Politieke correctheid in de kerk! Deel 1

Frits Boekhoff • 95 - 2019 • Uitgave: 11
’Wee u, wanneer alle mensen goed van u spreken, want hun vaderen deden evenzo met de valse profeten’ Lukas 6:26.

We hebben er vast wel een mening over; politieke partijen, het klimaat of bepaalde religies. Er is een grote kans dat u in bepaalde gezelschappen geen grappen hierover durft te maken. De reden is dat we zijn doorgeslagen in politieke correctheid.

Een lange tijd heeft de kerk invloed gehad op de samenleving, maar in de afgelopen eeuwen is deze invloed afgenomen. Inmiddels kunnen we signaleren dat er een ommekeer heeft plaatsgevonden. De wereld beïnvloedt nu het gedachtegoed van de kerk. Wij mogen ons gelukkig prijzen als we ons niets aantrekken van wat de mensen over ons te zeggen hebben. “Als we doen wat de Here Jezus van ons vraagt, zal het in de wereld niet altijd gemakkelijk voor ons zijn, maar ons loon in de hemel zal groot zijn”, zegt Johannes de Heer in zijn Bijbels dagboek ‘Met hart en ziel’. Omdat de kerk de samenleving is gevolgd, begint dit artikel met een schets over de politieke correctheid in de samenleving. Vervolgens gaan we bekijken wat de gevolgen hiervan zijn voor de kerk.

Vrijheid van meningsuiting
Politieke correctheid is een manier van heel voorzichtig en omzichtig, verhuld praten over onderwerpen die maatschappelijk en politiek gevoelig liggen. In onze democratie heerst vrijheid van meningsuiting, maar door kleine belangengroepen worden taboes opgelegd en sociale druk uitgeoefend. Mensen met ‘onwelgevallige’ standpunten worden heftig aangevallen en al snel als racist, homofoob of klimaatontkenner weggezet. Sociale media spelen hierin een grote rol. Boerkaverbod, transgender, islam, migratie, Zwarte Piet. Grote kans dat u daar bij de koffieautomaat op kantoor met meel in de mond over praat, als u er al over durft te praten. Feitelijk is dit conformistisch gedrag, we peilen in onze omgeving wat acceptabel is en stemmen onze mening daarop af. In het politieke landschap maakt zowel ‘links’ als ‘rechts’ zich daaraan schuldig. Politieke correctheid is niet onschuldig. Het beperkt de vrijheid van meningsuiting, het doet de waarheid geweld aan. De wetenschap doet onderzoek maar werkt vaak toe naar de ‘gewenste’ uitkomst. De politiek laat onwelgevallige feiten buiten beschouwing, of feiten gelden alleen op het moment dat ze welkom zijn. Het vertrouwen van de burgers in de politiek, wetenschap en media neemt hierdoor af omdat het idee leeft dat niet de hele waarheid wordt verteld maar alleen dat wat goed uitkomt. De burger heeft hierin gelijk.

Wie tegendraads denkt, moet sterk in zijn schoenen staan. We willen ons niet te kwetsbaar opstellen, omdat we bang zijn voor geroddel en veroordelingen door anderen. Deze angst kan terecht zijn, omdat afwijkende opvattingen kunnen leiden tot uitsluiting. Om de politieke correctheid te onderstrepen een aantal voorbeelden.

Seksuele intimidatie
Een docent sprak in de les over het onderwerp racisme. Een Afro-Amerikaanse studente onderbrak hem. Ze zei: “U kunt hier niet over spreken, want u bent een witte man”. De ‘blanke man’ is inmiddels het symbool van het oude Europese kwaad, met een erfzonde van racisme en kapitalisme. Een andere docent op een andere school schreef een column in het schoolblad. Dat is hem duur komen te staan. Na protest van een klein groepje activistische studenten besloot hij met zijn columns te stoppen. Hij had namelijk iets ‘durven’ schrijven over seksuele intimidatie van vrouwen binnen de islam. Dat kon in de ogen van deze studenten niet door de beugel. Hij was ‘islamofoob’ en ‘seksistisch’. Gert Jan Geling, docent aan de Haagse Hogeschool: “Ik heb tijdens mijn studie Arabische taal en cultuur gemerkt dat hoogleraren die kritisch waren over de islam niet serieus werden genomen door zowel studenten als docenten. De heersende opvatting was dat de islam per definitie iets goeds moest zijn”.

Diezelfde groep studenten kreeg het ook voor elkaar dat er genderneutrale toiletten kwamen op de hogeschool. Niemand weet wat het draagvlak is voor genderneutrale toiletten, maar toch kwamen ze er. Je wilt er als onderwijsinstelling niet van beticht worden dat je niet inclusief bent, het toverwoord van nu. Naar een grote groep vrouwelijke studenten die er bezwaren tegen hadden, omdat zij zich er niet prettig bij voelden, werd niet geluisterd. Dat is een probleem van politieke correctheid, er wordt geluisterd naar een kleine, luidruchtige groep en niet naar de brede groep.

Radicalisering en terrorisme
Psycholoog Brian Nosek neemt geen blad voor de mond tijdens zijn lezing op de wereldconferentie over wetenschappelijke integriteit: “In de wetenschap draait het niet meer om gelijk krijgen, maar om gepubliceerd krijgen”. En gepubliceerd wordt er alleen bij ‘opzienbarende’ resultaten binnen een politiek correct kader. Oververtegenwoordiging in criminaliteitscijfers van bepaalde etnische groepen is niet wenselijk en worden dus vaak niet gepubliceerd, al is dat feitelijk juist. Het komt voor dat de rol van religie, specifiek bij de islam, bij radicalisering en terrorisme in sommige gevallen onderbelicht blijft, of zelfs bewust wordt weg gefilterd. Dit uit angst dat de bevolking er niet goed mee om gaat en dat extreem rechts ermee aan de haal gaat. Wetenschappers die hier kritiek op leveren, ondervinden negatieve gevolgen voor hun carrière. Wanneer ‘links’ aan zelfcensuur doet, geeft men extreem rechts het idee dat links bepaalde zaken verborgen wil houden. Er zijn universiteiten (vooral in de Angelsaksische wereld) waar blanke studenten een wit puzzelstukje dragen, om zo zichzelf en anderen te herinneren aan hun ‘witte privilege’. Andere studenten wordt verteld dat ze een lager cijfer krijgen wanneer ze geen ‘gendersensitief’ taalgebruik gebruiken. Elders kwam een hoogleraar onder vuur te liggen omdat hij weigerde studenten ‘onzijdig’ aan te spreken, en in plaats daarvan de woorden ‘hij’ en ‘zij’ gebruikte. Filosoof Ad Verbrugge, verbonden aan de Vrije Universiteit stelde dat de universiteit in Nederland niet langer de plek is voor verschillende opvattingen: “De universiteit is een wat onvrije plaats geworden. Bepaalde dingen kun je niet meer zeggen of doen. Wat dat betreft lijkt het wel wat op een kerk”.

Minderheidsgroepen
In progressieve kring gebeurt het niet zelden dat verworvenheden soms ook opgedrongen worden aan minderheidsgroepen die niet altijd positief staan tegenover zaken als genderneutraliteit en homofilie en hier anders over denken. Historica Amanda Kluveld geeft in dagblad Trouw het voorbeeld van een christelijke trouwambtenaar die zich tegen het homohuwelijk had uitgelaten en werd ontslagen. Hoewel hij geen enkele trouwlustige homo een strobreed in de weg had gelegd. Hij mocht dus ook niet meer denken dat hij tegen het homohuwelijk was. Kluveld spreekt in dit verband over ‘het morele absolutisme van de seculiere kerk’, waarbij de seculiere meerderheid steeds meer orthodoxe christenen vraagt om diversiteit niet alleen te accepteren, maar ook te vieren. Zou dit ook gebeurd zijn bij een moslimambtenaar? Orthodoxe moslims kunnen vaak op meer begrip rekenen in de samenleving dan orthodoxe christenen.

Er is een algemene onevenwichtigheid in de Nederlandse pers; links georiënteerd en politiek correct. De linkse kleuring rondom berichtgeving over Israël en de Palestijnen is ronduit stuitend. De NOS doet verslag van het afscheid van Bernard Haitink in het concertgebouw. Helaas slaagde Lex Runderkamp er niet in het tot een waardig en ontroerend afscheid te beperken van een groot dirigent. Nee hoor, de klassieke muziek is toch nog wel erg wit (blank mag je van NOS-hoofdredacteur Marcel Gelauff niet meer zeggen).
In 2018 besloot de American Library Association (ALA) tot omdoping van een kinderboekenprijs vernoemd naar schrijfster Laura Ingalls Wilder (bekend van ‘Het kleine huis op de prairie’), omdat ze in haar boeken Afro-Amerikanen en indianen op racistische wijze had geportretteerd. De ALA gaf aan dat haar naam niet langer verenigbaar was met de waarde van diversiteit en inclusiviteit. In de Engelstalige literaire wereld maken uitgevers steeds vaker gebruik van ‘sensitieve’ lezers. Zij controleren een nog uit te geven boek op beledigend taalgebruik, stereotypes of anderszins onwenselijke inhoud. Wie dat doet, hangt af van het boek. Het kan een vrouw zijn, iemand met een donkere huidskleur, een homo, een transgender of een moslim. Het is in ieder geval nooit een witte, heteroseksuele man.

Klimaatdrammer of klimaatontkenner
De samenleving verhardt en dat zien we ook terug in het debat en dan vooral in de taal die wordt gebruikt. De standpunten zijn verhard omdat het de norm is geworden dat we geen slappe taal meer uitkramen. We spreken over klimaatontkenners of klimaatdrammers (Hoe noemen we iemand die geen klimaatontkenner maar ook geen klimaatdrammer is? Klimaatneutraal is wat anders). Moslimknuffelaars of islamofoben. Open grenzen of een muur bouwen. Zelfs in de taal lijken ‘twijfelaars’ niet te bestaan. Waar debatteren we nog met elkaar op basis van feiten en waar wordt nog echt geluisterd naar een tegendraadse ‘foute’ gedachte? Voor een goed debat is het van belang dat we goed naar de ander willen luisteren en begrijpen en daarna pas te oordelen. Taboes zijn uit den boze, maar ook het soort schreeuwerig eigen gelijk. Niet voor niets zal een Forum voor Democratie-stemmer niet gauw aanschuiven bij Jinek of Pauw. Niet gauw zal een GroenLinks-stemmer de behoefte voelen aan te schuiven bij GeenStijl. Waarom niet? Omdat ze het risico lopen geslacht te worden.

Politieke correctheid heeft gevaarlijke kanten. Het kan leiden tot zelfcensuur. Dit uit angst voor uitsluiting of voor digitaal geweld. Tegendraadse feiten en uitspraken blijven onder de oppervlakte, waardoor belangrijke spelers in wetenschap, politiek en media niet echt weten wat er onder de bevolking leeft. Het allerbelangrijkste is dat de waarheid niet meer bestaat. Doelredenatie, waardoor feiten bewust worden achtergehouden of worden aangepast om tot het ‘gewenste’ resultaat te komen ondermijnt het vertrouwen van de burger. Onze vorige koningin Beatrix zei het al: “De leugen regeert!”
De bevolking laat zich door dit alles beïnvloeden. Wij lijken op een kudde schapen die steun zoeken bij elkaar en die vooral niet het zwarte schaap willen zijn. Helaas wordt de bevolking niet geleid door een goede herder, maar door valse herders.

Hoe gaat het eigenlijk met de schaapskudde van de Goede Herder? Zie deel 2 in Het Zoeklicht van december.

Frits Boekhoff