Openbaring 5
De verzegelde boekrol en het Lam
Het hemelvisioen dat Johannes kreeg, begint in Openbaring 4 en gaat verder in Openbaring 5. In Openbaring 4 gaat het om de geopende deur in de hemel en het hemelse Sanhedrin. In dit hoofdstuk gaat het om de verzegelde boekrol en het Lam dat waardig is. Belangrijke vragen hierbij zijn: wat is dit voor een boekrol? En waarom is alleen het Lam waardig die in ontvangst te nemen en de zegels daarvan te verbreken?
Johannes zag in de rechterhand van Hem Die op de troon zat een boekrol. Deze was van binnen en buiten beschreven en verzegeld met zeven zegels. In de boekrol (een Losserrol) staat Gods bevrijdingsplan en zuiveringsplan met deze wereld. Daarin staat ook precies vermeld hoe Hij de onrechtmatige bezitter zijn macht zal ontnemen.
Nu is de duivel nog ‘de overste der wereld’ en ‘de overste van de macht der lucht’ (Johannes 14:30; Efeziërs 2:2). Zijn invloed is daarom groot in de wereld en het trieste is dat de mensheid het niet door heeft. Voortdurend is hij ook bezig om invloed en druk uit te oefenen op de gelovigen, door middel van: vervolgingen, verleidingen tot zonden en dwaalleren (Efeziërs 6:10-12).
Bij ‘de Openbaring van Jezus Christus’ zal deze tegenstander met zijn trawanten als een stuk vuil uit de hemel geslagen worden (Openbaring 12:7-9). Daarna worden zij bij hun nekvel gegrepen en gevangen gezet in een kerker, in ‘de put des afgronds’ (Openbaring 20:1-3). Zij zullen gedwongen plaats moeten maken voor de komende Vredevorst! Dan zal er op aarde een nieuwe tijd aanbreken: van Vrede en van Gerechtigheid (Romeinen 11:26; Jesaja 2:4).
De wortel Davids heeft overwonnen!
Niemand in de hemel, op de aarde en onder de aarde bleek waardig te zijn om de eigendomsakte uit Gods hand te openen, of daar in te zien. Daarom huilde Johannes erg! “Nergens wordt zo indringend de hopeloze positie van de mens duidelijk als in dit gedeelte van de Apocalyps! Nergens ook wordt duidelijker geïllustreerd dat alle pogingen van de mens het verloren paradijs terug te winnen volkomen vergeefs zijn.”1 Uiteindelijk werd Johannes gezegd dat hij moest stoppen met huilen, want God heeft voorzien in Iemand die waardig is. De Leeuw uit de stam Juda, de wortel Davids, heeft overwonnen (Jesaja 11:10; Openbaring 22:16). Hieruit blijkt dat Christus’ offer niet alleen noodzakelijk was voor vergeving van zonde, maar ook nodig was om de losserakte te mogen openen, om de aarde te kunnen terugvorderen.
Het volmaakte Lam
Als iemand in Israël vanwege een schuld zijn eigendom kwijt zou raken, dan kon het naaste familielid er tussen komen en betalen, maar die moest zelf zonder schuld zijn en in staat zijn te betalen (Leviticus 25:48-49). De lossing werd gedaan op een verzegelde koopbrief (Jeremia 32:8-15). Omdat Jezus Mens werd is Hij als één van ons geworden en kon Hij voor ons als plaatsvervanger sterven. Hij was zonder schuld en kon met Zijn bloed de losprijs betalen (1 Petrus 1:18-19). Hij is daarom onze ‘Losser’ (Hebr. ‘Goël’): ‘Zie, het Lam Gods, dat de zonde der wereld wegneemt’ (Johannes 1:29).
Hij, de schepper van hemel en aarde is God en is ook het Lam (Johannes 1:1; Romeinen 11:36). Hoe kan dat? God kan immers niet sterven. Maar omdat Hij Zichzelf als Mens heeft vernederd, kon Hij wel sterven. Hierin zien wij dat Jezus Christus waarlijk God en waarlijk Mens is (Kolossenzen 1:1; 1 Timoteüs 3:16). Het volmaakte en meest heilige offer kon alleen het Lam zijn (Hebreeën 10:5-7). Hij is de Losser Zelf!
Hij is het Lam en ook de Leeuw
Waarschijnlijk mogen we het zo zien, dat wanneer het Lam de boekrol in ontvangst neemt, Zijn Openbaring aan de wereld begint. Dat zal niet zonder slag of stoot gebeuren. Het zal ook niemand op aarde ontgaan. En niemand zal er ook voor kunnen wegvluchten als Jezus Christus Zichzelf openbaart. De Hebreeënschrijver zegt: ‘Vreselijk is het, te vallen in de handen van de levende God!’ (10:31). De Here Jezus heeft daarover gezegd: ‘En indien die dagen niet ingekort werden, zou geen vlees behouden worden…’ (Matteüs 24:22).
Voor eeuwig is Hij Dezelfde, zoals: het Lam, de Leeuw en het Woord (Hebreeën 13:8). Hij doet alleen niet altijd dezelfde dingen. Zo kwam Hij als een Lam, om de zonde van de wereld op zich te nemen. Als Hij wederkomt zal Hij komen als de Leeuw van Juda, in Zijn overwinnende strijd op de duivel en zijn trawanten. En tegen allen die op aarde met de boze hebben gecollaboreerd.
Voor Zijn Gemeente, die geheiligd is in Zijn bloed, geldt: ‘want God heeft ons niet gesteld tot toorn, maar tot het verkrijgen van zaligheid door onze Here Jezus Christus’ (1 Tessalonicenzen 5:9). Zo lezen we over de in heerlijkheid opgenomen Gemeente: ‘En zij zongen een nieuw lied en zeiden: U bent het waard om de boekrol te nemen en zijn zegels te openen, want U bent geslacht en hebt ons voor God gekocht met Uw bloed, uit elke stam, taal, volk en natie. En U hebt ons voor onze God gemaakt tot koningen en priesters, en wij zullen als koningen regeren over de aarde’ (Openbaring 5:9-10, HSV).
Boeken in Openbaring
Ten tijde van de apostel schreef men op rollen (papyrus). Opgerold kon men zo’n rol in de hand houden. Het materiaal van de zegels bestond uit klei of was. De verzegelde boekrol in Openbaring 5 is één van de boeken die in Openbaring genoemd worden:
1. de Openbaring zelf: ‘Hetgeen gij ziet, schrijf dat in een boek en zend het aan de zeven gemeenten…’ (1:11).
2. de verzegelde boekrol in de hemel: ‘En het (Lam) kwam en heeft (de rol) aangenomen uit de rechterhand van Hem, die op de troon gezeten was’ (5:6).
3. een boekrolletje uit de hand van een engel: ‘En ik nam het boekje uit de hand van de engel en at het op, en het was in mijn mond zoet als honing, maar toen ik het gegeten had, werd mijn buik bitter’ (10:10).
4. de boeken bij de witte troon: ‘En ik zag de doden, de groten en de kleinen, staande voor de troon, en er werden boeken geopend’ (20:12a).
5. het Boek des Levens: ‘En nog een ander boek werd geopend, het (Boek) des Levens; en de doden werden geoordeeld op grond van hetgeen in de boeken geschreven stond, naar hun werken’ (20:12b).
In één van die boeken staat ook jouw naam. Weet jij in welk? Dat hangt af van jouw keuze. En waar je ook schuldig in bent, niets liever wil Hij je vergeven en een nieuw leven geven en je naam schrijven in ‘het Boek des Levens’: ‘Zo is dan wie in Christus is een nieuwe schepping; het oude is voorbijgegaan, zie, het nieuwe is gekomen’ (2 Korintiërs 5:17).
Jeep van der Schoot
1 Huib Verweij, ‘De terugkeer van Jezus Christus’, blz. 87-88 (1978).
Het hemelvisioen dat Johannes kreeg, begint in Openbaring 4 en gaat verder in Openbaring 5. In Openbaring 4 gaat het om de geopende deur in de hemel en het hemelse Sanhedrin. In dit hoofdstuk gaat het om de verzegelde boekrol en het Lam dat waardig is. Belangrijke vragen hierbij zijn: wat is dit voor een boekrol? En waarom is alleen het Lam waardig die in ontvangst te nemen en de zegels daarvan te verbreken?
Johannes zag in de rechterhand van Hem Die op de troon zat een boekrol. Deze was van binnen en buiten beschreven en verzegeld met zeven zegels. In de boekrol (een Losserrol) staat Gods bevrijdingsplan en zuiveringsplan met deze wereld. Daarin staat ook precies vermeld hoe Hij de onrechtmatige bezitter zijn macht zal ontnemen.
Nu is de duivel nog ‘de overste der wereld’ en ‘de overste van de macht der lucht’ (Johannes 14:30; Efeziërs 2:2). Zijn invloed is daarom groot in de wereld en het trieste is dat de mensheid het niet door heeft. Voortdurend is hij ook bezig om invloed en druk uit te oefenen op de gelovigen, door middel van: vervolgingen, verleidingen tot zonden en dwaalleren (Efeziërs 6:10-12).
Bij ‘de Openbaring van Jezus Christus’ zal deze tegenstander met zijn trawanten als een stuk vuil uit de hemel geslagen worden (Openbaring 12:7-9). Daarna worden zij bij hun nekvel gegrepen en gevangen gezet in een kerker, in ‘de put des afgronds’ (Openbaring 20:1-3). Zij zullen gedwongen plaats moeten maken voor de komende Vredevorst! Dan zal er op aarde een nieuwe tijd aanbreken: van Vrede en van Gerechtigheid (Romeinen 11:26; Jesaja 2:4).
De wortel Davids heeft overwonnen!
Niemand in de hemel, op de aarde en onder de aarde bleek waardig te zijn om de eigendomsakte uit Gods hand te openen, of daar in te zien. Daarom huilde Johannes erg! “Nergens wordt zo indringend de hopeloze positie van de mens duidelijk als in dit gedeelte van de Apocalyps! Nergens ook wordt duidelijker geïllustreerd dat alle pogingen van de mens het verloren paradijs terug te winnen volkomen vergeefs zijn.”1 Uiteindelijk werd Johannes gezegd dat hij moest stoppen met huilen, want God heeft voorzien in Iemand die waardig is. De Leeuw uit de stam Juda, de wortel Davids, heeft overwonnen (Jesaja 11:10; Openbaring 22:16). Hieruit blijkt dat Christus’ offer niet alleen noodzakelijk was voor vergeving van zonde, maar ook nodig was om de losserakte te mogen openen, om de aarde te kunnen terugvorderen.
Het volmaakte Lam
Als iemand in Israël vanwege een schuld zijn eigendom kwijt zou raken, dan kon het naaste familielid er tussen komen en betalen, maar die moest zelf zonder schuld zijn en in staat zijn te betalen (Leviticus 25:48-49). De lossing werd gedaan op een verzegelde koopbrief (Jeremia 32:8-15). Omdat Jezus Mens werd is Hij als één van ons geworden en kon Hij voor ons als plaatsvervanger sterven. Hij was zonder schuld en kon met Zijn bloed de losprijs betalen (1 Petrus 1:18-19). Hij is daarom onze ‘Losser’ (Hebr. ‘Goël’): ‘Zie, het Lam Gods, dat de zonde der wereld wegneemt’ (Johannes 1:29).
Hij, de schepper van hemel en aarde is God en is ook het Lam (Johannes 1:1; Romeinen 11:36). Hoe kan dat? God kan immers niet sterven. Maar omdat Hij Zichzelf als Mens heeft vernederd, kon Hij wel sterven. Hierin zien wij dat Jezus Christus waarlijk God en waarlijk Mens is (Kolossenzen 1:1; 1 Timoteüs 3:16). Het volmaakte en meest heilige offer kon alleen het Lam zijn (Hebreeën 10:5-7). Hij is de Losser Zelf!
Hij is het Lam en ook de Leeuw
Waarschijnlijk mogen we het zo zien, dat wanneer het Lam de boekrol in ontvangst neemt, Zijn Openbaring aan de wereld begint. Dat zal niet zonder slag of stoot gebeuren. Het zal ook niemand op aarde ontgaan. En niemand zal er ook voor kunnen wegvluchten als Jezus Christus Zichzelf openbaart. De Hebreeënschrijver zegt: ‘Vreselijk is het, te vallen in de handen van de levende God!’ (10:31). De Here Jezus heeft daarover gezegd: ‘En indien die dagen niet ingekort werden, zou geen vlees behouden worden…’ (Matteüs 24:22).
Voor eeuwig is Hij Dezelfde, zoals: het Lam, de Leeuw en het Woord (Hebreeën 13:8). Hij doet alleen niet altijd dezelfde dingen. Zo kwam Hij als een Lam, om de zonde van de wereld op zich te nemen. Als Hij wederkomt zal Hij komen als de Leeuw van Juda, in Zijn overwinnende strijd op de duivel en zijn trawanten. En tegen allen die op aarde met de boze hebben gecollaboreerd.
Voor Zijn Gemeente, die geheiligd is in Zijn bloed, geldt: ‘want God heeft ons niet gesteld tot toorn, maar tot het verkrijgen van zaligheid door onze Here Jezus Christus’ (1 Tessalonicenzen 5:9). Zo lezen we over de in heerlijkheid opgenomen Gemeente: ‘En zij zongen een nieuw lied en zeiden: U bent het waard om de boekrol te nemen en zijn zegels te openen, want U bent geslacht en hebt ons voor God gekocht met Uw bloed, uit elke stam, taal, volk en natie. En U hebt ons voor onze God gemaakt tot koningen en priesters, en wij zullen als koningen regeren over de aarde’ (Openbaring 5:9-10, HSV).
Boeken in Openbaring
Ten tijde van de apostel schreef men op rollen (papyrus). Opgerold kon men zo’n rol in de hand houden. Het materiaal van de zegels bestond uit klei of was. De verzegelde boekrol in Openbaring 5 is één van de boeken die in Openbaring genoemd worden:
1. de Openbaring zelf: ‘Hetgeen gij ziet, schrijf dat in een boek en zend het aan de zeven gemeenten…’ (1:11).
2. de verzegelde boekrol in de hemel: ‘En het (Lam) kwam en heeft (de rol) aangenomen uit de rechterhand van Hem, die op de troon gezeten was’ (5:6).
3. een boekrolletje uit de hand van een engel: ‘En ik nam het boekje uit de hand van de engel en at het op, en het was in mijn mond zoet als honing, maar toen ik het gegeten had, werd mijn buik bitter’ (10:10).
4. de boeken bij de witte troon: ‘En ik zag de doden, de groten en de kleinen, staande voor de troon, en er werden boeken geopend’ (20:12a).
5. het Boek des Levens: ‘En nog een ander boek werd geopend, het (Boek) des Levens; en de doden werden geoordeeld op grond van hetgeen in de boeken geschreven stond, naar hun werken’ (20:12b).
In één van die boeken staat ook jouw naam. Weet jij in welk? Dat hangt af van jouw keuze. En waar je ook schuldig in bent, niets liever wil Hij je vergeven en een nieuw leven geven en je naam schrijven in ‘het Boek des Levens’: ‘Zo is dan wie in Christus is een nieuwe schepping; het oude is voorbijgegaan, zie, het nieuwe is gekomen’ (2 Korintiërs 5:17).
Jeep van der Schoot
1 Huib Verweij, ‘De terugkeer van Jezus Christus’, blz. 87-88 (1978).