Politiek correct, omdat het moet?

Hans Frinsel • 93 - 2017 • Uitgave: 3
Wat mij opvalt in ‘het debat’, of dat nu in de politiek is op weg naar de verkiezingen, of in de huidige theologische discussies, is dat er heel vaak een karikatuur van de ideeën van de tegenstander of zijn persoon wordt geschetst. Vervolgens is het zeer makkelijk om die karikatuur neer te sabelen. Men creëert bewust vooroordelen tegen datgene wat men wil bestrijden.

Zulke manipulatie is niet nieuw. Johannes de Doper was geheelonthouder en vastte veel. De religieuze elite ervoer dit als een bedreiging en verklaarde dat hij wel een demon zou hebben. De Here Jezus at en dronk naar normale menselijke maatstaf en diezelfde elite greep dat aan om hem als ‘veelvraat en dronkaard’ neer te zetten (Lucas 7:33-34)! Paulus predikte de redding door genade en hem werd verweten dat hij mensen leerde ‘het kwade te doen zodat het goede er uit voort zou komen’ (Romeinen 3:8). Met zulke valse karikaturen probeerden de tegenstanders van het Evangelie een vooroordeel te creëren bij het grote publiek.

Homofobie
Soortgelijke manipulatie is goed te zien in de discussie over homofilie. Kerken en gelovigen die het moderne denken daarin niet zomaar klakkeloos willen volgen, worden al snel uitgemaakt voor ‘homofoob’. Meningen die zich niet conformeren aan de vermeende politiek correcte norm krijgen het extreme etiket van ‘fobie’ opgeplakt. En dat soort psychologische agressie werkt. Het intimideert.
De ophef over het toekennen en vervolgens intrekken van de subsidie voor de (reformatorische) stichting Hart van Homo’s vorig jaar zomer was veelzeggend. De minister boog voor politiek correcte intimidatie vanuit het parlement.
Er is absolute intolerantie ten opzichte van afwijkende gedachten over zienswijzen die door een dwingende meerderheid blijkbaar tot verplichte politieke correctheid zijn verheven.
Zelfs in de kerk ervaar je die druk. Onlangs zei ik in een preek dat in ethische kwesties zoals ongehuwd samenwonen en homoseksuele relaties Gods Woord het hoogste gezag moet hebben en niet de heersende cultuur, zonder daar overigens verder inhoudelijk iets over te zeggen. Iemand had daar na afloop forse kritiek op: ik had negatief over homoseksuele relaties gesproken. Slechts het onderwerp noemen is blijkbaar taboe. Ook in onze kringen werkt de dwang tot politieke correctheid door.

Islamofobie
Soortgelijke manipulatie en intimidatie kenmerken ook het huidige politieke debat. Geert Wilders wordt populisme verweten en terecht: hij speelt in op onzekerheid en onderbuikgevoelens die bij een groot deel van de bevolking leven. De politieke elite verwijt hem anti-pluralistisch te zijn gezien zijn strijd tegen de islam. Maar in feite is de reactie van die elite net zo manipulerend. Hun beschuldiging van anti-pluralisme is selectief. Partijen als D66 doen er alles aan om het christendom in onze maatschappij buiten spel te zetten. De felle kritiek op Wilders lijkt vooral te fungeren als camouflage voor hun eigen falen en onmacht om iets aan de mislukte integratie te doen. En mensen die vraagtekens zetten bij de ‘goede bedoelingen’ van de islam, worden door de progressieve elite reflexmatig voor ‘islamofoob’ uitgemaakt.

In een interview in De Gelderlander (4-1-2017) vertelt de Berlijnse hoogleraar en socioloog Ruud Koopmans, zelf een sociaal-democraat, hoe hij door de ‘linkse’ elite in Duitsland als racistisch of zelfs fascistisch wordt neergezet, omdat hij waarschuwt dat het gevaar van de radicale islam onderschat wordt. Zijn wetenschappelijke onderzoeken worden weggehoond, niet omdat men er andere argumenten tegenover kan zetten, maar omdat men het niet wil horen. Onderzoek wijst uit dat 10 tot 20% van de moslims in de wereld bereid is geweld te accepteren. Je kunt dit niet wegzetten als ‘een klein clubje extremisten’. Deze informatie past niet in het beeld dat de progressieve partijen willen hebben van de werkelijkheid, dus sluiten ze er de ogen voor.

Politiek verplichte vooroordelen
Koopmans zegt: “In de denkwereld van mijn tegenstanders ben je ‘fout’ als je kritisch kijkt naar de islam en naar de wenselijkheid van immigratie, omdat je daarmee rechtse populisten als Wilders en in Duitsland de AfD (Alternative für Deutschland) in de kaart zou spelen. Er zit ook een klassenaspect aan: als je niet meedoet aan die lofzang op de islam, op diversiteit en de multiculturele samenleving ben je een tokkie: kwaadwillend en dom.”
Met andere woorden: de politieke elite acht bepaalde politiek correcte vooroordelen verplicht en tolereert geen oppositie, op straffe van voor racist of fascist neergezet te worden. Dit is pure manipulatie en intimidatie.

PKN en islam
In de PKN is terecht deining ontstaan vanwege de houding die de kerkleiding voorstaat ten opzichte van de islam en de uitspraken daarover van scriba René de Reuver. De Reuver haalde daarbij de oude dooddoener van stal dat ‘islam een religie van vrede’ is. Die stelling is nergens op gebaseerd: niet op de geschriften van de islam, noch op de werkelijkheid. Het is verplichte politiek correcte kost, waarmee men lastige vragen bij voorbaat uitsluit. In zijn boek Seeking Allah, finding Jesus (Ned.titel Ik zocht Allah en vond Jezus, zie achterpagina) haalt Nabeel Qureshi, een voormalige moslim, een Syrische imam aan die fel reageert op westerse leiders die de islam als godsdienst van de vrede voorstellen. Hij ziet dat als een poging van het Westen om door middel van indoctrinatie met deze leugen de islam te ‘ontmannen’.

Ware aard van de islam
Qureshi was een serieuze Amerikaanse moslim toen hij in New York ‘11 september’ meemaakte. Hij was diep geschokt en overtuigd dat ‘dit niet de islam was’. Om dat te bewijzen ging hij zijn godsdienst diepgaand onderzoeken. Tot zijn ontsteltenis kwam hij tot de conclusie dat terreur wel degelijk past in de oorspronkelijke islam. Hij zag zich genoodzaakt tot een keuze uit drie alternatieven: of afval van zijn geloof, of apathie door de eigenlijke leer van islam te negeren en te leven als nominaal moslim, of radicaliseren. Het laatste ging in tegen zijn geweten. Het tweede vond hij een te hypocriete optie. Hij zag zich gedwongen islam te verlaten. Hij zocht Allah, maar vond uiteindelijk Christus.
Qureshi benadrukt dat de meeste moslims vredelievend zijn. Maar, stelt hij, dat komt door hun gebrek aan kennis van de bronnen van hun godsdienst. Dat maakt hun godsdienst echter niet vredelievend. Het geweld wordt ook niet opgelost door een reformatie van de islam zoals sommigen voorstellen; dat betekent immers een terugkeer tot die bronnen. Een vrijzinnige islam zou het antwoord zijn. De islam zou afstand moeten nemen van een aantal zaken die haar geschriften en haar oprichter leren. Dat is in de ogen van diezelfde islam echter een doodzonde. Moslims die kritiek hebben op de profeet of iets van zijn leer afwijzen, zijn ongelovigen en afvalligen en verdienen de doodstraf.

De liefde van Christus
Hoe moeten we dan omgaan met moslims? Nabeel Qureshi gaat daar in zijn boeken uitgebreid op in. We moeten de ware aard van de islam goed onderkennen en niet naïef zijn. We staan immers in een geestelijke strijd. Er zijn vele vormen van islam. We moeten moslims niet gelijkstellen aan islam; zij kennen hun godsdienst doorgaans gebrekkig. Velen van hen zijn vredelievend en gaan graag in gesprek. Wij moeten hen tegemoet treden met de liefde van Christus. We hebben een reddend Evangelie en de plicht dit met hen te delen. Daarbij moeten we, zoals Christus ons leerde, voorzichtig zijn als slangen, vanwege de ware aard van de islam, maar tevens onbevangen als duiven in onze liefde voor de moslim medemens (Matteüs 10:16).

Hans Frinsel
Schrijver, spreker en zendingswerker met jarenlange ervaring in werk onder een moslimvolk in West-Afrika.