Populistisch preken en zingen in de kerk

Yme Horjus • 93 - 2017 • Uitgave: 13
Populisme is niet meer weg te denken in onze samenleving. Politieke partijen zijn soms op die leest geschoeid en hebben grote zeggingskracht voor met name laagopgeleiden. Er waait een populistische wind door Europa, die aan invloed wint. We zeggen wel eens dat als het in de wereld regent, het vaak drupt in de kerk. Hoe ziet dat ‘druppen’ van het populisme in de kerk eruit?

Maar is dat eigenlijk niet een loze bewering om te zeggen dat het populisme ook in de kerk voorkomt? De gemeente van Jezus Christus laat zich toch niet op sleeptouw nemen door maatschappelijke trends, die zich dominant aan mensen in de samenleving opdringen? Die gemeente is toch ongevoelig voor stromingen en ontwikkelingen die zich voordoen?

Behoefte aan pasklare antwoorden
Laten we daar maar niet gerust op zijn. Want wat in de lucht hangt, beïnvloedt ons als christenen ook, al zullen we geneigd zijn te benadrukken dat we de Heere Jezus willen volgen en naar zijn stem willen horen. Het is echter een vorm van wensdenken dat we immuun zijn voor het geestelijke klimaat dat in de wereld bepalend is. In tijden van onzekerheid en verwarring gaan mensen op zoek naar houvast en duidelijkheid. Mensen hebben geen behoefte aan genuanceerde verhalen van enerzijds-anderzijds, maar willen pasklare antwoorden op hun vragen en lenen het oor aan leiders die met versimpelingen de mensen aan zich binden.
Het valt niet mee om een definitie van de term populisme te geven. Vele mensen geven er hun eigen uitleg aan. Maar er is wel een constante te ontdekken in al de mogelijke beschrijvingen. Het is datgene zeggen wat mensen willen horen. Populisten sluiten aan bij de smaak van het volk en willen daar electoraal succes mee boeken. Zij richten zich daarbij met name tegen wat zij de gevestigde elite noemen. Vaak halen zij bepaalde waarden van stal die dreigen onder te sneeuwen en komen op voor traditie, folklore en identiteit. Of dat zo verkeerd is? Nee, dat zal ik niet zeggen. De Zwarte-Pieten-discussie laat zien dat er dan een krampachtig en angstvallig vastklampen is aan dingen die voor mensen belangrijk zijn, zonder dat men openstaat voor andere gezichtspunten.

Blij de kerk uit
Deze lange inleiding was even nodig om te komen bij de vraag: is er sprake van populisme in de kerk en hoe ziet die er dan uit? Laat ik dan nu wel met de deur in huis vallen en zeggen dat ik de indruk heb dat het populisme in de kerk oprukt in de prediking, in de samenzang, maar ook in het bestuur van de kerk. Ik las ergens dat een kerkganger zich beklaagde bij zijn predikant over de preken die werden gehouden. Het waren volgens hem meer slagroomsoezen dan voedzame meergranen broden. Die predikant reageerde met de uitspraak: “Als mensen blij de kerk inkomen, moeten ze er ook weer blij uitgaan.” Hij wilde het de mensen niet moeilijk maken door teveel op het aambeeld van de ‘zonde’ te hameren. Van de weeromstuit werd er bijna niet meer over de zonde gepreekt, alleen nog daar waar het eigenlijk niet anders kon, zoals rond Goede Vrijdag, maar daar blijft het dan bij.
Is dit niet een vorm van populisme? Dat kan het zijn als voorgangers komen met een boodschap die de toehoorders graag willen horen. Essentiële onderdelen van de Bijbelse boodschap worden dan ingeslikt om de mensen niet tegen de haren in te strijken. Want wie zit daar nu op te wachten? Er is waarachtig wel een positievere boodschap te brengen. Er kunnen toch andere zaken uit het evangelie belicht worden. Je kunt als prediker het accent plaatsen op het gegeven dat je als mens door God ‘gezien, gekend en bemind’ bent. Die boodschap gaat er vandaag echt beter in! Je bent dan toch als kerk bezig je missie uit te voeren? Waarom toch dat naargeestige gepreek dat ieder mens in Gods oog een verloren zondaar is, terwijl ook kan worden gezegd ‘dat je een parel bent in Gods hand’? Blij de kerk inkomen en er weer blij uitgaan!

Panda’s en de knuffelbare kerk
Dit sluit aan bij de recente gevoelens van euforie toen twee pandaberen in Ouwehands Dierenpark te Rhenen arriveerden. U hebt het vast wel meegekregen dat er rondom Pasen vanuit China twee panda’s zijn overgebracht naar Nederland. De media werden er een paar dagen door beheerst. Alles over die panda’s! Hoeveel bamboe zij naar binnen werkten en dat soort dingen meer. En dat er maar liefst 17 jaar met de Chinezen over was onderhandeld. Er heerste een Panda-gekte, die, nu die beren eenmaal uit de quarantaine zijn gekomen, de kassa’s van de dierentuin moeten doen rinkelen.
Waarom is Nederland zo in de ban van deze dieren? Wel, ze hebben een hoog schattigheidsgehalte. Ze vertegenwoordigen voor mensen een zachtheid waar zij naar op zoek zijn. Zachtheid…, knuffelbaarheid…! Willen alle Nederlanders dat niet het liefst?
Zo ook: zachtheid en knuffelbaarheid in de kerk… Willen de gelovigen anno 2017 dat eigenlijk ook niet het liefst? Niet een God die eisen aan ons stelt, maar een God die ons op schoot trekt en ons over de bol aait? We kennen de uitdrukking ‘Knuffelgod’ wel. Dat is zo langzamerhand al een cliché aan het worden. Maar die uitdrukking staat voor een werkelijkheid die maar al te waar is en bijna onuitroeibaar is geworden.

Eigen behoeften voorop
In de evangelische wereld wordt dat ook nog eens gevoed door een eenzijdige liederenkeus, waarbij het gevoel dat de muziek oproept eerder gericht is op de eigen behoeften van mensen dan op een verlangen om God daarmee te eren. Oei, dat klinkt hard. Mag het eigen gevoel van mensen dan niet meespelen? Ja, zeker wel. Maar waar gáát het om? Staat de psychologie vaak niet boven de theologie? Oorstrelende en gevoelig gespeelde en gezongen muziek appelleert aan onze eigen psychische behoefte, terwijl de tekst van de woorden er nauwelijks toe doet.
Wat zou er niet veel gewonnen zijn als dichters ook hun best gingen doen om de kwaliteit van de woorden van gelijk gewicht te laten zijn met de kwaliteit van de muziek! Geen rare rijmelarij met povere inhoud die veelvuldig wordt herhaald, maar prachtige poëtische taal die diepe dingen verwoordt! Maar je wordt vreemd aangekeken als je hiervoor opkomt. Kom je ons feestje verstoren? Populisme is hierin het sleutelwoord: we willen mensen hierin op hun wenken bedienen en vooral de jongeren, want die willen niet anders. Je moet de smaak van mensen volgen en de jongeren niet verliezen door oubollige liederen.

Heen en weer
Ten slotte nog één fenomeen dat ik de laatste tijd waarneem: predikers wandelen al prekend over het podium. Ze laten hun aantekeningen voor wat ze zijn. Die liggen op de lessenaar, maar daar wordt maar terloops(!) een blik op geslagen. De wandelingen van links naar rechts en van rechts naar links over het podium suggereren een directheid die velen als aangenaam ervaren. Dit zijn de ware sprekers! Het is een impliciete boodschap aan de ‘houten klazen’ die vastgespijkerd achter de kansel staan: ‘nee, zó moet het!’
Als dit inderdaad een trend is die zich doorzet, dan gaat dat mogelijkerwijze ten koste van de inhoud. Het kan bijna niet anders dan dat er een mate van oppervlakkigheid in meekomt. Zorgvuldige zinnen die thuis goed overdacht zijn doen recht aan de gecompliceerdheid van het Bijbelwoord. Maar daar hebben wij in onze populistische diensten geen boodschap meer aan. Authenticiteit en echtheid, dáár gaat het om! Dat is het hoogste goed! Recht uit het hart! Gods Woord en Gods heiligheid verdienen beter!

Yme Horjus