Persoonsregistratie in een onveilige wereld
De wereld wordt gedomineerd door computertechnologie. Leven in een informatiemaatschappij is onmogelijk zonder er gebruik van te maken. De voordelen zijn talrijk, maar bezinning op enige zwaarwegende nadelen mag niet achterwege blijven.
Persoonsregistratie is al 25 jaar een van mijn interessegebieden. Onlangs moest ik een aantal weken dagelijks een gezinslid bezoeken in een ziekenhuis in Groningen. Tijdens een treinreis werd ik nadrukkelijk bepaald bij de technologische revolutie van de afgelopen decennia. Papieren treinkaartjes zijn afgeschaft, dus ik begon de reis door bij een kaartautomaat saldo te laden op mijn OV-chipkaart. Daarna checkte ik in bij de incheckpaal en aangekomen in Groningen checkte ik uit.
Ik gebruikte een warme maaltijd in een restaurant, waar het bankbiljet dat ik voor betaling overhandigde werd geweigerd. Verplicht pinnen dus. Tijdens de terugreis naar het station was de bus afgeladen met reizigers, van wie velen geobsedeerd op beeldschermpjes tuurden. Thuisgekomen voerde ik nog enige telefoongesprekken, leegde mijn mailbox en bezocht diverse websites om bronnen voor publicaties te raadplegen.
Hoewel ik geen digitale grootverbruiker ben, berekende ik dat ik die dag ongeveer 30 digitale sporen had achtergelaten. Informatie die ik voor een deel zelf had aangeleverd. Maar digitale sporen laat je ook onbewust achter, als je wordt geregistreerd door kentekenherkenningssystemen (anpr) of slimme camera’s, die werken door middel van gezichtsherkenning. Wat gebeurt er met al die informatie?
Niets te verbergen?
In de privacy-discussie hoor je weleens de clichéopmerking: ‘wie niets te verbergen heeft, hoeft ook niet te vrezen’. Een onjuiste stelling. Het was de overheid zelf die in 1989 de Registratiekamer instelde, om erop toe te zien dat gegevensverwerking plaatsvindt binnen de (grond)wettelijke normen. De rechtsopvolger, het huidige College Bescherming Persoonsgegevens (CBP), heeft meer bevoegdheden. In de achtergrondstudie ‘Gouden bergen van gegevens’ van het CBP wordt uitgebreid geanalyseerd wat er met informatie gebeurt, via moderne technieken als datamining. In het voorwoord stelt de voorzitter dat burgers het risico lopen doorzichtig en manipuleerbaar te worden. Informatieverwerking wordt steeds intensiever gebruikt door overheden en bedrijven, voor marketingdoeleinden, elektronische dossiers, volgsystemen en om profielen op te stellen. Zolang dat gebeurt binnen de regels is er niets aan de hand. Wie kan er in alle rede bezwaar tegen hebben dat informatie wordt gebruikt om terreur en fraude te bestrijden, oude misdrijven op te lossen of vreemdelingenstromen te beheersen?
Helaas ligt ook voor de burger die zich gedraagt, informatiemisbruik op de loer. Sander Klous, hoogleraar Big Data en Ecosystems aan de Universiteit van Amsterdam, pleitte onlangs voor een maatschappelijk debat over informatieverwerking. Informatie wordt steeds belangrijker en ‘is goud waard’, maar betekent ook macht en kan leiden tot excessen zoals selectie van mensen. In 2014 deelde het CBP hoge boetes uit aan organisaties die de regels hadden overtreden en/of onzorgvuldig waren omgesprongen met persoonsgegevens.
Extra voorzichtigheid is geboden bij bijzondere informatie die de wetgever kwalificeert als gevoelig, zoals informatie over gezondheid, ras of levensbeschouwing. We hebben allemaal wel ‘iets te verbergen’. Een goed voorbeeld is de nieuwe identiteitskaart. Wijzer geworden door de praktijk, staat op de voorzijde van het document niet meer het persoonsnummer (BSN) vermeld. Dat is verplaatst naar de achterzijde zodat er minder risico bestaat op identiteitsfraude, bijvoorbeeld bij het verstrekken van een kopie.
Lessen van de geschiedenis
Nooit eerder was de informatieverwerking zo intensief als nu. Vooral de context waarbinnen het gebeurt is belangrijk. De mensheid staat voor ongekende grensoverschrijdende uitdagingen, zoals criminaliteit, economische problemen, terreurdreiging en jihadisme. Daardoor groeit de behoefte aan krachtig internationaal en mondiaal leiderschap. Naar aanleiding van de gruwelijke aanslagen in Parijs begin januari, besloot de EU de strijd tegen terreur in de hoogste versnelling te zetten. Wordt de wereld daardoor veiliger? Dick Berlijn, oud-bevelhebber der strijdkrachten en tegenwoordig gespecialiseerd in bestrijding van cybercriminaliteit, stelde tijdens een televisie-uitzending over de aanslagen: “trieste constatering is dat de wereld niet veiliger is geworden.”
De historische en profetische context is van groot belang en we kunnen leren van lessen uit de geschiedenis. Toen de profeet Daniël bad tot zijn God, overtrad hij het bevelschrift dat alleen de koning mocht worden aanbeden. Zijn tegenstanders stonden klaar om hem te verraden bij de koning. Op grond van die informatie werd hij in de leeuwenkuil geworpen. Een vergelijkbaar voorbeeld lezen we in het Bijbelboek Esther (Daniel 6:11,12 en Esther 3:6,8). In veel landen worden christenen bedreigd of aangeklaagd vanwege hun godsdienst. Tijdens de Tweede Wereldoorlog konden zoveel Joodse medeburgers worden opgepakt, omdat zij nauwkeurig waren geregistreerd in bevolkingsadministraties. Opening van de Stasi-archieven uit de voormalige DDR, leerde dat informatie op grote schaal was misbruikt om burgers te controleren of te manipuleren. Vaak ging het om politieke gezindheid of levensovertuiging.
Computertechnologie drukt een groeiend stempel op individu en samenleving, maar de wereld wordt niet veiliger. Het volgende ter overweging: een van de doelwitten bij de aanslagen in Parijs was een Joodse supermarkt. Tijdens de begrafenis van de Joodse slachtoffers op de Olijfberg, hield een van de aanwezigen een bord omhoog met de tekst: ‘vermoord omdat ze Jood waren’. In de context van mondiale gebeurtenissen, zal het spanningsveld tussen veiligheid en vrijheid verder toenemen. Laten we waakzaam blijven en uitzien naar Zijn Wederkomst.
Jaap Spaans
Persoonsregistratie is al 25 jaar een van mijn interessegebieden. Onlangs moest ik een aantal weken dagelijks een gezinslid bezoeken in een ziekenhuis in Groningen. Tijdens een treinreis werd ik nadrukkelijk bepaald bij de technologische revolutie van de afgelopen decennia. Papieren treinkaartjes zijn afgeschaft, dus ik begon de reis door bij een kaartautomaat saldo te laden op mijn OV-chipkaart. Daarna checkte ik in bij de incheckpaal en aangekomen in Groningen checkte ik uit.
Ik gebruikte een warme maaltijd in een restaurant, waar het bankbiljet dat ik voor betaling overhandigde werd geweigerd. Verplicht pinnen dus. Tijdens de terugreis naar het station was de bus afgeladen met reizigers, van wie velen geobsedeerd op beeldschermpjes tuurden. Thuisgekomen voerde ik nog enige telefoongesprekken, leegde mijn mailbox en bezocht diverse websites om bronnen voor publicaties te raadplegen.
Hoewel ik geen digitale grootverbruiker ben, berekende ik dat ik die dag ongeveer 30 digitale sporen had achtergelaten. Informatie die ik voor een deel zelf had aangeleverd. Maar digitale sporen laat je ook onbewust achter, als je wordt geregistreerd door kentekenherkenningssystemen (anpr) of slimme camera’s, die werken door middel van gezichtsherkenning. Wat gebeurt er met al die informatie?
Niets te verbergen?
In de privacy-discussie hoor je weleens de clichéopmerking: ‘wie niets te verbergen heeft, hoeft ook niet te vrezen’. Een onjuiste stelling. Het was de overheid zelf die in 1989 de Registratiekamer instelde, om erop toe te zien dat gegevensverwerking plaatsvindt binnen de (grond)wettelijke normen. De rechtsopvolger, het huidige College Bescherming Persoonsgegevens (CBP), heeft meer bevoegdheden. In de achtergrondstudie ‘Gouden bergen van gegevens’ van het CBP wordt uitgebreid geanalyseerd wat er met informatie gebeurt, via moderne technieken als datamining. In het voorwoord stelt de voorzitter dat burgers het risico lopen doorzichtig en manipuleerbaar te worden. Informatieverwerking wordt steeds intensiever gebruikt door overheden en bedrijven, voor marketingdoeleinden, elektronische dossiers, volgsystemen en om profielen op te stellen. Zolang dat gebeurt binnen de regels is er niets aan de hand. Wie kan er in alle rede bezwaar tegen hebben dat informatie wordt gebruikt om terreur en fraude te bestrijden, oude misdrijven op te lossen of vreemdelingenstromen te beheersen?
Helaas ligt ook voor de burger die zich gedraagt, informatiemisbruik op de loer. Sander Klous, hoogleraar Big Data en Ecosystems aan de Universiteit van Amsterdam, pleitte onlangs voor een maatschappelijk debat over informatieverwerking. Informatie wordt steeds belangrijker en ‘is goud waard’, maar betekent ook macht en kan leiden tot excessen zoals selectie van mensen. In 2014 deelde het CBP hoge boetes uit aan organisaties die de regels hadden overtreden en/of onzorgvuldig waren omgesprongen met persoonsgegevens.
Extra voorzichtigheid is geboden bij bijzondere informatie die de wetgever kwalificeert als gevoelig, zoals informatie over gezondheid, ras of levensbeschouwing. We hebben allemaal wel ‘iets te verbergen’. Een goed voorbeeld is de nieuwe identiteitskaart. Wijzer geworden door de praktijk, staat op de voorzijde van het document niet meer het persoonsnummer (BSN) vermeld. Dat is verplaatst naar de achterzijde zodat er minder risico bestaat op identiteitsfraude, bijvoorbeeld bij het verstrekken van een kopie.
Lessen van de geschiedenis
Nooit eerder was de informatieverwerking zo intensief als nu. Vooral de context waarbinnen het gebeurt is belangrijk. De mensheid staat voor ongekende grensoverschrijdende uitdagingen, zoals criminaliteit, economische problemen, terreurdreiging en jihadisme. Daardoor groeit de behoefte aan krachtig internationaal en mondiaal leiderschap. Naar aanleiding van de gruwelijke aanslagen in Parijs begin januari, besloot de EU de strijd tegen terreur in de hoogste versnelling te zetten. Wordt de wereld daardoor veiliger? Dick Berlijn, oud-bevelhebber der strijdkrachten en tegenwoordig gespecialiseerd in bestrijding van cybercriminaliteit, stelde tijdens een televisie-uitzending over de aanslagen: “trieste constatering is dat de wereld niet veiliger is geworden.”
De historische en profetische context is van groot belang en we kunnen leren van lessen uit de geschiedenis. Toen de profeet Daniël bad tot zijn God, overtrad hij het bevelschrift dat alleen de koning mocht worden aanbeden. Zijn tegenstanders stonden klaar om hem te verraden bij de koning. Op grond van die informatie werd hij in de leeuwenkuil geworpen. Een vergelijkbaar voorbeeld lezen we in het Bijbelboek Esther (Daniel 6:11,12 en Esther 3:6,8). In veel landen worden christenen bedreigd of aangeklaagd vanwege hun godsdienst. Tijdens de Tweede Wereldoorlog konden zoveel Joodse medeburgers worden opgepakt, omdat zij nauwkeurig waren geregistreerd in bevolkingsadministraties. Opening van de Stasi-archieven uit de voormalige DDR, leerde dat informatie op grote schaal was misbruikt om burgers te controleren of te manipuleren. Vaak ging het om politieke gezindheid of levensovertuiging.
Computertechnologie drukt een groeiend stempel op individu en samenleving, maar de wereld wordt niet veiliger. Het volgende ter overweging: een van de doelwitten bij de aanslagen in Parijs was een Joodse supermarkt. Tijdens de begrafenis van de Joodse slachtoffers op de Olijfberg, hield een van de aanwezigen een bord omhoog met de tekst: ‘vermoord omdat ze Jood waren’. In de context van mondiale gebeurtenissen, zal het spanningsveld tussen veiligheid en vrijheid verder toenemen. Laten we waakzaam blijven en uitzien naar Zijn Wederkomst.
Jaap Spaans