Profeten spreken

ds. Jac. Schouten • 77 - 2001/02 • Uitgave: 2
Wie het boek Daniël goed doorleest en bestudeert komt spoedig tot de ontdekking dat Daniël leefde in een omwenteling van de tijd. Een slapende reus, die we al veel eerder tegenkomen in de Bijbel, wordt wakker. Dat is de macht van Babel. Reeds eerder (Gen. 10 vs. 10) zagen we hoe de fundamenten voor deze macht gegrond werden door Nimrod. Hij wordt genoemd: een geweldige jager voor het aangezicht des Heren. Maar er is ook een andere lezing, die ons zegt dat er staat: een geweldig jager tegenover de Here. En dat laatste zou het wel eens kunnen zijn. Even later ontmoeten we de torenbouwers van Babel, die welbewust tegen het gebod van God ingaan en daarom ook het oordeel over de mensheid van die dagen brengen. Het blijkt in de Bijbel dat Babel altijd weer die antimacht is die zich tegenover de Here beweegt. Zo was het Babel van Nebukadnezar. Zo zal het straks zijn en zo zien we dit Babel straks ten onder gaan, zo schrijft Openb. 17 en 18.

Zulk een antigoddelijke macht kan maar door twee redenen openbaar worden. De eerste reden is de geestelijke achteruitgang van Israël. Israël fungeerde als een tegenhouder voor de macht der duisternis. Maar als Israël het geloof in de God van Israël loslaat, krijgen de machten hun kans. Met de gemeente van onze tijd is het precies zo gesteld. De gemeente is gesteld op deze aarde om een zoutend zout te zijn, bederfwerend. Maar als de gemeente niet trouw blijft aan de Here grijpen de machten hun kans. De tweede reden is de toenemende goddeloosheid van de mensen. In die dagen begon een wereld op te komen die volledig in de ban van de afgoden was. Daardoor kon een macht, die zichzelf vergoddelijkte, opkomen. In onze tijd zien we eveneens de goddeloosheid toenemen doordat de mens wel religieus wordt genoemd, maar niet de God van Israël zoekt, de Vader van de Here Jezus Christus. Op deze wijze wordt de wereld toebereid om straks de tegenmacht te ontvangen, de antichrist.

Het boek Daniël heeft een duidelijke verbinding met het Nieuwe Testament. Daniël wordt genoemd in de toespraken van de Here Jezus. Er is echter vooral een verbinding met het boek Openbaring. In de serie artikelen waar we nu aan begonnen zijn, zal dit steeds duidelijker worden. Voor een deel laat het boek onze geschiedenis zien. Voor een ander deel is dit boek profetie. Daar blijft het echter niet bij. De wereldgeschiedenis van toen wordt hier zichtbaar, maar ook de 'wereldgeschiedenis van de toekomst' wordt ons hier profetisch bekend gemaakt, totdat het einde daar is. En in dat einde zien we de ondergang van de antimachten, maar ook de overwinning van de komende Koning.

Er is in dit boek dan ook een sterke Messias-verwachting aanwezig, waarbij ons wordt getoond dat de Messias niet alleen de Davidszoon is, maar Eén die van Boven komt, een hemels Wezen. Zoon van God en Zoon van mensen. We zien dit vooral aan de titel “Zoon des mensen", die voor het eerst door Daniël is gebruikt.

Een belangrijk gedeelte in het boek Daniël is het gebed van Daniël in hoofdstuk 9. Hier buigt de priester zich voor het volk, maar vooral met het volk, als we hem horen belijden: "Here, wij hebben gezondigd.”

Maar meer dan in menig ander bijbelgedeelte worden we hier ook geconfronteerd met de strijd achter de strijd, de geestelijke strijd. Hoewel dit wel enigszins bekend was, is er tot nu toe weinig theologische aandacht aan geschonken. Prof. Dr. W. Ouweneel wijst in enkele van zijn boeken op de engelmachten, ook wel engelvorsten genoemd, die achter de aardse machthebbers staan. Het zijn de machten die ook vandaag achter de aardse machten staan. Voor wie dit wil zien wordt veel duidelijk van wat er nu geschiedt en wat er vooral in de vorige eeuw is geschied. Het einde van het boek laat ons iets zien van de toekomst, waarin de opstanding een belangrijke zaak is. Geen ondergang, maar overwinning.

NADERE KENNISMAKING MET DANIEL.
Het boek Daniël is geschreven in de zesde eeuw voor Christus. Dat was de tijd waarin Daniël leefde. Hij is zeer oud geworden, zo blijkt uit het boek zelf. We ontmoeten hem echter in zijn jonge jaren, als hij, als jongere, samen met anderen, opgeleid gaat worden voor de dienst bij koning Nebukadnezar. De machthebbers-overwinnaars lieten zich graag omringen door jonge mensen uit de verschillende overwonnen volken. Zo komen we ook Daniël en zijn vrienden tegen aan het hof van Nebukadnezar. Waarschijnlijk waren zij uit het koninklijk geslacht van Juda, maar anders hoorden zij zeker tot de Joodse adel. Zij waren getest, zowel op hun uiterlijk, alsook op hun geestelijke vermogens. Zij waren goed bevonden om de dienst bij de koning te verrichten. Zij moeten zelfs de door de koning voorgeschreven maaltijden gebruiken en dit brengt tegelijk de eerste confrontatie met de koning mee. Duidelijker nog: De confrontatie tussen de God van Israël en de macht van Babel. We lezen er zo gemakkelijk over heen, maar het staat er zo prachtig: "Zij namen zich voor zich niet te verontreinigen met de spijze van de tafel van de koning.” Maar het had hen het leven kunnen kosten of minstens een veroordeling tot een slavenbestaan. Hoe anders zou het leven van Daniël verlopen zijn als hij op dat moment had toegegeven.

Maar onder de gunst van de Here God zijn hier voor hen geen moeilijkheden uit gekomen. Achteraf weten wij ook waarom. God had een plan met het leven van Daniël en zijn vrienden. Maar dat wisten deze jonge mensen toen niet. Wat een trouw aan het geloof in de God van Israël. Wat een voorbeeld voor de gemeente van onze dagen. Niet buigen voor de goden van onze tijd, geen compromissen, maar leven naar de richtlijnen welke de Here God ons heeft gegeven in Zijn Woord.

Na tien dagen bleken zij er beter en welvarender uit te zien dan de anderen.

En zo begint voor Daniël het leven aan de hoven van de machtigen der aarde. Eerst de koningen van Babel, later de koningen van Perzië. Maar in werkelijkheid wordt het een leven in dienst van de Koning der koningen.

We lezen ook op enkele andere plaatsen in de Bijbel over Daniël, waaruit blijkt dat hij een-békend man moet zijn geweest.
In Ezechiël 14 vs. 14 en 20 wordt gesproken over de gerechtigheid van Noach, Daniël en Job Voor een deel waren Ezechiël en Daniël tijdgenoten. Ook Ezechiël leefde in Babel en hoorde bij de weggevoerden en heeft zeker Daniël gekend. In Ezech. 28 vs. 3 wordt een vergelijking gemaakt tussen de koning van Tyrus en Daniël. Daar zegt dit woord tot de koning van Tyrus: "Gij zijt wijzer dan Daniël” Er is echter een uitleg van dit gedeelte, waar we later op terug zullen komen die zegt dat we achter deze koning van Tyrus de macht der duisternis moeten zien in zijn opkomst en ondergang. Wij onderschrijven dit.

Het blijkt dat Danië1 ook de profetie van Jeremia heeft gekend. Het boek Jeremia is gedeeltelijk tijdens de ballingschap ontstaan. In het al eerder genoemde gebed in hoofdstuk 9 zien we hoe Daniel een beroep doet op de profetie van Jeremia 25 vs. 11 en 13, dat de ballingschap zeventig jaar zou duren.
In het Nieuwe Testament noemt alleen de Here Jezus Daniël bij name in Matth. 24 vs. 15 maar verschillende geloofsgetuigenissen van Daniël en zijn vrienden komen we tegen in de geloofsheldengalerij van Hebreeën 11.
Vooral blonk Daniël uit in geloof en wijsheid. Onbevreesd heeft hij de koningen gewaarschuwd voor de toorn des Heren. Tot het laatste toe is hij trouw gebleven aan de God van Israël.

Nebukadnezar heeft Daniël en zijn vrienden andere (Babylonische) namen gegeven. We kunnen ons afvragen of de doelstelling hiervan was dat het Joodse volk moest verdwijnen. In onze beschrijvingen zullen wij beide namen gebruiken, waar dat het gedeelte daarom vraagt. Het eerste hoofdstuk van het boek Daniël eindigt met mee te delen dat Daniël en zijn vrienden promotie gemaakt hebben aan het hof van de koning. De koning bevond dat zij tienmaal voortreffelijker waren dan al de geleerden en bezweerders in het ganse rijk.

Ongetwijfeld heeft dit tot jaloersheid geleid maar hier wordt wel de kiem gelegd voor de strijd die hen uiteindelijk zou voeren naar de vurige oven en naar de leeuwenkuil.

In heel het boek Daniël komt duidelijker dan elders de geestelijke strijd naar voren die toen gaande was tussen de God van Israël en de macht achter de koning van Babel, de macht der duisternis. Een strijd die er nog steeds is en die zijn einde zal vinden in de confrontatie tussen de ware Koning van Israël en de macht op deze aarde, de antichrist. Dan zal Babel ten onder gaan. Een macht die heel de geschiedenis door aanwezig is geweest en zich altijd opgesteld heeft tegenover de Here. De wereld van onze dagen is met grote snelheid onderweg naar die komende confrontatie, want vandaag geldt het woord: de tijd is nabij.

Ds. Jac. Schouten