Profeten spreken

ds. Jac. Schouten • 77 - 2001/02 • Uitgave: 12
Daniël in strijd en overwinning

We eindigden ons vorig artikel met de ondergang van het rijk van Babel, het rijk van het gouden hoofd. We noemden dit Babel II, omdat er ook een Babel I is geweest en er nog een Babel III zal komen. Waarom er zulk een vernietigend oordeel over Babel moest komen lezen we in Jesaja 13 en 14. Daar zien we iets van de goddeloosheid van Babel. In Jesaja 13 wordt Babel op één lijn gesteld met Sodom en Gomorra. Zoals deze steden door God zijn omgekeerd, zo zal Babel omgekeerd worden. In hoofdstuk 14 vers 12 wordt ons duidelijk wie er achter de machthebbers van Babel staat. Hier wordt het portret getekend van een machthebber die veel verder reikt dan de koning van Babel. Hij wordt genoemd de morgenster, de zoon des dageraads, die uit de hemel is gevallen, ter aarde geveld. De machthebber achter Babel is de duivel zelf, die zich zelfs aan de Allerhoogste gelijk wilde stellen. Daarom de ondergang van dit machtige rijk.

De tweede reden voor de ondergang van Babel lezen we in Jesaja 14 vs 1"
"Want de Here zal Zich over Jakob ontfermen en nog zal Hij Israël verkiezen en ze op hun eigen bodem doen wonen.

God heeft de Meden en Perzen gebruikt om Zijn plan te volvoeren, de bevrijding van Israël. Koning Kores, in Jesaja 45 vs. 1 zelfs de gezalfde des Heren genoemd, zal het instrument worden waardoor Israël weer naar het eigen door God gegeven land kan trekken en daar zelfs de tempel te herbouwen om zo de eredienst aan de God van Israël weer een plaats te geven. Ook hier zien wij een profetisch gegeven, dat ons direct plaatst in onze tijd. Vandaag zien we hoe Babel III in opkomst is, niet meer op de oude plaats, het oude Babel is omgekeerd, al roept de machthebber van Irak nog zo hard dat hij de opvolger van Nebukadnezar is. Maar het nieuwe politieke en geestelijke Babel is in opkomst, wat zich manifesteert in de opkomst van het Romeinse rijk in een vernieuwde uitvoering, het herstelde Europa. Ook hier zal het gaan om het rijk van God en het herstel van Israël. Straks verschijnt de machthebber van dit moderne Babel, de Bijbel noemt hem de antichrist. Een mens die volkomen geïnspireerd wordt door en vervuld is met de geest van satan. Dan zal de strijd, waarin ook Israël en de gemeente een rol zullen spelen, losbreken. Want het gaat om het komende Koninkrijk, de heerschappij van God op aarde, ja, in heel de schepping.

Nu keren we terug naar de geschiedenis van Daniël. Het is natuurlijk prachtig dat koning Kores de Joden laat terugkeren naar het eigen land. Maar dat is niet in de zin van de macht der duisternis. Juist in die tijd, de tijd van koning Belsazar en de tijd van koning Darius, de onderkoning, die regeerde onder koning Kores, ontvangt Daniël de machtigste, zeer ver strekkende profetieën en gezichten. Profetieën, die zowel de heerlijkheid van God en Zijn rijk laten zien, maar ook de ondergang van satan en zijn trawanten. Daniël, de trouwe knecht des Heren, moet daarom worden weggewerkt. Zo gaat het altijd. De machten kunnen aan de machtige God niet komen, dan maar Gods dienstknechten, Israël en de gemeente. In Afghanistan zijn dienstknechten van de Here gevangen genomen en volgens de berichten hangt hen de doodstraf boven het hoofd. Er zijn vele situaties bekend vanuit grote delen van de wereld waar min of meer hetzelfde gebeurt.

We zien het steeds verder gaan. Israël komt steeds zwaarder onder vuur te liggen. En niet alleen van de Palestijnen, maar ook onder het vuur van vele andere volken. Ook de bijbelgetrouwe gelovigen zullen het steeds moeilijker krijgen.

Tegen Daniël wordt een samenzwering georganiseerd. Er is maar één mogelijkheid om de rechtvaardige Daniël te beschuldigen, dat is in de dienst staan van zijn God. Daniël stond bekend als een gelovig mens. In de vreemde, door alles heen, had hij vastgehouden aan het geloof in de God van Israël. En nu wordt een stuk Judaïsme duidelijk. En dan niet tegen de Joden als volk, maar ten diepste gaat het tegen de God van Israël. Achter veel wat in de wereld gebeurt zien we de macht van de duivel staan. Het antisemitisme vindt zijn diepste oorsprong in het Paradijs, de Hof van Eden, omdat daar bekend is gemaakt dat eenmaal de slang, de duivel, de kop vermorzeld zal worden. Dat deze strijd in het boek van Daniël bijzonder zichtbaar wordt, is te begrijpen, want in dit boek, wordt als in geen ander boek in het Oude Testament, de strijd zichtbaar, die straks als een grote overwinning voor het rijk van God zal eindigen. Daarom zullen de tegenstanders van Daniël hem laten vallen door de dienst van zijn God.

In de Statenvertaling lezen wij: 'Tenzij wij tegen hem iets vinden in de wet zijns Gods ". Dit is belangrijk. De wet van God zal moeten zwichten voor de wet van de machthebber, de wet van satan. De wet is immers het voorschrift voor de godsdienst van Israël. Het staat heel duidelijk in Psalm 37 vs. 31 ''de wet van zijn God is in zijn hart, zijn schreden wankelen niet". Dat wordt het plan van de vijanden van Daniël. Nu zullen zij koning Darius nog strikken voor hun plan. De koning wordt aangevallen in zijn ijdelheid: "Niemand, o koning, zal een maand lang aan iemand, hetzij een mens of een god, iets mogen vragen, dan alleen aan u, o koning". Dat is goed gevonden. In dat hele rijk, waarover Darius de macht heeft, zal men alleen aan de koning iets mogen vragen, een maand lang. En Darius valt in het net dat voor hem gespannen is. Hij vaardigt de wet uit, een wet van Meden en Perzen. We zouden ons kunnen afvragen waarom hij niet eerst dit plan met Daniël heeft besproken. De koning was een goede vriend van Daniël, zo blijkt later.

DANIËL ALS MARTELAAR
Daniël wordt martelaar vanwege zijn geloof in God. Eigenlijk komt nu het hele verhaal op een hoger niveau. Er is hier een overeenkomst met het lijdensverhaal van de Here Jezus. Daniël wordt hier een type van de Here Jezus, zoals ook Jona dat was. Jona verdween in de vis, Daniël verdwijnt in de kuil, waar de zekere dood hem wacht.

Maar er is meer. Dat is de betekenis van de naam "Jezus". We lezen hier niet de naam, maar wel de betekenis. Deze naam betekent "De Here redt" of eigenlijk "Jahweh redt". Deze betekenis van de naam vinden we in het getuigenis van koning Darius, als hij later zegt: 'Hij (God) bevrijdt en redt en doet tekenen en wonderen op aarde" (Dan. 6 vs. 28).

Daniël wordt een martelaar, allereerst door zijn eenzaamheid. Waar waren zijn vrienden ? Of had hij geen vrienden tussen al die hooggeplaatsten? Het is dikwijls de weg van de gelovige om alleen te moeten gaan. Toch kruipt Daniël niet in zijn schulp. Wij hadden misschien gezegd: Doe de vensters maar dicht, en laten we zachtjes bidden. Maar Daniël vinden we, als altijd, voor de open vensters, die gericht waren naar Jeruzalem, om drie maal per dag te bidden.

Het blijkt dat Daniël, ondanks dat hij het erg druk zal hebben gehad, een ernstig gebedsleven had. En nu de wet van Darius is afgekondigd doet Daniël het niet anders. Hij stoort zich niet aan de overheid als deze gaat ingrijpen in zijn geloofsleven.
Wat is dat voor ons belangrijk. Wij leven in een tijd dat de overheid gaat ingrijpen in de dingen die wij voor God doen.

De voorbeelden zijn bekend, ze zijn ook in dit blad verschillende malen beschreven. Het gehoorzamen aan God en Zijn woord gaat boven het gehoorzamen van de overheid uit. Waar de overheid zich aan deze dingen schuldig maakt zal vroeg of laat God ingrijpen. Ondanks alles wat de koning probeert, wordt Daniël veroordeeld tot de dood. Het is een wet van Meden en Perzen. Hier blijkt dat we nu toch gekomen zijn aan het zilver van het beeld van Nebukadnezar. De koning had geen absolute macht, maar was onderworpen aan de wetten. Voor Daniël wacht de kuil met de hongerige leeuwen. De kuil wordt verzegeld met het zegel van de koning en van de andere machthebbers. Er is voor Daniël geen ontkomen aan-Ooit werd er een graf verzegeld met de zegels van de overheid, maar Hij, die in dat graf lag, stond wel op uit de doden. Wie zal de almacht van de machtige God kunnen weren!

In die nacht zullen de vijanden van Daniël hun feest hebben gevierd. Wie zal die hongerige leeuwen kunnén overleven?
Die nacht zullen er ook minstens twee bidders geweest zijn. Van koning Darius lezen wij dat hij de nacht in vasten doorbracht. Vasten en gebed gaan altijd samen. Zo zien we dat deze koning geroepen heeft tot de God van Israël.

Maar ook vanuit de leeuwenkuil zal het gebed van Daniël tot God omhoog zijn gegaan. We weten niet wat Daniël gebeden heeft. Zeer waarschijnlijk zullen zijn gebeden om het volk Israël zijn gegaan. Laten we nooit vergeten dat gebed het machtigste wapen` is dat aan Gods kinderen is gegeven. Onze gebeden stijgen op tot Gods troon. Voor ieder kind van God, maar ook voor iedere gemeente is het noodzakelijk om vaste gebedstijden te hebben. Toen Petrus was gevangen genomen, was de gemeente samengekomen om te bidden. God hoorde. God hoort ook als de gebeden van Darius en Daniël omhoog stijgen. Het gaat immers om de geestelijke strijd.

Want dat is het waar Daniël mee te maken krijgt. Voor koning Darius gaat in de waarheid het licht op. Anders dan bij Nebukadnezar spreekt hier bij Darius toch het geloof. Deze heidense koning spreekt hier van de levende God.

Daniël wordt bevrijd door Gods almacht. Zo wordt Daniël gereed gemaakt voor de grote taak die de Here hem heeft gegeven. Het ontvangen en doorgeven van de machtige profetieën, die spreken van Gods overwinning op de macht van de boze. Het zal gaan van strijd tot overwinning.

ds. Jac. Schouten