Op pad voor Zoeklicht-seminars…

Jules Hollebrandse • 92 - 2016 • Uitgave: 14/15
In een themanummer over ‘Reizen’ past een korte impressie van Zoeklicht seminars. Want één van de kenmerken van die seminars is dat we er voor moeten reizen! Ook al denk je redelijk centraal te wonen (Apeldoorn), voor een seminar in Rotterdam of Middelburg ben je toch wel een paar uur onderweg. Meer reistijd dan spreektijd… Veel mensen beschouwen reistijd als ‘verloren tijd’, maar is dat altijd zo?

Denk eens aan Paulus, de zendingsapostel. Als er één prediker veel gereisd heeft, dan is hij het wel. Maar hij had het er graag voor over om mensen in aanraking te kunnen brengen met het Evangelie. Hij zegt: ‘ik heb overvloediger gearbeid dan zij allen’ (1 Korintiërs 15:10, SV). Het reizen hoorde er voor hem helemaal bij. Ongetwijfeld zal hij onderweg goede gesprekken met zijn metgezellen hebben gehad.
Of neem die kamerheer uit Ethiopië, de schatkistbeheerder van de Candacé of Kandakè (koningin). Hij maakte een woestijnreis van zo’n 4.000 km. om ‘in Jeruzalem te gaan aanbidden’ (Handelingen 8:27). Zó belangrijk was dat doel voor hem.

Voorbeschouwing
Ik moet daar wel eens aan denken als we onderweg zijn in onze droge, warme, comfortabele auto naar de plaats waar we zijn uitgenodigd om te spreken. Luisterend naar goede muziek of pratend met Rinus van Otterlo, die me vaak vergezelt en ter plaatse de boekentafel verzorgt. “Wat treffen we aan? Zouden ze alles goed georganiseerd hebben? Hoe zal de opkomst zijn? Zal de boodschap aanslaan?” Enzovoorts. Allerlei vragen naar het resultaat wat we graag op onze inspanningen zouden willen zien.
Daar was Paulus niet zo mee bezig, denk ik. Waar God hem ook naar toe stuurde, daar verkondigde hij het Evangelie, passend bij de situatie. Of hij nu in een plaatselijke synagoge sprak, of tot een groepje vrouwen aan de rivier (Handelingen 16:13), of in het gezin van de gevangenbewaarder (Handelingen 16:32) of op de Areopagus (Handelingen 17:22). Kleine en grote groepen mensen, eenvoudigen en geleerden, rijk en arm, hij verkondigde hen allemaal datzelfde Evangelie van de gekruisigde en opgestane Christus. In de wetenschap dat hij moest zaaien en dat God Zelf wel voor de wasdom zou zorgen.

Resultaat
Zo bezien zal dat onze vragen rond opkomst, sfeer, entourage, ontvangst enz. voor een seminar wegnemen. Natuurlijk zijn we zelf verantwoordelijk voor een goede voorbereiding, maar dan mogen we het daarna ook overgeven. En dat werkt bevrijdend. In modern jargon uitgedrukt: wij zijn niet resultaat-verantwoordelijk, maar hebben wel een inspanningsverplichting.
Dan kan het gebeuren dat de Geest in een groepje van 20 mensen meer zegen kwijt kan dan in een met 2000 mensen gevulde Grote Kerk. Wij moeten niet denken in aantallen!
Ik zeg wel eens: “Weet je, hoeveel of hoe weinig mensen er ook zijn en hoe de Boodschap ook valt, de eerste zegen is al verkregen, want die was (bij de voorbereiding) voor mezelf!”

Blijdschap
Filippus werd ook op pad gestuurd. Hij moest naar de eenzame weg tussen Jeruzalem en Gaza gaan, om daar die Ethiopische man te ontmoeten. Samen zitten ze op de wagen. Filippus legde hem de woorden van de profetie van Jesaja uit en ‘verkondigde hem Jezus’ (Handelingen 8:35). Géén volle zaal, maar wél vrucht op de prediking, want die man kwam tot geloof, legde daar belijdenis van af en werd gedoopt! Het werd een zegenrijke reis! We lezen dat hij ‘zijn weg met blijdschap vervolgde’ (Handelingen 8:36-39).

Wat is het een geweldig mooie ervaring als je zó, na een seminar, met blijdschap in je hart, naar huis mag rijden. Blijdschap, omdat je de Boodschap kwijt kon en iets gemerkt hebt van de werking van de Geest en wat dat met mensen doet.
Zo bekeken is reistijd geen ‘verloren’ tijd, maar tijd die zich vult met blijde dankbaarheid!

Jules Hollebrandse