Overgave (2)
“Met Christus ben ik gekruisigd, en toch leef ik dat is: niet meer mijn ik, maar Christus leeft in mij.” (Galaten 2:20)
Kijk eens wie we geworden zijn. Wie durft er nog te zeggen dat we leven om elkaar te zegenen? We behandelen elkaar als concurrenten. We hebben een maatschappij gecreëerd waar fatsoenlijke egoïsten kunnen gedijen, die niemand nodig hebben en ook geen enkele verantwoordelijkheid voor elkaar willen dragen. God roept: Mens, waar ben je?, maar wij zeggen: ‘Wij hebben U niet nodig.' God zegt: 'Zie om naar die ander!’ maar wij zeggen: ‘Ben ik mijn broeders hoeder?' Iedereen is z'n eigen nummer één.
Trots zit in ieder mens. We maken ons sterk en houden ons groot, tot we er kramp van krijgen. Tegelijkertijd zitten we God, onszelf en de ander in de weg. De enige die het goed deed was Jezus Christus. Hij bezat een geheim dat Hem anders maakte. Daarom heeft Hij recht van spreken. Als Hij ons aanspreekt en arresteert, past ons maar één houding: die van overgave. En dat is precies onze redding.
Overgave is het geneesmiddel voor trotse mensen. Je hoeft dan niet meer bang te zijn om iets te verliezen, want je hebt alles al verloren. Overgave is namelijk jezelf weggeven, vergeten, verliezen. Het is de macht uit handen geven aan de grotere macht van God.
Overgave is dus loslaten. De zucht om alles zelf te regelen (wat hebben we veel regels bedacht uit eigenbelang); de angst voor onzekerheden (wat hebben we veel verzekeringen geregeld om ons veilig te voelen); de drang om er in elke situatie beter uit te komen (wat hebben we veel trucjes bedacht om onszelf in het zonnetje te zetten)— laat het los!
Overgave is sterven om opnieuw geboren te worden. Ik stel niet langer mijn eigen ik centraal, maar Christus die in mij woont. Hij mag het voor het zeggen krijgen.. - wordt nummer één. Paulus schrijft (in 2 Cor. 5:15): Wij zijn tot het inzicht gekomen dat één voor allen gestorven is. Dus zijn zij allen gestorven. En voor allen is Hij gestorven, opdat zij die leven, niet meer voor zichzelf zouden [even, maar voor Hem, die voor hen gestorven is en opgewekt.'
Het is niet meer mijn ik, maar Christus leeft in mij Jezus Christus, die met zijn Geest in mij wil wonen om mij vanbinnenuit te leiden. De Heilige Geest geeft leiding vanuit overgave. Hij leidt ons, zegt Jezus, als de wind (Joh. 3:8). Met Hem leef je ontspannen, zonder trots, kramp, of doodsangst. Je bent vrij om jezelf te zijn en jezelf te geven.
Overgave werkt. Als niet meer mijn ik de boventoon voert, maar Jezus.
Willem de Vink
Kijk eens wie we geworden zijn. Wie durft er nog te zeggen dat we leven om elkaar te zegenen? We behandelen elkaar als concurrenten. We hebben een maatschappij gecreëerd waar fatsoenlijke egoïsten kunnen gedijen, die niemand nodig hebben en ook geen enkele verantwoordelijkheid voor elkaar willen dragen. God roept: Mens, waar ben je?, maar wij zeggen: ‘Wij hebben U niet nodig.' God zegt: 'Zie om naar die ander!’ maar wij zeggen: ‘Ben ik mijn broeders hoeder?' Iedereen is z'n eigen nummer één.
Trots zit in ieder mens. We maken ons sterk en houden ons groot, tot we er kramp van krijgen. Tegelijkertijd zitten we God, onszelf en de ander in de weg. De enige die het goed deed was Jezus Christus. Hij bezat een geheim dat Hem anders maakte. Daarom heeft Hij recht van spreken. Als Hij ons aanspreekt en arresteert, past ons maar één houding: die van overgave. En dat is precies onze redding.
Overgave is het geneesmiddel voor trotse mensen. Je hoeft dan niet meer bang te zijn om iets te verliezen, want je hebt alles al verloren. Overgave is namelijk jezelf weggeven, vergeten, verliezen. Het is de macht uit handen geven aan de grotere macht van God.
Overgave is dus loslaten. De zucht om alles zelf te regelen (wat hebben we veel regels bedacht uit eigenbelang); de angst voor onzekerheden (wat hebben we veel verzekeringen geregeld om ons veilig te voelen); de drang om er in elke situatie beter uit te komen (wat hebben we veel trucjes bedacht om onszelf in het zonnetje te zetten)— laat het los!
Overgave is sterven om opnieuw geboren te worden. Ik stel niet langer mijn eigen ik centraal, maar Christus die in mij woont. Hij mag het voor het zeggen krijgen.. - wordt nummer één. Paulus schrijft (in 2 Cor. 5:15): Wij zijn tot het inzicht gekomen dat één voor allen gestorven is. Dus zijn zij allen gestorven. En voor allen is Hij gestorven, opdat zij die leven, niet meer voor zichzelf zouden [even, maar voor Hem, die voor hen gestorven is en opgewekt.'
Het is niet meer mijn ik, maar Christus leeft in mij Jezus Christus, die met zijn Geest in mij wil wonen om mij vanbinnenuit te leiden. De Heilige Geest geeft leiding vanuit overgave. Hij leidt ons, zegt Jezus, als de wind (Joh. 3:8). Met Hem leef je ontspannen, zonder trots, kramp, of doodsangst. Je bent vrij om jezelf te zijn en jezelf te geven.
Overgave werkt. Als niet meer mijn ik de boventoon voert, maar Jezus.
Willem de Vink