremia 30 vs. 7 lezen wij van een grote benauwdheid voor Jakob. Maar ook de Here Jezus spreekt er over in zijn profetische rede in Matth. 24 “Want er zal een grote verdrukking zijn, zoals er niet geweest is van het begin der wereld en ook niet meer zijn zal". Niet alleen Israël zal in benauwdheid komen, ook de totale wereldbevolking, doordat God met Zijn oordelen, zoals beschreven in Openb. 6 tot 19, de wereld zal treffen. We durven er bijna niet over te schrijven, maar het zal voor heel de mensheid een zware tijd zijn. Zo zwaar dat God deze tijd zal inkorten, anders zou er niemand behouden blijven. Het zal de tijd zijn van de antichrist. Van deze sinistere figuur worden hier enkele zaken gezegd die we elders niet vinden.
Het eerste is dit:
HIJ ZAL OP DE GODEN DER VADEREN GEEN ACHT SLAAN
Dat kan betekenen dat hij een afvallige is en op de God van Abraham, Isaák en Jakob, geen acht zal slaan. Het is ook mogelijk dat goden hem helemaal niet interesseren. Maar het voornaamste zal wel zijn wat wij lezen in 2 Thess. 2 vs. 4, waar ons wordt gezegd dat hij zich in de tempel Gods zal neerzetten, om te laten zien dat hij een god is. Eerbied voor iets buiten hem zelf wordt bij deze figuur niet gevonden. De tempel Gods: Wat moeten wij ons hierbij voorstellen? Waar ooit een tempel is geweest, staat nu de rotskoepel van de Islam. Daar kan toch geen tempel komen? Toch lezen wij ook op een andere plaats, in Openb. 11, van de tempel Gods, die gemeten moet worden. Hoe het allemaal zal gaan, weten we niet. Maar wel is het zeker dat er straks, in het antichristelijke tijdperk, een tempel zal zijn in Jeruzalem. Dat is niet de tempel, waarvan we lezen in Ezechiël. Maar de tempel zal er zijn. Soms vragen we ons af of die tempel het grote strijdpunt zal zijn in de eindtijd.
Een andere zaak is deze:
Op de lieveling der vrouwen zal hij geen acht slaan. Een zeer merkwaardige zin. Volgens sommige verklaarders moeten we hier denken aan de god Tammuz, die door vrouwen werd beweend. Het voert ons te ver in de mythologie om dit te gaan uitzoeken. Maar het blijkt dat deze god een speciale god voor vrouwen was in die oude heidense perioden. Maar wellicht is het voor ons beter om te luisteren naar de Statenvertaling, waar we deze zin iets anders lezen: "Op de begeerte der vrouwen zal hij geen acht slaan". Wellicht betekent dit dat de begeerte naar vrouwen hem niets doet. We kunnen de vraag stellen of de komende antichrist homoseksueel zal zijn. In de praktische homoseksualiteit zien we hoe het hart van Gods schepping wordt aangetast. Vroeger was het een zaak die in het verborgen geschiedde, vandaag is deze zaak in de openbaarheid getreden. Maar op deze wijze wordt de weg bereid voor de komende antichrist.
Een laatste zaak van deze figuur willen we nog noemen. Hij vereert de god der vestingen. In de Statenvertaling wordt die god bij name genoemd: Mauzzim. Volgens Abraham Kuiper betekent dit: de god van de oorlog. Vooral: de verheerlijking van de oorlog. Zal het weer gaan gebeuren dat de legers met vliegende vanen zullen marcheren? En zal het sterven voor de leider weer het hoogste goed worden, zoals we dat van de dictatoriale machten nog maar kort geleden hebben gezien?
Iets daarvan wordt vandaag zichtbaar in het Midden-Oosten, waar steeds meer zelfmoordacties worden uitgevoerd. En wie denkt hierbij ook niet aan de aanslagen op 11 september vorig jaar. Zo wordt alles klaar gemaakt voor de eindoorlog. de slag van Armageddon. We zullen zien hoe de strijd zich gaat ontwikkelen en welke machten daarbij zullen zijn betrokken. Maar reeds zien we daarachter, achter al deze duisternis, de Zonne der gerechtigheid verschijnen, de Here Jezus Christus. Het zijn de laatste stuiptrekkingen van de macht der duisternis. Maar reeds op Golgotha is deze macht ontwapend en openlijk tentoongesteld, en zo heeft de komende Koning over deze macht gezegevierd. Deze triomf zal straks in heerlijkheid duidelijk worden, want Jezus is Overwinnaar!
ds. Jac. Schouten
Iedere keer weer als we het boek Daniël lezen, verbazen we ons over de diepe en geweldige dingen die God aan Daniël heeft laten zien. Het merkwaardige is dan ook dat Daniël de opdracht van God krijgt om dat boek te verzegelen. Wij zouden zeggen dat het belangrijk is dat zoveel mogelijk mensen dit boek in handen krijgen om Gods profetische boodschap te lezen. Maar het boek Daniël is, althans wat de tweede helft betreft, eeuwenlang een gesloten boek geweest. Vandaag leven wij in een tijd dat dit boek meer en meer gelezen en bestudeerd gaat worden.
Helaas kunnen wij het met alle studies niet eens zijn, omdat men vaak aan een andere schrijver denkt en omdat men dit boek in een veel latere tijd wil plaatsen. Dan is het voor een deel geen profetie meer. Wie zich wel op een gelovige manier met dit boek gaat bezighouden, ontdekt spoedig dat boven deze tijd geschreven staat: De tijd is nabij!
In het tiende hoofdstuk van dit boek zien we vele zaken passeren. Het wordt ons summier meegedeeld, maar wat een oorlogsactiviteiten worden ons hier genoemd. Voor Daniël was dit heel kenbaar, omdat hij wist wie die verschillende koningen waren. Daniël had een hoge politieke functie in de rijken van Babel en Perzië. In het laatste gedeelte van dit hoofdstuk ontdekken we hoe moeilijk het Daniël valt om dit alles te verwerken. Hij heeft geen kracht meer, zo zegt hij en wordt nu aangeraakt door een hemelse figuur die hem kracht geeft, waardoor hij in staat is om ook de verdere openbaringen te ontvangen. Wat opvalt is dat hier gesproken wordt over "het boek der waarheid". We lezen dat in vs. 21 'Nochtans zal ik u mededelen wat geschreven staat in het boek der waarheid." Neen, het kan hier niet gaan over één van de bekende bijbelboeken van die dagen, zoals het boek Jeremia, dat ook Daniël bekend was. Het meest voor de hand liggend is om hier te denken aan een boek van Gods raadsbesluiten. Er zijn verschillende bijbelplaatsen te noemen, waar de boeken van God worden genoemd. Voor het boek van Gods raadsbesluiten denken we bijzonder aan Openb. 5 vs. 1.
In het verloop van hoofdstuk 5 zien we hoe belangrijk dit boek is, want als er niemand is die de zegels van het boek kan verbreken om zo het boek te openen, kan er geen voortgang van de toekomst plaatsvinden. Er blijkt in het ganse universum maar Eén aanwezig te zijn die in staat is en gemachtigd is om dat boek te openen en de voortgang van Gods plan te realiseren. Johannes ziet: "Ik zag een Lam, staande als geslacht".
Als het boek der waarheid aan Daniël wordt duidelijk gemaakt, gaan Gods raadsbesluiten zich voor hem ontrollen en dat voert tot een verre tijd, de eindtijd. Toch is dit alles voor Daniël nog toekomst. Ook al ligt een deel van de vervulling van deze profetieën voor hem dichterbij. De verzen 1 tot 35 van hoofdstuk 11 worden zo betrouwbaar medegedeeld, dat er heel wat bijbelonderzoekers niet kunnen geloven dat dit profetie is en menen dat een andere Daniël dit, achteraf, als geschiedenis, geschreven moet hebben. Zo probeert men de profetie te ontkrachten.
De verzen 1 tot 35 zijn reeds vervuld en het is nu tot geschiedenis geworden. Het gaat over oorlogen die in die tijd zijn gevoerd. Oorlogen tussen de koningen van het zuiden en de koningen van het noorden. Maar ook andere machten waren er bij betrokken. In de geschiedenis is dit alles precies terug te vinden. De periode die hier wordt beschreven omvat ongeveer vierhonderd jaar. Juist omdat dit alles zo letterlijk is vervuld, hebben wij geen reden om aan de rest van het boek Daniël te twijfelen. Het is Gods boodschap, die juist in onze tijd ons zal moeten aanspreken.
Zoals vaker met profetieën gebeurt, gaat dan de vervulde profetie over in nog onvervulde profetie.
DE TEGENSTANDER
In vs. 36 is er sprake van een koning, een machthebber, die anders is dan al die anderen, die hier worden beschreven. Ja, als we goed lezen dan wordt het ons duidelijk dat de profetie juist op deze koning onze aandacht wil richten. En direct staan we al voor de vraag: Wie is toch deze koning?
Voor wie de Bijbel goed kent is het niet moeilijk te ontdekken wie deze koning is. Want deze koning zal doen wat hem goeddunkt. Helemaal terug naar het begin van de Bijbel horen we in Gen. 3 de slang tot de mens zeggen: "Gij zult als God zijn, kennende goed en kwaad". Daar, in de Hof van Eden, opende de satan voor de mens de deur om zijn eigen weg te gaan. Doordat de Here God vanaf het begin grenzen heeft gesteld aan de mogelijkheden van de mens, is de mens altijd binnen de door God gestelde grenzen gebleven. Maar de macht die straks zal verschijnen, geïnspireerd door de satan, zal de grenzen doorbreken. Hij zal doen wat hem goeddunkt. Hier gaat de periode beginnen, die genoemd wordt door de Here Jezus in Matth. 24 vs. 12 "Omdat de wetsverachting toeneemt, zal de liefde van de meesten verkillen". Waar de mens de wetten van God, ook de ingeschapen wetten, niet meer acht, verdwijnt ook de liefde. Er komt een wereld die een harteloze, liefdeloze wereld zal zijn.
Neen, dit is geen toekomst meer. Wat dit betreft is de toekomst reeds begonnen. Gods wetten worden verlaten en ingeruild voor menselijke uitvindingen, die humaan genoemd worden. En de liefde verdwijnt. We zien het aantal kapotte huwelijken toenemen, om van de vele abortussen maar niet te spreken. De euthanasie neemt toe, al wordt er weinig ruchtbaarheid aan gegeven. En het resultaat? De mens is eenzaam geworden. Nog nooit was er zoveel eenzaamheid als in onze dagen. Wie zich afvraagt wie toch die koning uit Daniël 11 vs. 36 is, vindt hier het antwoord. Het is de antichrist, de grote tegenstander van God en mensen. Deze antichrist zal zijn plaats vinden in de eindtijd. Zo lezen wij in vs. 35 en vs. 40. Bij Daniël wijst de eindtijd naar de tweede helft van de laatste jaarweek, waarover Daniël in hoofdstuk 9 heeft geschreven. In een aantal profetieën van Daniël wordt heel duidelijk naar de tijd van het einde gewezen. Een tijd, waarin die laatste machthebber een grote rol zal spelen. In Openb. 13 vs. 5 zien we een wonderlijke overeenstemming met de figuur die we nu in het boek Daniël zien verschijnen. Hoewel, het is niet zo heel wonderlijk, want het gaat over dezelfde figuur. Ook Paulus heeft in 2 Thess. 2 deze machthebber beschreven. En we komen daar dezelfde zaken tegen die hier door Daniël worden genoemd.
Paulus noemt hem heel duidelijk de mens der zonde, de zoon des verderfs, de tegenstander. Vooral zal hij, als hij zijn masker laat vallen, de tegenstander van God en het volk Israël zijn. Hij brengt de grote verdrukking. Misschien is het beter om te schrijven: Hij brengt de grote verdrukking mee. In hoofdstuk 12 vs. 1 zien we hoe er sprake is van een tijd van grote benauwdheid, zoals er niet geweest is, sinds er volkeren bestaan, tot op die tijd toe. Het wordt de tijd van de grote verdrukking voor Israël. In Jeremia 30 vs. 7 lezen wij van een grote benauwdheid voor Jakob. Maar ook de Here Jezus spreekt er over in zijn profetische rede in Matth. 24 “Want er zal een grote verdrukking zijn, zoals er niet geweest is van het begin der wereld en ook niet meer zijn zal". Niet alleen Israël zal in benauwdheid komen, ook de totale wereldbevolking, doordat God met Zijn oordelen, zoals beschreven in Openb. 6 tot 19, de wereld zal treffen. We durven er bijna niet over te schrijven, maar het zal voor heel de mensheid een zware tijd zijn. Zo zwaar dat God deze tijd zal inkorten, anders zou er niemand behouden blijven. Het zal de tijd zijn van de antichrist. Van deze sinistere figuur worden hier enkele zaken gezegd die we elders niet vinden.
Het eerste is dit:
HIJ ZAL OP DE GODEN DER VADEREN GEEN ACHT SLAAN
Dat kan betekenen dat hij een afvallige is en op de God van Abraham, Isaák en Jakob, geen acht zal slaan. Het is ook mogelijk dat goden hem helemaal niet interesseren. Maar het voornaamste zal wel zijn wat wij lezen in 2 Thess. 2 vs. 4, waar ons wordt gezegd dat hij zich in de tempel Gods zal neerzetten, om te laten zien dat hij een god is. Eerbied voor iets buiten hem zelf wordt bij deze figuur niet gevonden. De tempel Gods: Wat moeten wij ons hierbij voorstellen? Waar ooit een tempel is geweest, staat nu de rotskoepel van de Islam. Daar kan toch geen tempel komen? Toch lezen wij ook op een andere plaats, in Openb. 11, van de tempel Gods, die gemeten moet worden. Hoe het allemaal zal gaan, weten we niet. Maar wel is het zeker dat er straks, in het antichristelijke tijdperk, een tempel zal zijn in Jeruzalem. Dat is niet de tempel, waarvan we lezen in Ezechiël. Maar de tempel zal er zijn. Soms vragen we ons af of die tempel het grote strijdpunt zal zijn in de eindtijd.
Een andere zaak is deze:
Op de lieveling der vrouwen zal hij geen acht slaan. Een zeer merkwaardige zin. Volgens sommige verklaarders moeten we hier denken aan de god Tammuz, die door vrouwen werd beweend. Het voert ons te ver in de mythologie om dit te gaan uitzoeken. Maar het blijkt dat deze god een speciale god voor vrouwen was in die oude heidense perioden. Maar wellicht is het voor ons beter om te luisteren naar de Statenvertaling, waar we deze zin iets anders lezen: "Op de begeerte der vrouwen zal hij geen acht slaan". Wellicht betekent dit dat de begeerte naar vrouwen hem niets doet. We kunnen de vraag stellen of de komende antichrist homoseksueel zal zijn. In de praktische homoseksualiteit zien we hoe het hart van Gods schepping wordt aangetast. Vroeger was het een zaak die in het verborgen geschiedde, vandaag is deze zaak in de openbaarheid getreden. Maar op deze wijze wordt de weg bereid voor de komende antichrist.
Een laatste zaak van deze figuur willen we nog noemen. Hij vereert de god der vestingen. In de Statenvertaling wordt die god bij name genoemd: Mauzzim. Volgens Abraham Kuiper betekent dit: de god van de oorlog. Vooral: de verheerlijking van de oorlog. Zal het weer gaan gebeuren dat de legers met vliegende vanen zullen marcheren? En zal het sterven voor de leider weer het hoogste goed worden, zoals we dat van de dictatoriale machten nog maar kort geleden hebben gezien?
Iets daarvan wordt vandaag zichtbaar in het Midden-Oosten, waar steeds meer zelfmoordacties worden uitgevoerd. En wie denkt hierbij ook niet aan de aanslagen op 11 september vorig jaar. Zo wordt alles klaar gemaakt voor de eindoorlog. de slag van Armageddon. We zullen zien hoe de strijd zich gaat ontwikkelen en welke machten daarbij zullen zijn betrokken. Maar reeds zien we daarachter, achter al deze duisternis, de Zonne der gerechtigheid verschijnen, de Here Jezus Christus. Het zijn de laatste stuiptrekkingen van de macht der duisternis. Maar reeds op Golgotha is deze macht ontwapend en openlijk tentoongesteld, en zo heeft de komende Koning over deze macht gezegevierd. Deze triomf zal straks in heerlijkheid duidelijk worden, want Jezus is Overwinnaar!
ds. Jac. Schouten
