Oorlog op Grote Verzoendag

Feike ter Velde • 76 - 2000/01 • Uitgave: 16
HET VREDESPROCES, ZO HET AL OOIT HEEFT BESTAAN, KWAM RUW TOT EEN EINDE IN DE DAGEN VOORAFGAANDE AAN JOM KIPPOER, DE GROTE VERZOENDAG. ISRAËL BRANDDE OP TAL VAN PLAATSEN, KOGELS, MOLOTOV-COCKTAILS EN STENEN REGENDEN NEER OP ISRAËLISCHE MILITAIRE POSTEN. DRIE SOLDATEN WERDEN GEVANGENGENOMEN, WANT OOK HEZUOLLAH IS TERUG IN DE STRIJD. WAT NU?

Grote Verzoendag is de grootste en belangrijkste dag van het jaar voor het Joodse volk. In Israël rijden er dan geen auto's, er is geen radio en televisie, er wordt vierentwintig uur lang niets gegeten en gedronken. "De sjoelbezoekers gaan deze morgen niet als gentlemen ter synagoge. Hun stevige leren schoenen, die hen op andere dagen in staat stellen met zelfverzekerde tred over straat te gaan, hebben ze in de kast laten staan. Ongewassen, ongeschoren en met een lege maag sloffen ze naar de sjoel. Wanneer van je wordt verwacht dat je met 'een verbroken en verbrijzeld hart' voor Gods aangezicht verschijnt (Ps. 51:19) zorg je ervoor dat uiterlijk en innerlijk met elkaar in overeenstemming zijn" (uit: "Met de Joden op weg" - H.v.d. Molen).

Sprekend over de Grote Verzoendag zegt rabbijn S.Ph. De Vries Mzn. "Jom Kippoer, de Grote Verzoendag is de grote dag van het Joodse jaar, die bestemd is om gans en alleen gewijd te zijn aan eigen onderzoek van binnen, aan volle inkeer in zichzelf… Week aan week, telkens na zes werkdagen, leggen wij - zo is immers de sabbathgedachte - onze menselijke scheppingsmacht over de stof, die God in onze handen heeft gegeven, ter neder. Wij treden uit onze heerschappij en als dienaren, die des Scheppers werk op Zijn bevel verrichten, erkennen wij, dat wij dienaren en ten allerhoogste herscheppers zijn en dat Hij alleen de Schepper der wereld was. En is. Zo zullen we ons dan nimmer zetten op de troon van God, Wiens stede-houders op aarde we bestemd zijn te zijn; Wiens wil ons werk is, en die we als evenbeelden moeten vervangen, als Godsgestalten op aarde hebben te manifesteren. En op Grote Verzcendag, die ene Sabbath in het hele jaar, die grote jaar-sabbath, dan leggen :.gij eveneens onze macht en heerschappij aan de voet van de Goddelijke troon. Ook dan is sabbath voor ons in dezelfde zin, dat wij onze handen aan alle arbeid onttrekken en onze scheppende geest aan de dienst van lichaam en stof. Dan is God op de troon als Schepper en dan staan wij er rondomheen met lege slappe handen.

Maar dan ligt er bovendien ons werk. Tot onderzoek. En boven dat werk zweeft de vraag: Is dat uw werk? Wat hebt ge gemaakt van de taak die u is opgegeven? Hebt ge als mens uw plicht gedaan? Als jood geleefd? Zie uw daden na. Toets uw woorden. Peil uw gedachten. En oordeel. Niet of ge zelf tevreden zijt, niet of een ander u toejuicht of verguist. Maar neem de maatstaf van God en Zijn Wil en vraag of Hij tevreden kan zijn. Wees u een streng rechter. Ge komt tekort. Ge kunt voor de Rechterstoel van God niet standhouden. Laat het u niet verontrusten of ontmoedigen en u daarom misschien liever de eigen ogen half of heel voor uw feilen doen sluiten. Als ge slechts waar wilt zijn, eerlijk en streng en onverbiddelijk en zien wilt en niet verschonen, dan moogt ge ook als zondig wezen voor de Rechter verschijnen. Want die Rechter is immers ook uw Vader. Een Vader, Wiens liefde nooit is uitgeput en Wiens genade ook in eeuwigheid niet eindigt. De Vader, die in de hemel is, maar ook - vergeet dit niet - Koning der gerechtigheid op aarde. Vader en Rechter. En de Vader staat niets aan de Rechter af en de Rechter -niets aan de Vader. Als beiden zijn zij absoluut. En samen: de Eenheid. Voor de troon van deze God brengt ons Jom Kippoer. Hij is de Sabbath!

JOM KIPPOER 1973
Zevenentwintig jaar geleden vielen Egypte en Syrië, vervuld van haat, Israël binnen op Jom Kippoer Egypte met een overmacht aan troepen, 800.000 man, een overmacht aan tanks, 2.200 tanks, 2.300 stuks zware artillerie, 150 batterijen luchtdoelraketten en 550 moderne straaljagers.

Syrië viel aan met een overmacht van zeven divisies infanterie, waaronder troepen uit Marokko. Vijftienhonderd moderne tanks uit de Sovjet-Unie en moderne Russische luchtdoelraketten rondom Damascus.

Op de grote Sabbath, Jom Kippoer, 6 oktober 1973, om 14.00 uur, staken 240 Egyptische straaljagers het Suezkanaal over voor het eerste massale bombardement op Israëlische doelen in de Sinai, vliegvelden, luchtdoelstellingen en radarposten. Op hetzelfde uur opende Syrië met groot geschut het vuur aan de noordgrens op de Golan. Vijftig minuten regende een geweldige hoeveelheid bommen op Israëls militaire posten. Toen de eerste post op de Hermon was veroverd vlogen direct Russische helikopters Israël binnen om de geavanceerde radartechniek weg te roven. Syrische tanks en infanterie rolden Israël binnen. Groot alarm was geslagen in heel Israël. De legendarische jonge luitenant, Zwicka Gringold, was als eerste uit de synagoge bij de noordgrens. Alles wat rijden kon bracht de Israëlische soldaten van overal terug naar het slagveld. Met slechts vier tanks en met de moed der wanhoop heeft Gringold de Syrische 90ste tankbrigade opgehouden langs de Tapline weg. Toen de avond viel vermoedden de Syriërs veel meer aan Israëlische kant dan die vier tanks, die met snelle bewegingen in staat waren een groot aantal Syrische tanks uit te schakelen. Tijdwinst was van het grootste belang om Israëls reservetroepen naar het slagveld te brengen.

In het zuiden was het al even rampzalig. Na de eerste massale luchtaanvallen en enorme artilleriebeschietingen - ongeveer 175 bommen en granaten per seconde(!) vielen op Israëls posten in de Sinai - staken de eerste 8.000 Egyptische infanteristen het Suezkanaal over. Zowel in het noorden als in het zuiden vielen er velen van Israëls leger. Er zijn echter veel verhalen van heldenmoed, van jonge Israëlies, die zich tegenover een ongekende overmacht wisten. Er was geen houden aan. De Jom Kippoer oorlog - 6 oktober 1973 - was begonnen.

JOM KIPPOER 2000
Israël is er nog. Dat mag een wonder heten! In de Jom Kippoer oorlog van 1973 vreesden velen de ondergang van de staat Israël. Duizenden Israëlische militairen sneuvelden in die eerste dagen, voordat er een keer kwam op het slagveld en Syrië en Egypte drie weken na de laffe aanval op biddend Israël verpletterend werden verslagen. Tijdens Jom Kippoer 2000 zag de wereld hoe het vredesproces ten grave werd gedragen. Palestijnse kinderen, die al vanaf hun vierde levensjaar leren de Joden te haten en te doden, gooiden nu als tieners de stenen en de molotov-cocktails naar Israëls legerposten. Daar deden de Palestijnse politiemannen van Arafat, naar schatting zijn er zo'n dertigduizend bewapende strijders, een flinke schep bovenop. Zo werd het plaatje compleet. Er ontstond een hysterische Islamitische massa, opgezweept door Palestijnse leiders en imams in de moskee, via geruchten en pamfletten, die vertelden dat Israël met het bezoek van Ariël Sharon aan de Tempelberg de eerste steen heeft gelegd voor de herbouw van de Tempel. De vlam sloeg in de pan. Arafat weigerde zijn mensen tot kalmte te manen. Via woordvoerders liet men wel weten dat er een 'staakt-het-vuren' moest komen, maar dat werd absoluut nergens gehoord. Dat was alleen voor de westerse pers.

Toen Israël een ultimatum stelde bij monde van premier Ehud Barak dat het geweld binnen 48 uur moest stoppen, begonnen internationaal allerlei diplomaten aan hun reis naar het Midden-Oosten. Secretaris-generaal Koffee-Anan van de VN en de Russische minister van Buitenlandse Zaken reisden af naar Cairo en riepen op tot kalmte. Staatshoofden, vooral in Europa, deden allerlei oproepen en de Amerikaanse president kondigde een topconferentie aan, nadat hij zijn binnenlandse reis om geld op te halen voor zijn Democratische partij had afgebroken. De Verenigde Naties haastten zich om Israël te veroordelen. Heel de wereld kwam opnieuw in rep en roer. En het begon allemaal op de Tempelberg, waar eens de Tempel des Heren stond, op de berg Moria te Jeruzalem.

Wonderlijk is het inmiddels wel dat veel christenen maar moeilijk de verbinding kunnen maken met het profetisch Woord. De vergeestelijking van de profetie zit er in het denken van christenen vandaag nog diep in. We maken echter een tijd van wonderen en tekenen mee. Heel de wereld is in rep en roer vanwege de dingen die in en rond Jeruzalem gebeuren, zoals de profeten voorzegden. Het is de eindtijd! Alle volkeren moeten zich vertillen aan Jeruzalem (Zach. 12:3), want de Here gaat Jeruzalem verlossen. En dat gaat met veel strijd gepaard. Een strijd waarbij de hele wereld betrokken wordt. Men moet wel ziende blind zijn om dat te ontkennen. Toch zijn er veel goedwillende christenen die alle kaarten zetten op het vredesproces en de oplossingen die de wereld aandraagt voor Jeruzalem, de stad van de grote Koning.

Maar net als bij het verdelingsplan van Gods land (Joël 3:2.3) in 1947 blaast de Here in al die plannen van deze wereld. Die Palestijnse staat van toen is er niet gekomen en die komt er vandaag ook niet.

Nu is het vredesproces definitief teneinde. Hezbollah, aangevuurd door Syrië en gefinancierd door Iran, is weer bij de strijd betrokken. "Heel Libanon zal branden" dreigde Israëls regering, als de beschietingen met Katoesja-raketten door Hezbollah ('Partij van Allah') niet zouden ophouden. Nu zijn er drie soldaten in de handen van deze extreme Hezbollah-moordenaars. Israël is in nood. Israël is moe van deze uitzichtloze jaren van terreur, strijd en oorlog.

Niemand ging verder in het toegeven aan de Palestijnen en eerder aan Syrië, dan premier Ehud Barak. Hij heeft zijn hand uitgestoken. Hij wilde de Golan aan Syrië teruggeven, maar Assad wilde zelfs het Meer van Tiberias hebben. Barak werd diep vernederd in Amerika, waar hij sprak met de minister van buitenlandse zaken van Syrië. Maar Barak zei:

“Voor vrede heb ik alles over". Hij stak zijn hand uit Jasser Arafat, gaf hem Oost-Jeruzalem en wilde voor de Tempelberg speciale afspraken voor de veiligheid. Arafat eiste - met de hele Islamitische wereld als hete adem in zijn nek - alles, heel Jeruzalem, als hoofdstad van zijn droom, de Palestijnse staat.
President Bill Clinton heeft Cairo, Damascus en Riaad gebeld om de Arabische leiders te smeken Arafat ruimte te geven tot een compromis over Jeruzalem. Ook Clinton werd vernederd met een duidelijk en keihard Islamitisch 'Nee'. Ehud Barak heeft niets gekregen van wat hij in zijn verkiezingstoespraken had beloofd aan Israël: vrede. Nu is het alleen nog oorlog wat overblijft. 'Wee, want groot is die dag, zonder weerga; een tijd van benauwdheid is het voor Jacob; maar daaruit zal hij gered worden" (Jer. 30:7).

Mag de ware Gemeente van Christus bidden voor de vrede van Jeruzalem, temidden van alle strijd en verwarring.

Feike ter Velde