Op kamers...
Angsten om mijn tiener
Ze is de laatste tijd erg onhandelbaar. De leeftijd natuurlijk en misschien moet ze ongesteld worden, maar dat mogen we vooral niet zeggen. Toch ben ik dankbaar. Ze is niet aan de drugs, ze drinkt niet en ze rookt niet. Ze loopt ook niet weg van huis, ze heeft alleen een te grote mond. En we moeten vooral niet over God praten, de Bijbel is ook maar een ouderwets boek en bidden voor het eten is ook niet nodig.
Ze is niet gelukkig. Ze heeft een probleem waar ze niet over wil praten. Ze heeft ouders die haar toch niet begrijpen. Trouwens, daar heeft ze toch lak aan. Kortom, bij ons is die houding wel bekend. Ze is onze derde dochter, maar haar geval is uniek en zij zit er maar mee. Ze wil ook nog op kamers gaan wonen. We zien dàt al helemaal niet zitten. Zeventien is ze nog maar en ze kan nog geen ei bakken en ze is veel te gemakkelijk beïnvloedbaar. We gaan er tegenin, proberen met haar te praten, haar te overtuigen, maar niets helpt. We leggen ons er uiteindelijk maar bij neer. We zoeken een appartementje en ze installeert zich met haar eigen verdiende geld. Ik weet niet of ik blij moet zijn of verdrietig, maar om de één of andere reden krijg ik er vrede mee. Ik zeg haar, dat ze zich best zal redden en dat geeft haar een behoorlijke duw in de goede richting. En ik geloof ook dat ze zich redden zal.
De eerste nacht in haar eigen 'huis' vraagt ze of ik wil blijven slapen. De eerste tijd belt ze iedere avond op. Ze heeft het erg naar de zin. Ook op de nieuwe school gaat het goed.
En dan op een dag, als ik bij haar kom, zie ik naast haar bed de Bijbel liggen. Ik zeg er niets van, maar na een poosje komt ze met een tekst en zegt heel triomfantelijk dat ze de Bijbel leest. Fijn schat, daar leer je veel van.
Na een paar weken komt ze thuis, valt ons om de nek en zegt in tranen dat ze veel van ons houdt en dat ze zo gelukkig is en blij dat God van haar houdt. We weten nauwelijks wat ons overkomt. Die avond dank ik de Heer. Hij heeft dit allemaal al voorzien. Wat hebben we toch vaak een klein vertrouwen. We lieten onze jongste met een zwaar hart vertrekken, maar dit moest gebeuren.
Ze is er natuurlijk nog lang niet, maar de eerste stappen zijn gezet.
Irma Hofstede
woont in Frankrijk
Ze is de laatste tijd erg onhandelbaar. De leeftijd natuurlijk en misschien moet ze ongesteld worden, maar dat mogen we vooral niet zeggen. Toch ben ik dankbaar. Ze is niet aan de drugs, ze drinkt niet en ze rookt niet. Ze loopt ook niet weg van huis, ze heeft alleen een te grote mond. En we moeten vooral niet over God praten, de Bijbel is ook maar een ouderwets boek en bidden voor het eten is ook niet nodig.
Ze is niet gelukkig. Ze heeft een probleem waar ze niet over wil praten. Ze heeft ouders die haar toch niet begrijpen. Trouwens, daar heeft ze toch lak aan. Kortom, bij ons is die houding wel bekend. Ze is onze derde dochter, maar haar geval is uniek en zij zit er maar mee. Ze wil ook nog op kamers gaan wonen. We zien dàt al helemaal niet zitten. Zeventien is ze nog maar en ze kan nog geen ei bakken en ze is veel te gemakkelijk beïnvloedbaar. We gaan er tegenin, proberen met haar te praten, haar te overtuigen, maar niets helpt. We leggen ons er uiteindelijk maar bij neer. We zoeken een appartementje en ze installeert zich met haar eigen verdiende geld. Ik weet niet of ik blij moet zijn of verdrietig, maar om de één of andere reden krijg ik er vrede mee. Ik zeg haar, dat ze zich best zal redden en dat geeft haar een behoorlijke duw in de goede richting. En ik geloof ook dat ze zich redden zal.
De eerste nacht in haar eigen 'huis' vraagt ze of ik wil blijven slapen. De eerste tijd belt ze iedere avond op. Ze heeft het erg naar de zin. Ook op de nieuwe school gaat het goed.
En dan op een dag, als ik bij haar kom, zie ik naast haar bed de Bijbel liggen. Ik zeg er niets van, maar na een poosje komt ze met een tekst en zegt heel triomfantelijk dat ze de Bijbel leest. Fijn schat, daar leer je veel van.
Na een paar weken komt ze thuis, valt ons om de nek en zegt in tranen dat ze veel van ons houdt en dat ze zo gelukkig is en blij dat God van haar houdt. We weten nauwelijks wat ons overkomt. Die avond dank ik de Heer. Hij heeft dit allemaal al voorzien. Wat hebben we toch vaak een klein vertrouwen. We lieten onze jongste met een zwaar hart vertrekken, maar dit moest gebeuren.
Ze is er natuurlijk nog lang niet, maar de eerste stappen zijn gezet.
Irma Hofstede
woont in Frankrijk