Opname en wederkomst: één gebeurtenis?
Waarom zou de opname van de gemeente en de wederkomst van de Here Jezus op de Olijfberg niet één gebeurtenis zijn? Waarom scheidt ‘men’ dit? (T. N. te H.)
Antwoord:
Bij de opname van de gemeente komt de Here Jezus nóg niet op aarde terug. Hij komt dan de gemeente van de aarde wegnemen om voor altijd bij Hem te zijn. Het wordt vergeleken met een bruidegom die zijn bruid ophaalt naar het huis van zijn vader om daar de bruiloft te vieren. Bij de wederkomst van de Here Jezus op de Olijfberg komt Hij wel op aarde terug, maar dan niet alleen, ook de voltallige gemeente zal dan met Hem terugkomen. Vervolgens zal de gemeente dan, samen met de Here Jezus als koningen op aarde regeren (1 Korintiërs 6:2).
Deze twee gebeurtenissen kunnen niet gelijktijdig plaatsvinden. Vóór de gemeente met Christus op aarde zal regeren, zullen de gelovigen eerst voor de rechterstoel van Christus moeten verschijnen om beoordeeld te worden, op welke manier ze met Hem mogen regeren (2 Korintiërs 5:10).
De Bijbel leert ons dat na de opname van de gemeente, de laatste jaarweek uit Daniël 9 in vervulling zal gaan. In deze laatste zeven jaar zal de antichrist op aarde regeren en zich uiteindelijk tegen het Joodse volk keren. Aan het einde van deze zeven jaar zal Israël tot zijn God roepen en zal het volk zich tot de Here bekeren. Dan is het moment aangebroken waarop de Here Jezus, samen met Zijn gemeente in heerlijkheid zal wederkomen. Bij Zijn wederkomst zal de Here Jezus de antichrist met zijn handlanger, de valse profeet, in de poel des vuurs werpen en de duivel duizend jaar in de afgrond opsluiten.
Deze periode van zeven jaar tussen de opname van de gemeente en de zichtbare wederkomst van de Here Jezus, wordt ook wel de ‘grote verdrukking’ genoemd. Jeremia beschrijft dit als de ‘tijd van benauwdheid voor Jakob’ (30:4-9). Dit moment beschrijft hij als een dag ‘zonder weerga’, net zoals de grote verdrukking in Matteüs 24:21 beschreven wordt: ‘een periode zoals er nooit geweest is en ook nooit meer wezen zal’. Onmiskenbaar gaat het hier om dezelfde periode, die wij kennen als de grote verdrukking en die onmiddellijk voorafgaat aan de zichtbare wederkomst van de Here Jezus (Matteüs 24:29-30).
De gemeente kijkt uit naar de ‘komst’ van de Bruidegom om als bruid voor eeuwig bij Hem te zijn en als Hoofd van het lichaam, de gemeente, waarbij Hoofd en lichaam voor altijd verenigd zullen zijn. Israël verwacht de ‘wederkomst’, waarbij Hij als de Koning der Joden terug zal komen en tot Koning gekroond over Israël en de gehele wereld zal gaan regeren. De komst wordt in de Bijbel aangekondigd als het verschijnen van de Morgenster, die altijd in de vierde nachtwake, dus aan het einde van de nacht verschijnt. De wederkomst wordt in de Bijbel meestal vergeleken met de opgang van de zon, waarmee de nieuwe dag begint. Het verschijnen van de Morgenster zal nooit op hetzelfde moment plaatsvinden als de opgang van de zon, daarom vindt de opname van de gemeente eerder plaats dan de zichtbare wederkomst van de Here Jezus op aarde.
Zijn de vluchtelingen uit de Arabische landen voor Europa en ons land een zegen of een vloek? (A. C. te @)
Antwoord:
In Lucas 21:28 staat: ‘Wanneer deze dingen beginnen te gebeuren, richt u op...’ Als christenen zijn we geneigd om ons terug te trekken achter onze kerkmuren en de vluchtelingen als binnendringers en vijanden te zien. Allerlei oplossingen worden bedacht om de stroom vluchtelingen enigszins in te dammen, maar geen enkele maatregel blijkt afdoende te zijn. Linksom, achter Angela Merkel aan, blijkt niet te werken en rechtsom achter Geert Wilders aan wakkert de radicalisering alleen nog maar meer aan. Open Doors schrijft over de oproep van christelijke voorgangers uit het Midden-Oosten om de vluchtelingen hartelijk te ontvangen. Het gaat hier veelal om gebroken, gewonde en in nood verkerende islamitische gezinnen, die opgegroeid zijn in de overtuiging tot het beste volk en de beste religie te behoren. Nu komen ze als slachtoffer van hun eigen religie naar ons toe en hebben iemand nodig om hen te wijzen op de liefde van God in Christus, die nooit teleurstelt.
Als christenen hebben wij de in de Bijbel de opdracht gekregen om onze naasten over de liefde van de Here Jezus te vertellen. In Lucas 10:25-37 leert de Here Jezus ons wie onze naaste is! Daar laat Hij ons zien dat we zo gemakkelijk aan de nood van mensen voorbij kunnen gaan. De vluchtelingenstroom is geen ramp, maar juist een uitdaging om aan velen het evangelie te verkondigen. Zijn we daar als gemeente van Christus op voorbereid en zijn we er klaar voor? Bestel bij de ZakBijbelBond Arabische Bijbels en Nieuwe Testamenten om bij de poorten van de asielzoekerscentra uit te delen. Niemand die u dat kan verbieden! Nodig de vluchtelingen uit bij u in de kerk voor een maaltijd en laat hen zien dat God om hen geeft. Zo mogen we de blijde boodschap met hen delen en wordt de stroom van vluchtelingen geen vloek, maar juist een unieke kans en een zegen!
Kun je zeggen, dat de duivel op dit moment gebonden is? Zo zegt Hij in Matteüs 12:28-29 dat Hij alleen het huis van de sterke in kan gaan wanneer Hij de sterke eerst gebonden heeft. Ook de Bijbelgedeelten in Kolossenzen 2:15, Johannes 12:31, 16:11 en 19:30 spreken toch allemaal van de overwinning op de duivel? (P. W. te B.)
Antwoord:
In Jesaja 14:12-15 wordt over de val van Babel geschreven. Babel is in dit gedeelte een beeld van de duivel, die zich aan God gelijk wilde maken. We lezen hier dat hij van de ‘berg der samenkomst’ verbannen wordt en neergeworpen werd in de diepste groeve. Vanuit de hemelse heerlijkheid, waar hij eerst een beschuttende cherub was (Ezechiël 28:14), werd hij uit de hemel verbannen en kwam hij terecht in de hemelse gewesten (Efeziërs 6:11-12). Vanuit de hemelse gewesten regeert hij nu over de aarde.
Na de opname van de gemeente, waarna de grote verdrukking begint, lezen we in Openbaring 12:3 en 4 dat hij op aarde geworpen zal worden en zich tegen Israël en de overigen van haar nageslacht zal keren. Bij de wederkomst van de Here Jezus op aarde, zullen de antichrist en de valse profeet in de poel des vuurs geworpen worden (Openbaring 19:20) en de duivel in de afgrond opgesloten worden (Openbaring 20:1-3). Na het Messiaanse vrederijk, dat duizend jaar duurt, wordt de duivel nog voor een korte tijd losgelaten om de volkeren te verleiden en te verzamelen om tegen de heilige stad te strijden, waarna de duivel voorgoed in de poel des vuurs geworpen zal worden (Openbaring 20:10).
Achtereenvolgens zien we dus het volgende neergaande proces van de duivel: Vanuit de hemelse heerlijkheid naar de hemelse gewesten, vanuit de hemelse gewesten op de aarde, vanaf de aarde in de afgrond en vanuit de afgrond uiteindelijk in de poel des vuurs. Hoewel de duivel overwonnen is en wij in Christus meer dan overwinnaars zijn, kan er op dit moment nog geen sprake zijn van een volledige binding van de duivel. Vanuit de hemelse gewesten zet hij zijn werk voort en gaat hij nog steeds rond als een brullende leeuw (1 Petrus 5:8) en een engel des lichts (2 Korintiërs 11:14). Zeker is het dat de duivel aan het kruis overwonnen is en dat we vanuit deze overwinning door het geloof in de Here Jezus vergeving van zonden, verzoening met een rechtvaardige God en eeuwig leven ontvangen hebben. De overwinning over de duivel zal pas definitief gevierd worden wanneer hij in de poel des vuurs geworpen is, dan is het echt voorbij met de duivel!
Theo Niemeijer
Antwoord:
Bij de opname van de gemeente komt de Here Jezus nóg niet op aarde terug. Hij komt dan de gemeente van de aarde wegnemen om voor altijd bij Hem te zijn. Het wordt vergeleken met een bruidegom die zijn bruid ophaalt naar het huis van zijn vader om daar de bruiloft te vieren. Bij de wederkomst van de Here Jezus op de Olijfberg komt Hij wel op aarde terug, maar dan niet alleen, ook de voltallige gemeente zal dan met Hem terugkomen. Vervolgens zal de gemeente dan, samen met de Here Jezus als koningen op aarde regeren (1 Korintiërs 6:2).
Deze twee gebeurtenissen kunnen niet gelijktijdig plaatsvinden. Vóór de gemeente met Christus op aarde zal regeren, zullen de gelovigen eerst voor de rechterstoel van Christus moeten verschijnen om beoordeeld te worden, op welke manier ze met Hem mogen regeren (2 Korintiërs 5:10).
De Bijbel leert ons dat na de opname van de gemeente, de laatste jaarweek uit Daniël 9 in vervulling zal gaan. In deze laatste zeven jaar zal de antichrist op aarde regeren en zich uiteindelijk tegen het Joodse volk keren. Aan het einde van deze zeven jaar zal Israël tot zijn God roepen en zal het volk zich tot de Here bekeren. Dan is het moment aangebroken waarop de Here Jezus, samen met Zijn gemeente in heerlijkheid zal wederkomen. Bij Zijn wederkomst zal de Here Jezus de antichrist met zijn handlanger, de valse profeet, in de poel des vuurs werpen en de duivel duizend jaar in de afgrond opsluiten.
Deze periode van zeven jaar tussen de opname van de gemeente en de zichtbare wederkomst van de Here Jezus, wordt ook wel de ‘grote verdrukking’ genoemd. Jeremia beschrijft dit als de ‘tijd van benauwdheid voor Jakob’ (30:4-9). Dit moment beschrijft hij als een dag ‘zonder weerga’, net zoals de grote verdrukking in Matteüs 24:21 beschreven wordt: ‘een periode zoals er nooit geweest is en ook nooit meer wezen zal’. Onmiskenbaar gaat het hier om dezelfde periode, die wij kennen als de grote verdrukking en die onmiddellijk voorafgaat aan de zichtbare wederkomst van de Here Jezus (Matteüs 24:29-30).
De gemeente kijkt uit naar de ‘komst’ van de Bruidegom om als bruid voor eeuwig bij Hem te zijn en als Hoofd van het lichaam, de gemeente, waarbij Hoofd en lichaam voor altijd verenigd zullen zijn. Israël verwacht de ‘wederkomst’, waarbij Hij als de Koning der Joden terug zal komen en tot Koning gekroond over Israël en de gehele wereld zal gaan regeren. De komst wordt in de Bijbel aangekondigd als het verschijnen van de Morgenster, die altijd in de vierde nachtwake, dus aan het einde van de nacht verschijnt. De wederkomst wordt in de Bijbel meestal vergeleken met de opgang van de zon, waarmee de nieuwe dag begint. Het verschijnen van de Morgenster zal nooit op hetzelfde moment plaatsvinden als de opgang van de zon, daarom vindt de opname van de gemeente eerder plaats dan de zichtbare wederkomst van de Here Jezus op aarde.
Zijn de vluchtelingen uit de Arabische landen voor Europa en ons land een zegen of een vloek? (A. C. te @)
Antwoord:
In Lucas 21:28 staat: ‘Wanneer deze dingen beginnen te gebeuren, richt u op...’ Als christenen zijn we geneigd om ons terug te trekken achter onze kerkmuren en de vluchtelingen als binnendringers en vijanden te zien. Allerlei oplossingen worden bedacht om de stroom vluchtelingen enigszins in te dammen, maar geen enkele maatregel blijkt afdoende te zijn. Linksom, achter Angela Merkel aan, blijkt niet te werken en rechtsom achter Geert Wilders aan wakkert de radicalisering alleen nog maar meer aan. Open Doors schrijft over de oproep van christelijke voorgangers uit het Midden-Oosten om de vluchtelingen hartelijk te ontvangen. Het gaat hier veelal om gebroken, gewonde en in nood verkerende islamitische gezinnen, die opgegroeid zijn in de overtuiging tot het beste volk en de beste religie te behoren. Nu komen ze als slachtoffer van hun eigen religie naar ons toe en hebben iemand nodig om hen te wijzen op de liefde van God in Christus, die nooit teleurstelt.
Als christenen hebben wij de in de Bijbel de opdracht gekregen om onze naasten over de liefde van de Here Jezus te vertellen. In Lucas 10:25-37 leert de Here Jezus ons wie onze naaste is! Daar laat Hij ons zien dat we zo gemakkelijk aan de nood van mensen voorbij kunnen gaan. De vluchtelingenstroom is geen ramp, maar juist een uitdaging om aan velen het evangelie te verkondigen. Zijn we daar als gemeente van Christus op voorbereid en zijn we er klaar voor? Bestel bij de ZakBijbelBond Arabische Bijbels en Nieuwe Testamenten om bij de poorten van de asielzoekerscentra uit te delen. Niemand die u dat kan verbieden! Nodig de vluchtelingen uit bij u in de kerk voor een maaltijd en laat hen zien dat God om hen geeft. Zo mogen we de blijde boodschap met hen delen en wordt de stroom van vluchtelingen geen vloek, maar juist een unieke kans en een zegen!
Kun je zeggen, dat de duivel op dit moment gebonden is? Zo zegt Hij in Matteüs 12:28-29 dat Hij alleen het huis van de sterke in kan gaan wanneer Hij de sterke eerst gebonden heeft. Ook de Bijbelgedeelten in Kolossenzen 2:15, Johannes 12:31, 16:11 en 19:30 spreken toch allemaal van de overwinning op de duivel? (P. W. te B.)
Antwoord:
In Jesaja 14:12-15 wordt over de val van Babel geschreven. Babel is in dit gedeelte een beeld van de duivel, die zich aan God gelijk wilde maken. We lezen hier dat hij van de ‘berg der samenkomst’ verbannen wordt en neergeworpen werd in de diepste groeve. Vanuit de hemelse heerlijkheid, waar hij eerst een beschuttende cherub was (Ezechiël 28:14), werd hij uit de hemel verbannen en kwam hij terecht in de hemelse gewesten (Efeziërs 6:11-12). Vanuit de hemelse gewesten regeert hij nu over de aarde.
Na de opname van de gemeente, waarna de grote verdrukking begint, lezen we in Openbaring 12:3 en 4 dat hij op aarde geworpen zal worden en zich tegen Israël en de overigen van haar nageslacht zal keren. Bij de wederkomst van de Here Jezus op aarde, zullen de antichrist en de valse profeet in de poel des vuurs geworpen worden (Openbaring 19:20) en de duivel in de afgrond opgesloten worden (Openbaring 20:1-3). Na het Messiaanse vrederijk, dat duizend jaar duurt, wordt de duivel nog voor een korte tijd losgelaten om de volkeren te verleiden en te verzamelen om tegen de heilige stad te strijden, waarna de duivel voorgoed in de poel des vuurs geworpen zal worden (Openbaring 20:10).
Achtereenvolgens zien we dus het volgende neergaande proces van de duivel: Vanuit de hemelse heerlijkheid naar de hemelse gewesten, vanuit de hemelse gewesten op de aarde, vanaf de aarde in de afgrond en vanuit de afgrond uiteindelijk in de poel des vuurs. Hoewel de duivel overwonnen is en wij in Christus meer dan overwinnaars zijn, kan er op dit moment nog geen sprake zijn van een volledige binding van de duivel. Vanuit de hemelse gewesten zet hij zijn werk voort en gaat hij nog steeds rond als een brullende leeuw (1 Petrus 5:8) en een engel des lichts (2 Korintiërs 11:14). Zeker is het dat de duivel aan het kruis overwonnen is en dat we vanuit deze overwinning door het geloof in de Here Jezus vergeving van zonden, verzoening met een rechtvaardige God en eeuwig leven ontvangen hebben. De overwinning over de duivel zal pas definitief gevierd worden wanneer hij in de poel des vuurs geworpen is, dan is het echt voorbij met de duivel!
Theo Niemeijer