Ouders en hun kinderen
ONZE GENERATIE IS ERACHTER GEKOMEN DAT DOOR GEBREKKIGE COMMUNICATIE TUSSEN OUDERS EN TUSSEN OUDERS EN KINDEREN VEEL SCHADE IS ONTSTAAN. TOT OP VANDAAG LIJDEN MENSEN ONDER DE TRAUMA'S VAN HET KINDERLEED. ER ZIJN TAL VAN CURSUSSEN VOOR VADERS, VOOR MOEDERS EN VOOR BEIDEN, OM TE LEREN HOE MET ELKAAR TE COMMUNICEREN. MAAR WAT HELPT ÈCHT?
Het is een bekend verschijnsel dat kinderen met een moeilijke jeugd vroeg of laat gedragsstoornissen kunnen vertonen. Die stoornissen komen voort uit emotionele beschadigingen, die zelfs kunnen ontaarden in blijvende defecten, compleet met depressies, woede- aanvallen, eetstoornissen, alcoholisme, suïcidaal gedrag enzovoort. Het aantal mensen met psychische problemen lijkt in onze tijd duidelijk toe te nemen. Er bestaan zorgen omtrent opvang, begeleiding en medicatie. Wat is er toch met onze generatie aan de hand?
Helaas zijn zulke tragische ontwikkelingen ook in christelijke gezinnen. Hulpverleners kunnen heel wat schrijnende verhalen vertellen uit hun praktijk. Dat deze dingen onder christenen zulke verwoestende gevolgen kunnen hebben leidt steeds weer tot grote verwondering. Waarom heeft men niet eerder hulp gezocht om het probleem bespreekbaar te maken? Pas toen de scheiding van het ouderpaar een feit was kwamen de echte verhalen los. Altijd was het onder de mantel van christelijke schaamte bedekt gebleven. Er was nooit sprake van openlijke ruzies geweest, maar hun twee kinderen zullen zich hun leven lang herinneren hoe subtiel en hoe verwoestend tegelijkertijd de strijd tussen vader en moeder is geweest. Weken van elkaar doodzwijgen brachten onvoorstelbare vervreemding voor de kinderen met zich mee. Vader en moeder communiceerden soms alleen nog maar via de kinderen. Die waren nu zeventien en negentien jaar oud en woonden op zichzelf. Vader ging met een andere vrouw samenwonen en moeder woont op een flatje in de stad. De oudste zoon vertoonde perioden van depressie, die hem in zijn studie hinderden. Concentratieproblemen waren jaren geleden al begonnen, maar nu hij aan een universitaire studie was begonnen kwam hij al gauw bij de psycholoog terecht. Daar kon hij eerlijk zijn verhaal kwijt. Het verdriet van een tiener over het gedrag van zijn ouders kwam er stukje bij beetje onverbloemd uit. Uiteindelijk brak hij, ondanks de goede gesprekken met de hulpverlener, zijn studie vroegtijdig af om een baan te zoeken op een kantoor. Zijn zusje stortte zich geheel in het uitgaansleven. Ze wil nooit meer naar de kerk, ze komt bij geen van de ouders meer. Ze is beschikbaar voor heel wat vriendjes. Zo kent iedereen haar. Ze heeft, zo jong als ze is, alles al gehad van het leven en er is niemand die haar kan terugroepen. Ze redt zich wel. Ze werkt hard en maakt het verdiende geld in het weekend weer even snel op. Van haar broer begrijpt ze niets. Die is veel te somber, te serieus. Hij moest sterker zijn in haar ogen, dan zou hij zich er wel doorheen slaan, doorheen vèchten desnoods, dat deed zij immers ook.
Hun vader met zijn maatschappelijke positie heeft geen tijd meer voor zijn kinderen. Ze willen toch niet luisteren en niets van hem aannemen. Waarom zou hij ze nog achterna lopen? Trouwens, hij heeft er ook geen tijd voor. Zijn leven is druk bezet en bovendien heeft hij het heel goed met z'n nieuwe vriendin. En moeder? Ze is stil geworden. Heel diep van binnen vraagt ze zich af of dit nu alles is wat het leven heeft te bieden. Ze gaat nog wel naar de kerk, maar soms voelt ze de veroordelende blikken van mensen als dolksteken als ze een plaatsje in de kerk zoekt. Daar is ze bang voor geworden. Meestal zit ze als een van de eersten op haar plekje, puur uit angst. Weinigen spreken haar aan. Ze is bang voor elke vraag over haar eigen welzijn of over dat van de kinderen. Als al iemand iets zegt dan gaat het trouwens meestal over niks. Ze kan haar pijn goed verbergen. Ze is erg stil geworden. Ze zingt de liederen mee zonder enig gevoel. De preek gaat meestal over dingen die haar niet raken en niets zeggen over haar leven. Ze voelt zich vaak schuldig en beschuldigd door medegelovigen. Haar zelfverwijt is echter nog sterker dan het vermeende verwijt van anderen. Ze heeft gefaald, vooral voor zichzelf. Er is geen weg terug. Hoe kun je zoiets goedmaken. Wat is er goed te maken? Haar zoon komt af en toe langs, maar dan praten ze over allerlei dingen om een pijnlijke stilte te voorkomen. Maar hoe het echt met ze gaat weten ze van elkaar niet. Hij heeft net een nieuwe auto gekocht, dus hij verdient hopelijk een goed salaris. Dat is al heel wat. Hij was nooit dom op school. Ze weet hoe hij geleden heeft onder de afbrokkelende relatie van zijn ouders. Hij was wel eens in woede uitgebarsten en had huilend en schreeuwend een einde trachten te maken aan de dodelijk zwijgende ruzie tussen vader en moeder. Hij was toen een jaar of veertien. Ze kan zich dat moment nog heel goed herinneren. Er ging een stekende pijn door haar binnenste om haar kind, dat ze niets te bieden had dan dit leven. Er was alleen een verlammende machteloosheid op dat moment geweest. Ze hebben er naderhand nooit over gesproken. Dat zou immers het grenzeloze falen pijnlijk voelbaar maken.
Achteraf is pas voor alle partijen zichtbaar geworden dat gebrekkige communicatie, of erger nog, de oorzaak is geworden van alle ellende. Is het misschien deze nood waaraan onze generatie het meest lijdt? In veel huwelijken begint het goed. Met veel liefde en zichtbaar geluk. Maar toen er kinderen kwamen en opgroeiden, toen de sleur van elke dag kwam en de wederzijdse verwijten zich gingen opstapelen, werd duidelijk dat ze nooit ècht hadden gecommuniceerd. Ze hadden er geen erg in gehad, maar als ze al praatten met elkaar dan ging het om verwijten maken, elkaar de les lezen, elkaar beschuldigen van onbenulligheden. Zo trachtten ze elkaar te veranderen. Het was de omgeving wel opgevallen, er waren er zelfs die het scherp in de gaten hadden, maar wie durft daarover iets te zeggen? Misschien viel het nog wel mee, hadden sommigen gehoopt. Later bleek het helemaal niet mee te vallen, maar dan is er al heel veel stuk.
Het is van groot belang dat jonge mensen de tijd nemen om te leren met elkaar te communiceren. Te praten over hun diepere gedachten over elkaar. De gevoelens vooral te leren verwoorden, in plaats van ze weg te stoppen in onuitgesproken verwijten naar de ander. Jonge mensen kunnen zichzelf dat leren, zelfs zonder deze of gene cursus. Van tijd tot tijd vooral ook een paar dagen samen weg gaan, uit gaan, om samen te zijn, samen te wandelen, te praten, vooral naar de ander te luisteren, elkaar vragen te stellen en dan ook wachten op antwoord. Goed naar dat antwoord luisteren. Wat zit er achter dat antwoord.
Is er een angstig wegwuiven van het probleem? Dat kan zo maar. Die gesprekken moeten over alles gaan wat ze bezighoudt. Ook over hun seksuele relatie. Veel mannen zijn tegenwoordig verslaafd aan .seks op internet', omdat het in de huwelijksrelatie nooit verder komt dan vijf minuten in het donker en onder de dekens. Niets is bespreekbaar, omdat hij zijn verlangens aan zijn vrouw niet durft verwoorden. Het is nooit bespreekbaar geweest en na al die jaren schaamt hij zich voor zijn gedachten over het lichaam van zijn vrouw en van andere vrouwen. Elke voorzichtige poging in die richting strandde omdat zij direct het onderwerp veranderde en overging tot de orde van de dag. Zij wist eenvoudig niet wat ze zeggen moest, dus zei ze niks. Zij had ook niet geleerd echt te praten over dingen die hen samen gelukkig zouden maken. Zij voelt veel gêne als het gaat over seksuele dingen. Hij werd steeds humeuriger, zij steeds stiller. Tot de ruzies kwamen, bij voorbeeld zoals boven omschreven, met alle gevolgen van dien.
Wat is het goed als wijze en reine mannen en vrouwen in de gemeente van Christus zouden worden ingeschakeld om met jongeren en jonge echtparen gesprekken op gang te brengen om dit communiceren te leren. Want cursussen helpen meestal niet erg. In het huwelijk van christenen moet het erom gaan dat partners leren hóe een goede partner te worden. Van nature denken we in de eerste plaats aan het krijgen en hèbben van een goede partner. Dat is ook van belang, maar eenmaal getrouwd blijkt, dat je die ander niet kunt veranderen. Wel kan een mens aan zichzelf werken, om zelf te veranderen in het licht van echte bijbelse menselijkheid. Immers, God heeft ons gemaakt om te communiceren met die ander, waarin we mogen leren onszèlf op te geven, wèg te geven aan die ander. Om er helemaal te zijn voor de ander, naar geest, ziel en lichaam.
Dat voorkomt heersen, eisen, betuttelen, domineren over de ander. Dat schept ruimte om te zoeken naar het volkomen geluk van de ander. Dan kan ook het vaderhart worden teruggevoerd tot de kinderen en dat van de kinderen tot de vaderen (Mal. 4:6). Dan kan er nog veel genezen.
Feike ter Velde
Het is een bekend verschijnsel dat kinderen met een moeilijke jeugd vroeg of laat gedragsstoornissen kunnen vertonen. Die stoornissen komen voort uit emotionele beschadigingen, die zelfs kunnen ontaarden in blijvende defecten, compleet met depressies, woede- aanvallen, eetstoornissen, alcoholisme, suïcidaal gedrag enzovoort. Het aantal mensen met psychische problemen lijkt in onze tijd duidelijk toe te nemen. Er bestaan zorgen omtrent opvang, begeleiding en medicatie. Wat is er toch met onze generatie aan de hand?
Helaas zijn zulke tragische ontwikkelingen ook in christelijke gezinnen. Hulpverleners kunnen heel wat schrijnende verhalen vertellen uit hun praktijk. Dat deze dingen onder christenen zulke verwoestende gevolgen kunnen hebben leidt steeds weer tot grote verwondering. Waarom heeft men niet eerder hulp gezocht om het probleem bespreekbaar te maken? Pas toen de scheiding van het ouderpaar een feit was kwamen de echte verhalen los. Altijd was het onder de mantel van christelijke schaamte bedekt gebleven. Er was nooit sprake van openlijke ruzies geweest, maar hun twee kinderen zullen zich hun leven lang herinneren hoe subtiel en hoe verwoestend tegelijkertijd de strijd tussen vader en moeder is geweest. Weken van elkaar doodzwijgen brachten onvoorstelbare vervreemding voor de kinderen met zich mee. Vader en moeder communiceerden soms alleen nog maar via de kinderen. Die waren nu zeventien en negentien jaar oud en woonden op zichzelf. Vader ging met een andere vrouw samenwonen en moeder woont op een flatje in de stad. De oudste zoon vertoonde perioden van depressie, die hem in zijn studie hinderden. Concentratieproblemen waren jaren geleden al begonnen, maar nu hij aan een universitaire studie was begonnen kwam hij al gauw bij de psycholoog terecht. Daar kon hij eerlijk zijn verhaal kwijt. Het verdriet van een tiener over het gedrag van zijn ouders kwam er stukje bij beetje onverbloemd uit. Uiteindelijk brak hij, ondanks de goede gesprekken met de hulpverlener, zijn studie vroegtijdig af om een baan te zoeken op een kantoor. Zijn zusje stortte zich geheel in het uitgaansleven. Ze wil nooit meer naar de kerk, ze komt bij geen van de ouders meer. Ze is beschikbaar voor heel wat vriendjes. Zo kent iedereen haar. Ze heeft, zo jong als ze is, alles al gehad van het leven en er is niemand die haar kan terugroepen. Ze redt zich wel. Ze werkt hard en maakt het verdiende geld in het weekend weer even snel op. Van haar broer begrijpt ze niets. Die is veel te somber, te serieus. Hij moest sterker zijn in haar ogen, dan zou hij zich er wel doorheen slaan, doorheen vèchten desnoods, dat deed zij immers ook.
Hun vader met zijn maatschappelijke positie heeft geen tijd meer voor zijn kinderen. Ze willen toch niet luisteren en niets van hem aannemen. Waarom zou hij ze nog achterna lopen? Trouwens, hij heeft er ook geen tijd voor. Zijn leven is druk bezet en bovendien heeft hij het heel goed met z'n nieuwe vriendin. En moeder? Ze is stil geworden. Heel diep van binnen vraagt ze zich af of dit nu alles is wat het leven heeft te bieden. Ze gaat nog wel naar de kerk, maar soms voelt ze de veroordelende blikken van mensen als dolksteken als ze een plaatsje in de kerk zoekt. Daar is ze bang voor geworden. Meestal zit ze als een van de eersten op haar plekje, puur uit angst. Weinigen spreken haar aan. Ze is bang voor elke vraag over haar eigen welzijn of over dat van de kinderen. Als al iemand iets zegt dan gaat het trouwens meestal over niks. Ze kan haar pijn goed verbergen. Ze is erg stil geworden. Ze zingt de liederen mee zonder enig gevoel. De preek gaat meestal over dingen die haar niet raken en niets zeggen over haar leven. Ze voelt zich vaak schuldig en beschuldigd door medegelovigen. Haar zelfverwijt is echter nog sterker dan het vermeende verwijt van anderen. Ze heeft gefaald, vooral voor zichzelf. Er is geen weg terug. Hoe kun je zoiets goedmaken. Wat is er goed te maken? Haar zoon komt af en toe langs, maar dan praten ze over allerlei dingen om een pijnlijke stilte te voorkomen. Maar hoe het echt met ze gaat weten ze van elkaar niet. Hij heeft net een nieuwe auto gekocht, dus hij verdient hopelijk een goed salaris. Dat is al heel wat. Hij was nooit dom op school. Ze weet hoe hij geleden heeft onder de afbrokkelende relatie van zijn ouders. Hij was wel eens in woede uitgebarsten en had huilend en schreeuwend een einde trachten te maken aan de dodelijk zwijgende ruzie tussen vader en moeder. Hij was toen een jaar of veertien. Ze kan zich dat moment nog heel goed herinneren. Er ging een stekende pijn door haar binnenste om haar kind, dat ze niets te bieden had dan dit leven. Er was alleen een verlammende machteloosheid op dat moment geweest. Ze hebben er naderhand nooit over gesproken. Dat zou immers het grenzeloze falen pijnlijk voelbaar maken.
Achteraf is pas voor alle partijen zichtbaar geworden dat gebrekkige communicatie, of erger nog, de oorzaak is geworden van alle ellende. Is het misschien deze nood waaraan onze generatie het meest lijdt? In veel huwelijken begint het goed. Met veel liefde en zichtbaar geluk. Maar toen er kinderen kwamen en opgroeiden, toen de sleur van elke dag kwam en de wederzijdse verwijten zich gingen opstapelen, werd duidelijk dat ze nooit ècht hadden gecommuniceerd. Ze hadden er geen erg in gehad, maar als ze al praatten met elkaar dan ging het om verwijten maken, elkaar de les lezen, elkaar beschuldigen van onbenulligheden. Zo trachtten ze elkaar te veranderen. Het was de omgeving wel opgevallen, er waren er zelfs die het scherp in de gaten hadden, maar wie durft daarover iets te zeggen? Misschien viel het nog wel mee, hadden sommigen gehoopt. Later bleek het helemaal niet mee te vallen, maar dan is er al heel veel stuk.
Het is van groot belang dat jonge mensen de tijd nemen om te leren met elkaar te communiceren. Te praten over hun diepere gedachten over elkaar. De gevoelens vooral te leren verwoorden, in plaats van ze weg te stoppen in onuitgesproken verwijten naar de ander. Jonge mensen kunnen zichzelf dat leren, zelfs zonder deze of gene cursus. Van tijd tot tijd vooral ook een paar dagen samen weg gaan, uit gaan, om samen te zijn, samen te wandelen, te praten, vooral naar de ander te luisteren, elkaar vragen te stellen en dan ook wachten op antwoord. Goed naar dat antwoord luisteren. Wat zit er achter dat antwoord.
Is er een angstig wegwuiven van het probleem? Dat kan zo maar. Die gesprekken moeten over alles gaan wat ze bezighoudt. Ook over hun seksuele relatie. Veel mannen zijn tegenwoordig verslaafd aan .seks op internet', omdat het in de huwelijksrelatie nooit verder komt dan vijf minuten in het donker en onder de dekens. Niets is bespreekbaar, omdat hij zijn verlangens aan zijn vrouw niet durft verwoorden. Het is nooit bespreekbaar geweest en na al die jaren schaamt hij zich voor zijn gedachten over het lichaam van zijn vrouw en van andere vrouwen. Elke voorzichtige poging in die richting strandde omdat zij direct het onderwerp veranderde en overging tot de orde van de dag. Zij wist eenvoudig niet wat ze zeggen moest, dus zei ze niks. Zij had ook niet geleerd echt te praten over dingen die hen samen gelukkig zouden maken. Zij voelt veel gêne als het gaat over seksuele dingen. Hij werd steeds humeuriger, zij steeds stiller. Tot de ruzies kwamen, bij voorbeeld zoals boven omschreven, met alle gevolgen van dien.
Wat is het goed als wijze en reine mannen en vrouwen in de gemeente van Christus zouden worden ingeschakeld om met jongeren en jonge echtparen gesprekken op gang te brengen om dit communiceren te leren. Want cursussen helpen meestal niet erg. In het huwelijk van christenen moet het erom gaan dat partners leren hóe een goede partner te worden. Van nature denken we in de eerste plaats aan het krijgen en hèbben van een goede partner. Dat is ook van belang, maar eenmaal getrouwd blijkt, dat je die ander niet kunt veranderen. Wel kan een mens aan zichzelf werken, om zelf te veranderen in het licht van echte bijbelse menselijkheid. Immers, God heeft ons gemaakt om te communiceren met die ander, waarin we mogen leren onszèlf op te geven, wèg te geven aan die ander. Om er helemaal te zijn voor de ander, naar geest, ziel en lichaam.
Dat voorkomt heersen, eisen, betuttelen, domineren over de ander. Dat schept ruimte om te zoeken naar het volkomen geluk van de ander. Dan kan ook het vaderhart worden teruggevoerd tot de kinderen en dat van de kinderen tot de vaderen (Mal. 4:6). Dan kan er nog veel genezen.
Feike ter Velde