Op de bres!

Marianne Glashouwer-van der Lugt • 76 - 2000/01 • Uitgave: 13
Hebt u onlangs ook op televisie die prachtige film "Hanna's war" gezien? Dit is het waar gebeurde verhaal van een jonge Joodse vrouw in Hongarije, die het eind jaren '30 niet meer uithoudt in Boedapest, vanwege de anti-Joodse maatregelen. Ze besluit naar het toenmalige Palestina te gaan om daar in een kibboets te gaan werken, en zo mee te helpen aan de opbouw van het land. Wanneer de oorlog uitbreekt gaat Hanna Senesh in dienst van de Britse luchtmacht terug naar Hongarije. Haar taak zal voornamelijk het redden van Britse piloten zijn, maar ook het verzet te helpen. Als ze hoort wat er met haar Joodse broeders en zusters gebeurt, besluit ze, in naam van haar nieuwe vaderland, zich voor hen in te zetten. Ze wordt daarbij opgepakt en gevangen genomen, en zal haar strijd uiteindelijk met de dood moeten bekopen. De Russen staan al aan de rand van Boedapest, als ze door een Hongaars vuurpeloton wordt doodgeschoten. Door de prachtige verzetspoëzie, die ze heeft geschreven, en die na haar dood gepubliceerd is, is ze in Israël nog steeds een lichtend voorbeeld voor velen. Ze stond op de bres voor haar land en volk.

Zo ook de Duitse theoloog Dietrich Bonhoeffer. Zo jong als hij was, signaleerde hij al aan het begin van Hitlers machtsovername het gevaar voor de kerk. Toen de Neurenberger wetten in 1935 werden afgekondigd, waarbij de Joden hun burgerrecht ontnomen werd, tekende hij fel protest aan in zijn kerk (de Evangelische Lutherse Kerk). Heel wat predikanten gingen mee in dit protest, en zo ontstond de "Bekennende Kirche". Dietrich Bonhoeffer voelde zich zeer verwant aan het Joodse volk. Zijn tweelingzuster Sabine was getrouwd met een Joodse christen, een collega predikant was van Joodse afkomst, en de familie had vele Joodse vrienden en bekenden. Aan moed ontbrak het de familie ook niet, getuige het voorval waarbij de oude grootmoeder Juli Bonhoeffer (91 jaar oud!) zich niets aantrok van het verbod om in Joodse winkels te kopen en onvervaard tussen een kordon van SA-troepen doorliep om rustig in een Joodse winkel haar inkopen te doen. Want "dat was ze nu eenmaal zo gewend, en ze liet zich dat door niemand afnemen"! Bonhoeffer stond op de bres voor de kerk en het Joodse volk. Ook hij heeft zijn verzet met de dood moeten bekopen. Enkele dagen voor het einde van de oorlog werd hij opgehangen in het concentratiekamp Flossenburg.

Deze hele verschrikkelijke geschiedenis ligt nu al weer 55 jaar achter ons. Maar telkens als ik erover lees, of beelden ervan zie, bekruipt me de gedachte: hoe is dit mogelijk geweest, het is te ontzettend om te bevatten, hoe hebben mensen dit de Joden aan kunnen doen? Het is een demonische gebeurtenis geweest. Ik ben pas na de oorlog geboren, maar ik vraag me wel eens af hoe ik zou hebben gereageerd, of ik zo moedig zou zijn geweest om bijvoorbeeld Joden bij mij thuis te laten onderduiken. Het antwoord daarop is natuurlijk niet te geven, maar wel kunnen we onze houding vandaag bepalen. Staan wij ook op de bres? Zijn we trouw aan God in de kleine dingen, hoe reageren we als er in onze omgeving gevloekt wordt, als Gods eer in het geding komt. Als het gaat om abortus en euthanasie. Durven we vast op Gods Woord te blijven staan, als het gaat bijvoorbeeld om homofilie? We hebben al gezien dat je dan een proces aangespannen kunt krijgen! In Amerika is het allemaal al verder dan hier in Nederland.

Daar wordt het christelijk geloof al veel meer naar de persoonlijke sfeer verbannen. In sommige staten durven winkeliers tijdens de Kerstdagen geen christelijke kerstliederen in hun winkels te laten horen "uit vrees mensen van een ander geloof daarmee te kwetsen". In de staat Virginia verbood het hoofd van de lagere school een gehandicapt meisje om haar Bijbel te lezen, terwijl ze in de schoolbus zat die haar naar huis bracht, "omdat de buE eigendom van de school was". Zo zijn er nog wel meer voorbeelden te noemen. Zo erg is het hier gelukkig nog niet, maar laten we wel waakzaam blijven!

Staan wij op de bres voor het Joodse volk? Ze hebben onze steun nu meer dan ooit nodig. Nu, met de zogenaamde vredesonderhandelingen; die niet meer dan een andere vorm van oorlog voeren zijn! Moeten ze dan delen van het land maar prijsgeven, het land dat God hun gegeven heeft? Moeten ze dan Jeruzalem maar in tweeën splitsen? De stad die al 3000 jaar hoofdstad van het Joodse volk is? En waar de Here Zijn Naam wil doen wonen? Amsterdam is al 200 jaar de hoofdstad van Nederland. Moeten we nu maar een gedeelte geven aan de vele buitenlanders die daar wonen? Als we over Jeruzalem spreken, dan gaat het niet over zomaar een stad, nee, we betreden heilige grond. Leest u er het prachtige gedeelte uit Jesaja 2:1-5 maar op na, waar het gaat over het komende vrederijk. "En alle volkeren zullen derwaarts trekken en zeggen: Komt, laten wij opgaan naar de berg des Heren, naar het huis van de God Jakobs, opdat Hij ons lere aangaande zijn wegen en opdat wij zijn paden bewandelen. Want uit Sion zal de wet uitgaan en des Heren woord uit Jeruzalem". Wat een heerlijke toekomst staat Jeruzalem nog te wachten!

Laten we op de bres staan voor Israël. Laten we op de bres gaan staan in de voorbede. Laten we de Here aanhoudend in gebed om ontferming smeken voor Zijn volk. Laten we bidden om de vrede van Jeruzalem. Dat is een bijbelse opdracht (Psalm 122:6). En dan mogen we ook weten: wie Abraham zegent, wordt gezegend. Dat is echt waar. Ik heb het zelf ervaren!

Marianne Glashouwer-van der Lugt