Opwekking: meer dan kiezen voor Jezus

Peter Burgers • 80 - 2004/05 • Uitgave: 15
Opwekking

- meer dan kiezen voor Jezus -



In een serie van vijf artikelen wordt het onderwerp "opwekking" besproken aan de hand van de bediening van George Whitefield. Deze grootste evangelist die Engeland ooit heeft voortgebracht kan gezien worden als de grondlegger van de evangelische beweging. De boodschap van deze korte artikelenreeks is: opwekking is meer dan een hype, meer dan een opwekkingscampagne, meer dan toepassen van methoden en technieken, meer dan kiezen voor Jezus en meer dan mensenwerk.




De evangelische oproep om naar voren te komen is in veel evangelische kringen niet meer weg te denken, maar toch gaat deze traditie niet verder terug dan het midden van de 19de eeuw.


De vorige keer hebben we in het kader van deze serie artikelen over opwekking, aandacht besteed aan de verandering van de inhoud van het begrip "opwekking". Tot aan Charles Finney (1792-1875) geloofde men - en George Whitefield was daarop geen uitzondering - dat opwekkingen waren als de regen: ze konden niet door menselijk handelen worden voortgebracht of georganiseerd. Sinds Charles Finney wordt het woord opwekking echter gebruikt voor iedere evangelische campagne die mensen in grote getale bijeenbrengt. Finney bezocht als rondreizend evangelist, twee keer Engeland en bij beide gelegenheden leidde dat tot wat iemand noemde "omvangrijke opwekkingen". De Engelsman Iain Murray signaleert echter dat Finney's bezoeken aan Engeland evangelische campagnes teweeg brachten en geen opwekkingen. De oorzaak daarvan ligt volgens Murray in het feit dat Finney de mening was toegedaan dat opwekkingen maakbaar waren en dat het de plicht van de kerk was, om opwekkingen te bewerkstelligen. Als er geen opwekkingen waren, werd dat volgens Finney louter veroorzaakt door het falen van de kerk, die haar plicht verzaakte.



De leer van Finney bracht nog een andere verandering met zich mee. Volgens Finney moest een evangelist niet alleen Christus prediken en de mensen vertellen dat het hun plicht was te geloven. Volgens Finney moest een evangelist ook helpen om dat geloof tot een realiteit te maken, door te wijzen op een uiterlijke daad, die meewerkte aan een verandering van de wil. Finney introduceerde daarom wat men in het engels noemt "the altar call", het zondaarsbankje. Hij riep iedereen die zijn hart aan God wilde geven op om naar voren te komen en een stoel vooraan te nemen. De suggestie die door deze werkwijze werd gewekt, was dat mensen uit zichzelf in staat zijn te "kiezen voor Jezus". De theologie van Finney versterkte deze suggestie: de mensen, zei Finney, worden niet bekeerd door een door God bewerkte verandering in hun natuur, maar door zich over te geven aan de waarheid. De beide hierboven geschetste veranderingen leiden ertoe dat opwekking werd gereduceerd tot een puur menselijke aangelegenheid. De afhankelijkheid van God verdween daardoor voor een belangrijk deel . Ten onrechte ontstond er een spanningsveld tussen de soevereiniteit van God en de menselijke verantwoordelijkheid. Met name de bediening van George Whitefield heeft laten zien, dat de nadruk op het soevereine handelen van God kan samengaan met de menselijke verantwoordelijkheid, om het Evangelie te brengen. Whitefield verkondigde het Evangelie en vertelde over de genade van God aan iedereen en liet de rest aan God over.



"De verkondiging, dat God van Hem afgekeerde zondaars liefheeft, is volgens Whitefield een sterk motief om harten van mensen in zondebesef te doen verbreken. Hij verkondigt Christus opdat zij die leven, niet meer voor zichzelf zouden leven, maar voor Hem Die voor hen gestorven en opgewekt is. Whitefield is van oordeel, dat juist het feit dat God Zijn handen uitgestrekt heeft tot een ongehoorzaam en tegensprekend volk, het meest verharde hart in stukken kan breken. Hij verkondigt de liefde van God daarom nooit op zichzelf, maar altijd in contrast met de mens die zich van God afkeert. Deze bijbelse leer die Whitefield predikt is niet nieuw. Hij grijpt terug op de theologie van de Engelse en Amerikaanse puriteinen. Maar in de dagen van Whitefield is deze leer in de kerk helemaal onder het stof geraakt".



uit: George Whitefield, evangelical van het eerste uur, van: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten)



10 Dagen voor Nederland

In mei van dit jaar was er het gebedsinitiatief "10 dagen voor Nederland". Overal in Nederland kwamen christenen bij elkaar om te bidden voor Nederland en voor de eigen plaats. Christenen werden opgeroepen nu te bidden, omdat het nú de tijd is:

- dat we tot God gaan roepen voor onze directe omgeving;

- dat we in contact komen met de mensen (en hun nood) in onze straat, wijk, stad, je werk of school

- dat we Gods bewogenheid gaan voelen voor de mensen om ons heen;

- dat we luisteren naar Gods stem en gaan doen wat Hij tot ons zegt;

- dat onze relatie met God effect gaat hebben op onze leefwereld.



Peter Burgers