Pinksterpreken en de eindtijd

Jan van Barneveld • 90 - 2014 • Uitgave: 12
In zijn toespraken rond het Pinksterfeest geeft Petrus aandacht aan eindtijdgebeurtenissen, aan zware eindtijdoordelen en de wederkomst van de Here Jezus. In de tijd van Petrus is het niet gebeurd. Hoever zijn we nu? Hoe is het gesteld met ons land? Is er nog hoop? Wat kunnen wij, als Gemeente van de Here Jezus nog doen in de korte periode voordat Hij komt?
We noemen een paar aandachtspunten waarop de HERE let als Hij een land of een volk beoordeelt. Tegelijk letten wij op de uiterst belangrijke positie van de Gemeente in deze bijna-eindtijd.


Weer vieren wij het Pinksterfeest. De komst van de Heilige Geest ‘die ons de weg wijst tot de volle waarheid’. Dus ook over eindtijdgebeurtenissen: ‘De toekomst zal Hij u verkondigen’ (Johannes 16:13). In dit verband hoeven we ons niet te verbazen dat Petrus in beide ‘pinkstertoespraken’ aandacht geeft aan de eindtijd. Zoals veel profeten wijst hij op die ‘grote en ontzagwekkende dag van de HERE’ (Handelingen 2:20).
In zijn tweede toespraak spreekt hij over de wederkomst van de Here en de ‘tijd waarin alle dingen worden hersteld’ (Handelingen 3:21, HSV). Daarom is het belangrijk om nu, ruim 19 eeuwen later, op het feest van de Heilige Geest, aandacht te geven aan deze eindtijdaspecten. Tegelijk vragen wij: Is er nog hoop voor ons land?

Vier aandachtspunten
Wij weten hoe God de individuele mens beoordeelt. Petrus benadrukt tegenover de Joodse Raad: ‘Er is in de hemel geen andere Naam aan de mensen gegeven waardoor wij behouden moeten worden’ (Handelingen 4:12). Want ‘de Vader heeft het hele oordeel aan de Zoon gegeven’ (Johannes 5:22). Hoe kijkt de HERE tegen een volk of een land aan? Zijn er specifieke aandachtspunten voor de HERE? De Bijbel geeft minstens vier punten waar de HERE op let.

1. Sodom en Gomorra
Als God oordelen over een land brengt, haalt Hij nadrukkelijk Sodom en Gomorra aan. Voor Israël: ‘Ik heb onder u een omkering aangebracht, zoals God Sodom en Gomorra omgekeerd heeft’ (Amos 4:11, Jesaja 1:9,10 en Deuteronomium 29:22,23). Verschillende volken: Babel, Edom, Moab en Ammon worden ‘verwoest als Sodom en Gomorra’. Over ons land zuchtten sommige gelovigen al meer dan tien jaar geleden dat ‘wij het station van Sodom en Gomorra gepasseerd zijn’. Een Engelse vertaling van Jesaja 3:9 luidt: ‘Zij paraderen hun zonde zoals Sodom; zij verbergen het niet’. Denk ook aan de kindertjes die in de moederschoot worden vermoord.
Het grootste wonder dat Nederland de afgelopen eeuwen heeft meegemaakt, is dat Gods oordelen tot nu toe zijn uitgebleven. Dat de HERE God ons land nog niet aan machten van de duisternis heeft overgegeven. Waarschijnlijk zijn er nog rechtvaardigen, die zoals de profeet Habakuk (1:2) roepen: ‘Hoe lang, HERE,… doet U mij ongerechtigheid zien en aanschouwt U ellende?’ Misschien vormen zij een ‘overblijfsel’, zoals de 7.000 in Israël in de tijd van Elia en de messiaanse gelovigen in de tijd van Paulus, waardoor er nog genadetijd is (zie Romeinen 11:1-6).

2. De toestand van de kerk
De Here Jezus vermaant ons: ‘Jullie zijn het licht van de wereld’ en: ‘Jullie zijn het zout van de aarde’ (Matteüs 5:13,14). Het Sociaal Cultureel Planbureau constateert over ons dat ‘het vertrouwen in de kerk een dieptepunt heeft bereikt’, dat ‘sinds 1970 is het aantal kerkleden gehalveerd’ en dat ‘slechts 10% van de Nederlanders vindt dat de dominee of pastoor een belangrijk aanspreekpunt is voor hun gewetensproblemen’. Zout is bederfwerend. Dat is een functie van de Gemeente in de samenleving.
Omdat wij bitter hebben gefaald is het oordeel van God al bij ons begonnen (zie 1 Petrus 4:17). Daarom blijft de opwekking uit en wordt de neerwaartse spiraal niet omgebogen. Laten we juist op dit Pinksterfeest bidden dat de Heilige Geest onze leiders en ons ‘diep in het hart treft’ zodat we tegen elkaar zeggen: ‘Wat moeten wij doen?’ (zie Handelingen 2:37).

3. Sociale gerechtigheid
Overal in de Bijbel wordt sociale gerechtigheid benadrukt. Nu volgen twee van de meer dan honderd teksten hierover uit de Thora, profeten, van Jezus en apostelen: ‘Zuivere en onbevlekte godsdienst voor God, de Vader is omzien naar wezen en weduwen in hun druk…’ (Jakobus 1:27). De zonde van Sodom was dat ‘de arme en de ellendige niet ondersteund werd’ (Ezechiël 16:49). Het is u zeker opgevallen hoe ons goede sociale stelsel in een angstig snel tempo wordt afgebroken.

4. Israël
Vanaf de tijd van Abraham tot heden is Israël een toetssteen voor Gods zegen of vloek. Genesis 12:3 is een belangrijke, geestelijke wetmatigheid. Tot ongeveer 30 jaar geleden had Nederland een eretitel: Vriend van Israël. Dat is nu helaas over. Nu, halverwege 2014, zijn er zorgwekkende ontwikkelingen gaande. Begin vorige maand herdachten we onze doden. Ook de 102.000 Joodse Nederlanders. Een dag later vierden we dankbaar onze bevrijding.
Onze leiders en bestuurders spraken mooie en vrome woorden. Het ‘nooit meer’ was de strekking van veel toespraken. Maar hét is weer volop aan de gang. ‘Joods leven onhoudbaar in Europa’, kopte het ND eind april. Door ouderwets en keihard antisemitisme. Wat Hitler niet is gelukt, gebeurt nu in Europa en in ons land: een ‘Judenfrei’ Europa. Hitler had twee punten in zijn uitroeiingsprogramma: ‘Na zaterdag (Joden) komt zondag (christenen)’.
Zo ging het in het Midden-Oosten. Eerst, vanaf 1948/1949, werden de meeste Joden uit de Arabische, islamitische landen verjaagd. Nu vluchten christenen massaal uit landen waar het christendom in de eerste eeuwen is begonnen. In Europese landen is hetzelfde proces gaande. De Joden weg en tegelijk een vrije val van het christendom. Paulus zou zeggen: ‘Eerst de Jood en ook de Griek.’ Paulus doelt hiermee op twee dingen: Verdrukking en benauwdheid aan de ene kant en heerlijkheid, eer en vrede aan de andere kant (Romeinen 2:9,10).

Herstel
De islam maakt zich snel meester van het geestelijk vacuüm dat veroorzaakt wordt door het verdwijnen van het christendom. We noemen maar één heel gevaarlijke ontwikkeling. Moslims in Duitsland willen de dagelijkse gebedsoproep per 1 januari 2015 invoeren. Dan klinkt vijfmaal per dag over heel Duitsland de proclamatie: ‘Allah is de grootste’. Zo wordt de godheid van de islam uitgeroepen als de grootste over een land. Wee dat land. Deze islamisering vindt ook in ons land plaats.
Een andere, positieve ontwikkeling is niet onmogelijk. Immers, de belofte van herstel en het ‘eerst de Jood’ houden volgens Paulus heerlijkheid, eer en vrede in. Petrus sprak in zijn tweede pinkstertoespraak over ‘het herstel van alle dingen’. God is bezig met het herstel van Israël. Wellicht ook de Griek? Herstel voor ons, de kerk? Ook onze Gemeente? Inderdaad is er hoop, want bij God zijn alle dingen mogelijk. Ook deze hoop hoort bij de boodschap van Pinksteren.

Jan van Barneveld