Pastorale hulpverlening

Feike ter Velde • 77 - 2001/02 • Uitgave: 26
De hulpvraag is groot, het aanbod door hulpverleners is ook groot en toch blijken veel mensen niet of nauwelijks hulp te vinden en te genezen van psychische moeiten. Mensen in de psychiatrie klagen erover alleen maar pillen te moeten slikken en 's morgens een uurtje aan gesprekstherapie mee te moeten doen. Af en toe een gesprek met de psychiater of de psycholoog en dat is het dan. De deskundigheid lijkt in de praktijk veel minder deskundig. Moeten gelovigen niet veel meer van de Here verwachten?

Een voorganger vertrouwde mij toe:
Wie hebben avonden lang gepraat, soms tot diep in de nacht, we hebben werkelijk alles gedaan, ze zelfs een vakantie aangeboden en die helemaal betaald, we hebben alle bijbelse adviezen die we konden bedenken aan ze voorgehouden en toch bleek hun huwelijk niet te redden. Ik sta er nu twee jaar achter en heb de dingen nog eens rustig kunnen overwegen. Ik ben tot de slotsom gekomen dat pastorale hulpverlening niet helpt. De mensen doen helemaal niets met wat je ze aanreikt. Ze volgen geen enkel advies praktisch op. Ik zie geen echte verandering bij mensen. Ik heb besloten alleen nog te preken - als dat al helpt, ik betwijfel ook dat(!) - en het pastoraat maar over te laten aan deskundigen, psychologen en psychiaters. Deze ervaringen knagen behoorlijk aan mijn eigen geloofsleven."

Een eerlijke, maar trieste constatering van een gelovige, trouwe voorganger in de Gemeente van Christus. Gevreesd moet worden dat veel voorgangers op z'n minst cynisch zijn geworden als het gaat om hun eigen functioneren in de Gemeente van Christus. In de prediking moet men steeds meer op zijn woorden letten, omdat mensen zich al snel persoonlijk voelen aangevallen en gekwetst. Zonden met name noemen op de kansel is bijna onmogelijk geworden en 'veel preken beperken zich daarom tot een humanistisch praatje met een christelijk randje", zei iemand onlangs gefrustreerd.

WELKE DESKUNDIGHEID?
Als het om pastorale hulpverlening gaat - en elke voorganger die pastor (herder) wil zijn ontkomt daar niet aandienen voorgangers natuurlijk, naast hun gedegen theologische kennis, ook gedegen vaardigheden te hebben. De grote moeilijkheid is echter, dat men al spoedig verdwaalt in een oerwoud van boeken, binnenlandse en buitenlandse boeken, die zonder uitzondering claimen de beste therapieën aan te bieden.

Dagelijks komen er nieuwe en nóg betere boeken bij. Er lijken meer soorten en richtingen in de praktische vaardigheden van de pastorale hulpverlening te zijn dan dat er hulpverleners zijn. Het blijkt echter dat veel psychologen en psychotherapeuten hun eigen therapieën hebben ontwikkeld, omdat de dingen volgens de boekjes meestal helemaal niet bleken te werken. Er zijn al veel hulpverleners en pastors die het hebben opgegeven en tot de slotsom kwamen dat pastorale hulpverlening 'verspilling van tijd' is. Veel christenen vragen zich af of zij, bij het zoeken naar geestelijke hulp, een psycholoog mogen inschakelen, vooral als deze geen christen is. Predikanten en voorgangers verwijzen mensen niet zelden naar de deskundigen, omdat zij zichzelf onbekwaam achten tot het geven van adequate hulp. Veel christen-psychologen, of psychologen, die christen zijn, verklaren soms tegenover hun cliënt, dat het geloof bij de toegepaste therapie niet zo erg relevant is, omdat de therapie als zodanig aan de universiteit werd geleerd en zo wordt toegepast m.a.w. het gaat om de wetenschap.

DE THERAPIE EN DE BIJBEL
De vraag is gerechtvaardigd of en welke rol de Bijbel moet spelen in de hulp die een christen zoekt bij de deskundige. Natuurlijk kan de psycholoog, door zijn deskundigheid, iemand helpen inzicht te krijgen in de problemen. Vooral ook inzicht in zichzelf, in de afweermechanismen, in het vluchtgedrag, in de angsten of in de kijk op zichzelf en de eigenwaarde. Deze - en nog veel meer - houdingen en gedragingen van een mens, die leiden tot geestelijke problemen met alle ellende van dien, moeten in het vizier komen. Maar in al die gebieden speelt ook de Bijbel een belangrijke rol. Drs. Ineke van Dok-Mak (psychologe-gesprekstherapeute) schreef: "Als de Bijbel voldoende is als counselingsboek, zal God mij als therapeut ook aanwijzingen geven over de diepste emotie die oorzaak is van disfunctioneren".

De Here is ook de Maker van mensen met psychische problemen. Hij weet als geen ander, hoe een mens in elkaar zit, waar het probleem zit en hoe het moet worden opgelost. Bij de therapie moet degelijk rekening gehouden worden met de bijbelse visie op de mens. Het fundament van die visie is dat de mens een gevallen mens is, van God afgevallen, door de zonde. De mens is vervreemd van het leven Gods, zoals dat oorspronkelijk door Hem was bedoeld. Die vervreemding van de levende God is de oorzaak van alle kwaal, ziekte en lijden van de mensheid door alle eeuwen heen. Wie dat ontkent, zoals Sigmund Freud deed, die de grondlegger is voor de moderne psychologie en psychiatrie, kan niet tot een adequaat antwoord komen op de diepste levensvragen en levensnoden van een mens. Die antwoorden liggen in Christus Jezus, God die mens werd, om mensen te verzoenen met God. Als de factor van de zonde wordt uitgesloten moet men verkeerde daden van een mens vergoelijken en onverantwoordelijk gedrag begripvol tegemoet treden. De eigen verantwoordelijkheid wordt dan uitgesloten, een mens in nood wordt slachtoffer. Dan is er geen hoop meer op genezing voor een mens in nood die hulp zoekt.

Hierin ligt het spanningsveld tussen de ware christelijke hulpverlening en bijbels pastoraat enerzijds en de 'moderne' psychologie en psychiatrie anderzijds.

Het lijkt er toch sterk op dat de grote bijbelse waarheden over God en mens op dit gebied heel vaak zijn uitgeruild tegen de wereldse deskundigheid. Deze twee werelden staan - meestal onverzoenlijk - tegenover elkaar. Ook christenen, die de wereldse psychologie hebben omhelst ten koste van de bijbelse openbaring, blijken al heel snel in grote mate geïrriteerd te raken als men spreekt over de bijbelse lijnen in de hulpverlening. Gauw vallen er scheldwoorden als 'biblicisme' en 'fundamentalisme' en men wordt zeker als onwetenschappelijk, zo niet als onnozel betiteld en in de hoek gezet. Als de Duitse predikant, ds. Blumhardt, zich deze verwijten zou hebben aangetrokken was het bezeten
meisje in zijn gemeente, Gottlibin Dittus, nooit bevrijd geworden van een demonische bezetenheid. Wetenschappelijk zou het een 'neurose' worden genoemd. Ds. Blumhardt wilde echter de bijbelse weg bewandelen en ontdekte een grote onmacht bij het meisje en uiteindelijk zag hij een voor hem tot dan toe onbekend fenomeen: demonische bezetenheid. Na twee jaar van grote strijd verliet de laatste demon haar lichaam, die uitriep met haar stem: 'Jesus is Sieger' - Jezus is Overwinnaar. Ds. Blumhardt werd zelfs door de eigen collega's sindsdien diep geminacht.

Dit is een extreem voorbeeld omdat psychische nood meestal niets te maken heeft met demonische bezetenheid. Echter, als voorbeeld van bovengenoemd spanningsveld spreekt het boekdelen.

Men kan pas echte bijbelse pastorale hulp verlenen als men goed is onderwezen in de bijbelse leer van het heil in Christus, liever dan een studie in klinische psychologie. Men moet leren de waarheden en de principes van de heilige Schrift toe te passen in de praktijk van het leven. Men moet de mens in nood geheel serieus nemen, als mens, als zondaar voor God, die echter door de Here bemind wordt, wiens schuld vergeven kan worden en wiens ziel genezen mag in het heelmakende heil van de Here Jezus. Hem of haar een slachtofferrol toe te dichten, hetgeen veel mensen in nood echter vaak van zichzelf al doen, is onbarmhartig. Menselijk mededogen dient tot niets als men nalaat de eigen verantwoordelijkheid voor God het volle gewicht te geven.

Natuurlijk zijn omstandigheden van grote invloed op de psyche van de mens in nood, maar hem of haar moet geleerd worden op de juiste manier op die omstandigheden te reageren. Mensen in geestelijke nood zijn gauw geneigd de omstandigheden de schuld te geven en verontschuldigingen voor zichzelf en het gedrag te hebben. Aan die verontschuldigingen te veel aandacht schenken betekent dat men weinig of geen hulp zal kunnen bieden. In de rechte prediking en in het rechte pastoraat komt de zondige mens altijd te staan voor de heilige God. In die confrontatie moet een mens leren recht te maken wat krom is. Gods licht geworpen op ons leven doet ons grote dingen ontdekken. Daarom is bij bijbels pastoraat nodig 1. de kennis van Gods Woord en Zijn heil, in Christus; 2. de inwoning en de leiding van de Heilige Geest.

De christelijke gemeente moet terugkeren tot die warmte en liefde, genegenheid en wijsheid, inzicht en autoriteit, die de Here Jezus aan de dag legt in Zijn omgaan met mensen. Die schuchtere vrouw bij de put, die kennelijk zo'n angst had voor mensen, werd door de Heiland geconfronteerd met zichzelf, met haar leven en haar verleden, haar zonden ook. In die confrontatie vond ze vergeving en genezing. We moeten onderwezen worden in Gods principes, we moeten leren wat Gods geboden zijn die Hij ons in liefde voorhoudt en we moeten leren ons dagelijks leven te structureren en inhoud te geven overeenkomstig het onderwijs van de Schrift. Zo leren we een evenwichtig en standvastig leven te leiden, vol van de liefde van God.

Feike ter Velde