Passie of passief

ds. Yme Horjus • 88 - 2012 • Uitgave: 14/15
Het is mij opgevallen dat het woord ‘passie’ tegenwoordig veel wordt gebruikt. Als Bekende Nederlanders in een magazine of tijdschrift zeven vragen krijgen voorgelegd, dan is steeds één van de vragen: ‘Wat is je grootste passie?’ Dat willen we graag van elkaar weten. Waar ligt je passie?

Dat woord passie heeft het woord enthousiasme een beetje verdrongen. Vroeger heette het: ‘Waar word je enthousiast van’? Nee, nu gaat het om ‘passie’. De dingen die we doen moeten met passie gebeuren. Met passie aquarelleren, kantklossen, bergbeklimmen, duiven houden, je moederschap beleven en ga zo maar door. Kort geleden is een collega-voorganger op hoge leeftijd overleden. Hij had zijn hele leven lang een passie voor versnellingsbakken. Hij werd bijna lyrisch als hij daarover kon vertellen. Hoe ingenieus en vernuftig die versnellingsbakken in elkaar zitten! Hij haalde ze uit elkaar en zette ze in elkaar. Waar hebben wij onze passie liggen?

Volhouden
In de evangelische wereld is dat ook al doorgedrongen. Leiders moeten met passie hun gemeente voorgaan. En daarmee bedoelen wij dat ze bevlogen moeten zijn. De energie moet ervan af spatten. Ze moeten iets hebben waarbij je onrustig wordt en je aangespoord voelt om ook mee te doen. Het gaat bij leiders van de gemeente niet meer zozeer om wijsheid of kennis van de Schrift, maar om gepassioneerdheid waarmee anderen worden uitgedaagd. Leiders moeten vandaag in de eerste plaats passie hebben en hun passie aanstekelijk op ons overdragen. Je wordt er in allerlei publicaties zo’n beetje mee doodgegooid. Passie! Ik word er een beetje moe van. Er is trouwens niks mis met het hebben van een passie. Het is juist goed dat iets ons geheel en al bezielt. Dat iets ons te pakken heeft. Maar laten we niet vergeten dat het bij sommige dingen in het leven méér gaat om trouw dan om passie. Dat je ergens in volhardt. Dat je iets met wilskracht volhoudt. In een huishouden moet bijvoorbeeld het wc-schoonmaken ook gewoon gebeuren. Passie of niet.

Is op de Here Jezus het woord ‘passie’ van toepassing? Je kunt zeggen dat Hij mensen inspireerde, dat Hij ze boeide met Zijn woorden en Zijn wonderen. Zoals Hij het tempelplein schoonveegde, omdat de mensen van het huis van Zijn Vader een rovershol hadden gemaakt, daarvan kun je inderdaad zeggen dat het woord ‘passie’ helemaal op zijn plaats is. Maar het gekke is dat toen het eindelijk moest gebeuren en de passie van mensen in Jeruzalem geen grenzen kende en hun kleren op straat legden en met palmtakken zwaaiden om Jezus als Koning in te halen, het wel leek alsof de passie van Jezus leegliep. Hij werd gevangen genomen, gemarteld en uiteindelijk gedood. Weg was de passie!

Overgave en toewijding
Wonderlijk dat een woord zo’n gedaanteverwisseling kan ondergaan. Het betekent nu vaak alleen maar zoiets als ‘positieve energie’. Het woord straalt levenslust uit en dynamiek! Bij dat woord ‘passie’ voel je het bruisen en tintelen. Maar dat was niet de oorspronkelijke betekenis. Die betekenis is lijden. Dat woord ‘passie’ betekent dus in de kern niets anders dan fysieke pijn en geestelijk lijden doorstaan. Lijden is toch wel het tegendeel van vitaliteit en energie! Als je de ‘passie’ van de Here Jezus toch ergens mee in verband moet brengen dan is dat met zoveel woorden: het lijden. Niet voor niets is het muzikale meesterstuk van Bach door de componist de ‘Passion’ genoemd. De Matthäus Passion! Op witte donderdag 2012 is in Rotterdam het lijdensverhaal opgevoerd met onder andere Danny de Munck en Frans Bauer. Hoe je er verder ook van mag denken, dat heette ook ‘The Passion’. Wat je moet zeggen is dit: de Here Jezus heeft met ‘passie’ de ‘passie’ ondergaan. Met overgave en toewijding is Hij die moeilijke weg van lijden gegaan.

In gemeenten kan ook wel eens een geest van gezapigheid heersen. De passie is dan ver te zoeken. Alles gebeurt dan nog wel, maar op de automatische piloot. De gemeente straalt geen passie meer uit, maar is passief. Natuurlijk is ook hier trouw belangrijk, maar trouw waaruit de liefde weg is kan sleur worden. Gáán we dan nog wel voor Jezus of is ons geloofsleven zodanig in de versukkeling geraakt dat we gearriveerde christenen zijn geworden?
Gemeenten zijn pas aanstekelijk als aanstekelijke mensen getuigenis afleggen van de hoop die in hen is! Dat zijn dan gemeenten ‘van grote kracht’. Ik lees in Handelingen 4:33 over die eerste gemeente van Jeruzalem: ‘Met grote kracht gaven de apostelen hun getuigenis van de opstanding van de Here Jezus, en er was genade over hen allen.’ Dat is werkelijke passie! Deze passie is niet kunstmatig, als een product van menselijk enthousiasme, of als een noodzakelijke leiderschapscompetentie, maar komt voort uit een hartstochtelijk ervaren van het geloof in Jezus. Sommige passies zijn hypes van kortstondige aard, opgeklopt enthousiasme van het moment, de passie voor Jezus mag er één zijn van blijvende aard.

Ds. Yme Horjus