Pasen doorbreekt de privacy
‘Een week later waren de leerlingen weer bij elkaar en Thomas was er nu ook bij. Terwijl de deuren gesloten waren, kwam Jezus in hun midden staan’ (Johannes 20:26).
Dat we als Nederlanders erg gesteld zijn op onze privacy behoeft weinig nadere uitleg. Wie op de televisie ‘De Rijdende Rechter’ volgt, ziet dat veel conflicten tussen buren gaan over het behoud van die eigen gekoesterde privéplek waar we geen pottenkijkers wensen. We planten daartoe hoge heggen en tuinschermen en dulden niet graag inkijk.
Wat fysiek bij onze huizen nog redelijk eenvoudig is, wordt in het digitale tijdperk steeds lastiger. Terwijl we dachten met een tuinhek onze privacy te hebben veiliggesteld, zetten we de deuren digitaal wijd open. Een digitale foto van u is eenvoudig op Facebook geplaatst, of uw adresgegevens raken ineens bekend omdat uw kerk ze op haar site heeft gezet. Ook in onze kerk delen we graag via de mededelingen nogal wat met elkaar over bijvoorbeeld zieken en noden. Toen ik eens een vriend, komende uit een wat minder mededeelzame kerkelijke traditie, meenam naar een kerkdienst, zei hij na afloop dat het hem was opgevallen dat we ‘de zieke kanarie van de koster’ nog afkondigden! (Uiteraard was dat niet gebeurd.)
Verberg je niet
Binnenkort zullen we ons op deze vragen, van wat wel en wat niet van onze persoonlijke gegevens gedeeld mag worden, serieus moeten verantwoorden. Immers, door de nieuwe Europese privacywetgeving die 25 mei van kracht wordt, krijgen we op talloze plaatsen in de samenleving en dus ook als kerken en scholen te maken met strengere privacyregels. Kort en goed komt het erop neer dat u en ik eigenaar zijn van onze gegevens en telkens toestemming moeten verlenen voor gebruik ervan. Op zich is het begrijpelijk dat er grenzen worden getrokken over het gebruik van uw en mijn persoonlijke gegevens, de digitale heg wordt wat opgehoogd zou je kunnen zeggen.
Toch zou ik graag onze privacy ook vanuit een Bijbels perspectief belichten. Als we de Bijbel lezen dan zien we dat vanaf de eerste bladzijde de mens de neiging heeft zich terug te trekken in zijn en haar eigen wereld. Het is de Here die Adam en Eva daarvandaan juist roept om voor Zijn aangezicht te komen staan en zich niet te verbergen. Privacy is naast iets om zuinig op te zijn ook iets dat met het verbergen voor Gods aangezicht en zelfs voor de naaste te maken kan hebben. Die lijn is soms flinterdun. In de Bijbel worden we juist opgeroepen om het leven met elkaar te delen, namen worden genoemd en eeuwenlang in de Bijbel meevertaald omdat elke naam telt. We zien dat mensen gegroet worden met naam en toenaam en vaak met hun noden en zorgen erbij. We zouden iets kostbaars verliezen als we in de mededeelzaamheid al te terughoudend zouden worden en elkaar op straffe van de strenge dreigende boetes uit het oog en hart zouden gaan verliezen. We zullen dus ook in de kerken en maatschappelijke organisaties ons dienen te bezinnen om hierin een verstandige koers te varen.
Gekend en bij name genoemd
Zo na Pasen moest ik in dit verband denken aan het gesloten huis waar de discipelen bij elkaar waren. Terwijl de deuren gesloten waren kwam de Heer bij hen en liet zich als de Opgestane Heer zien met name aan de weifelende Thomas die met zijn verdriet en vragen in zichzelf opgesloten leek. Pasen en de doorboorde handen van de Heer doorbrak deze privacy waardoor er letterlijk ruimte kwam om de Opgestane Heer te ontmoeten. Thomas mocht ervaren door de Heer gekend en bij name genoemd te worden. Niet door slimme algoritmes, maar met doorboorde handen. Een uitdagende boodschap in een wereld waar mensen de neiging hebben zich steeds meer in zichzelf op te sluiten of via algoritmes alles van de ander willen weten.
Paul Prijt
Dat we als Nederlanders erg gesteld zijn op onze privacy behoeft weinig nadere uitleg. Wie op de televisie ‘De Rijdende Rechter’ volgt, ziet dat veel conflicten tussen buren gaan over het behoud van die eigen gekoesterde privéplek waar we geen pottenkijkers wensen. We planten daartoe hoge heggen en tuinschermen en dulden niet graag inkijk.
Wat fysiek bij onze huizen nog redelijk eenvoudig is, wordt in het digitale tijdperk steeds lastiger. Terwijl we dachten met een tuinhek onze privacy te hebben veiliggesteld, zetten we de deuren digitaal wijd open. Een digitale foto van u is eenvoudig op Facebook geplaatst, of uw adresgegevens raken ineens bekend omdat uw kerk ze op haar site heeft gezet. Ook in onze kerk delen we graag via de mededelingen nogal wat met elkaar over bijvoorbeeld zieken en noden. Toen ik eens een vriend, komende uit een wat minder mededeelzame kerkelijke traditie, meenam naar een kerkdienst, zei hij na afloop dat het hem was opgevallen dat we ‘de zieke kanarie van de koster’ nog afkondigden! (Uiteraard was dat niet gebeurd.)
Verberg je niet
Binnenkort zullen we ons op deze vragen, van wat wel en wat niet van onze persoonlijke gegevens gedeeld mag worden, serieus moeten verantwoorden. Immers, door de nieuwe Europese privacywetgeving die 25 mei van kracht wordt, krijgen we op talloze plaatsen in de samenleving en dus ook als kerken en scholen te maken met strengere privacyregels. Kort en goed komt het erop neer dat u en ik eigenaar zijn van onze gegevens en telkens toestemming moeten verlenen voor gebruik ervan. Op zich is het begrijpelijk dat er grenzen worden getrokken over het gebruik van uw en mijn persoonlijke gegevens, de digitale heg wordt wat opgehoogd zou je kunnen zeggen.
Toch zou ik graag onze privacy ook vanuit een Bijbels perspectief belichten. Als we de Bijbel lezen dan zien we dat vanaf de eerste bladzijde de mens de neiging heeft zich terug te trekken in zijn en haar eigen wereld. Het is de Here die Adam en Eva daarvandaan juist roept om voor Zijn aangezicht te komen staan en zich niet te verbergen. Privacy is naast iets om zuinig op te zijn ook iets dat met het verbergen voor Gods aangezicht en zelfs voor de naaste te maken kan hebben. Die lijn is soms flinterdun. In de Bijbel worden we juist opgeroepen om het leven met elkaar te delen, namen worden genoemd en eeuwenlang in de Bijbel meevertaald omdat elke naam telt. We zien dat mensen gegroet worden met naam en toenaam en vaak met hun noden en zorgen erbij. We zouden iets kostbaars verliezen als we in de mededeelzaamheid al te terughoudend zouden worden en elkaar op straffe van de strenge dreigende boetes uit het oog en hart zouden gaan verliezen. We zullen dus ook in de kerken en maatschappelijke organisaties ons dienen te bezinnen om hierin een verstandige koers te varen.
Gekend en bij name genoemd
Zo na Pasen moest ik in dit verband denken aan het gesloten huis waar de discipelen bij elkaar waren. Terwijl de deuren gesloten waren kwam de Heer bij hen en liet zich als de Opgestane Heer zien met name aan de weifelende Thomas die met zijn verdriet en vragen in zichzelf opgesloten leek. Pasen en de doorboorde handen van de Heer doorbrak deze privacy waardoor er letterlijk ruimte kwam om de Opgestane Heer te ontmoeten. Thomas mocht ervaren door de Heer gekend en bij name genoemd te worden. Niet door slimme algoritmes, maar met doorboorde handen. Een uitdagende boodschap in een wereld waar mensen de neiging hebben zich steeds meer in zichzelf op te sluiten of via algoritmes alles van de ander willen weten.
Paul Prijt