Plaats van duisternis werd plaats van licht
Als klein meisje had ze de rijen Joodse mannen, vrouwen en kinderen gezien die op het trottoir zaten te wachten om vervoerd te worden naar hun eindbestemming. Vandaag loopt ze met ons door die plaats van duisternis, voormalig concentratiekamp Stutthof, vlakbij Gdansk (Dantzig), in Polen. Ze begreep toen niet waarom al die mensen daar zaten. Maar ze wist wel dat ze honger en dorst hadden. Ze woonde daar in de buurt, hun huis keek uit op het treinstation, en ze probeerde hen te helpen. Deelde water en brood uit. Angstig kwamen ze op het kleine stationnetje van Tiegenhof (nu Nowy Dwor) aan. Per veewagon zouden ze via een smalspoor vervoerd worden naar het kamp. Vandaag rijden we met de auto dezelfde route. We zien het smalspoor nog liggen vlak langs de weg. Een huivering gaat door me heen. Iedereen is doodstil. Onze groep bestaat uit twee Nederlanders (mijn man en ik), zes Duitsers, waaronder Dora, het kleine meisje van toen, en een Poolse predikant.
We lopen door de poort en we zien in gedachten die eindeloze rij uitgeputte mensen hier binnenkomen. Er staan nog enkele barakken. We zien een enorme berg schoenen en schoentjes, nog maar een klein gedeelte van wat er werkelijk aan schoenen lag, toen het kamp bevrijd werd door het Russische leger in 1945. We komen bij de gaskamer en de crematoria. In gedachten zie ik ze uit de veewagon stappen. Moeders met kleine kinderen aan de hand. Zich nog niet bewust van het onheil dat hen wacht. Want er werd hun gezegd dat ze eerst in de "wachtkamer" kwamen, en hun spullen vast moesten afgeven. Dan zou er verder voor hen gezorgd worden. Maar ze wachtten nergens anders op dan op hun dood, en van de gaskamer kwamen ze regelrecht in de verbrandingsoven. Verbijsterd kijken we naar de drie verbrandingsovens. Alles moest zo ordelijk en zo snel en efficiënt mogelijk gebeuren. Je kunt eenvoudig niet bevatten wat hier gebeurd is. We zien het Joodse gedenkteken met de Menora, op de plaats waar de Joodse barakken zijn geweest. Een overlevende heeft eens gezegd: `Auschwitz was verschrikkelijk, maar Stutthof was de hel'.
Tot besluit gaan we naar de voormalige commandantwoning. Een prachtig huis, dat tegelijk met het kamp gebouwd is. Het ziet er zeer lieflijk uit, er bloeien nog bloemen en de bladeren van de bomen hebben warme herfsttinten. Een grote tuin ligt rondom het huis. Hier werden de bevelen uitgedacht en gegeven. Hier woonde de man die over leven en dood beschikte. Hier regeerde de duisternis. Nu woont er een bijbelgelovige christelijke familie! Toen zij hier kwamen wonen en een passende, mooie bijbeltekst aan de muur wilden hangen, ging het demonisch spoken in dat huis. Alles was in rep en roer. Het was beangstigend. Pas na veel gebed werd het in huis rustig.
Na ons bezoek aan Stutthof zijn we uitgenodigd in het kleine huisje van een christelijke vrouw en haar dochter. Je ziet dat ze straatarm zijn, maar ze heeft een heerlijke maaltijd voor ons klaar gemaakt van wel zeven verschillende vissoorten. Volgens ons kan ze wel een eigen visrestaurant beginnen, want een viersterren restaurant is er niets bij! De vis is vers gevangen in de Oostzee door een vriend van haar, die visser is. Hij is er die middag ook bij en getuigt hoe hij niet alleen vissen in de zee vangt, maar ook visser van mensen probeert te zijn, door te getuigen van zijn geloof tegenover zijn rauwe mede zeevissers. We zijn allemaal overweldigd door de liefde en de gastvrijheid van deze Poolse mensen. Ze hebben ons alles gegeven wat ze hebben, uit liefde voor de Here Jezus, en uit blijdschap dat we als broeders en zusters bij hen komen. Later op de dag lopen we op het strand van de Oostzee, en bekijken de kleine vissersboten en de netten. We staan er verbaasd over dat de vissers met zulke kleine, slecht uitgeruste boten ('veredelde roeiboten') de zee op durven!
's Avonds ontmoeten we een kleine christelijke gemeente, en mogen we de boodschap met hen delen van onze verbondenheid met het Joodse volk, en van de beloften aan dat volk, en de profetische tijden waarin we leven. God brengt Zijn Joodse eerstgeboren zoon terug naar het land der belofte. Een teken dat Jezus spoedig terug komt! Op plaatsen waar eens de duisternis van de hel heerste, is nu het licht van het evangelie opgegaan, en zien mannen en vrouwen uit naar komst van de Here Jezus!
Marianne Glashouwer
We lopen door de poort en we zien in gedachten die eindeloze rij uitgeputte mensen hier binnenkomen. Er staan nog enkele barakken. We zien een enorme berg schoenen en schoentjes, nog maar een klein gedeelte van wat er werkelijk aan schoenen lag, toen het kamp bevrijd werd door het Russische leger in 1945. We komen bij de gaskamer en de crematoria. In gedachten zie ik ze uit de veewagon stappen. Moeders met kleine kinderen aan de hand. Zich nog niet bewust van het onheil dat hen wacht. Want er werd hun gezegd dat ze eerst in de "wachtkamer" kwamen, en hun spullen vast moesten afgeven. Dan zou er verder voor hen gezorgd worden. Maar ze wachtten nergens anders op dan op hun dood, en van de gaskamer kwamen ze regelrecht in de verbrandingsoven. Verbijsterd kijken we naar de drie verbrandingsovens. Alles moest zo ordelijk en zo snel en efficiënt mogelijk gebeuren. Je kunt eenvoudig niet bevatten wat hier gebeurd is. We zien het Joodse gedenkteken met de Menora, op de plaats waar de Joodse barakken zijn geweest. Een overlevende heeft eens gezegd: `Auschwitz was verschrikkelijk, maar Stutthof was de hel'.
Tot besluit gaan we naar de voormalige commandantwoning. Een prachtig huis, dat tegelijk met het kamp gebouwd is. Het ziet er zeer lieflijk uit, er bloeien nog bloemen en de bladeren van de bomen hebben warme herfsttinten. Een grote tuin ligt rondom het huis. Hier werden de bevelen uitgedacht en gegeven. Hier woonde de man die over leven en dood beschikte. Hier regeerde de duisternis. Nu woont er een bijbelgelovige christelijke familie! Toen zij hier kwamen wonen en een passende, mooie bijbeltekst aan de muur wilden hangen, ging het demonisch spoken in dat huis. Alles was in rep en roer. Het was beangstigend. Pas na veel gebed werd het in huis rustig.
Na ons bezoek aan Stutthof zijn we uitgenodigd in het kleine huisje van een christelijke vrouw en haar dochter. Je ziet dat ze straatarm zijn, maar ze heeft een heerlijke maaltijd voor ons klaar gemaakt van wel zeven verschillende vissoorten. Volgens ons kan ze wel een eigen visrestaurant beginnen, want een viersterren restaurant is er niets bij! De vis is vers gevangen in de Oostzee door een vriend van haar, die visser is. Hij is er die middag ook bij en getuigt hoe hij niet alleen vissen in de zee vangt, maar ook visser van mensen probeert te zijn, door te getuigen van zijn geloof tegenover zijn rauwe mede zeevissers. We zijn allemaal overweldigd door de liefde en de gastvrijheid van deze Poolse mensen. Ze hebben ons alles gegeven wat ze hebben, uit liefde voor de Here Jezus, en uit blijdschap dat we als broeders en zusters bij hen komen. Later op de dag lopen we op het strand van de Oostzee, en bekijken de kleine vissersboten en de netten. We staan er verbaasd over dat de vissers met zulke kleine, slecht uitgeruste boten ('veredelde roeiboten') de zee op durven!
's Avonds ontmoeten we een kleine christelijke gemeente, en mogen we de boodschap met hen delen van onze verbondenheid met het Joodse volk, en van de beloften aan dat volk, en de profetische tijden waarin we leven. God brengt Zijn Joodse eerstgeboren zoon terug naar het land der belofte. Een teken dat Jezus spoedig terug komt! Op plaatsen waar eens de duisternis van de hel heerste, is nu het licht van het evangelie opgegaan, en zien mannen en vrouwen uit naar komst van de Here Jezus!
Marianne Glashouwer