Onzuivere motieven van ‘gelovigen’

Theo Niemeijer • 95 - 2019 • Uitgave: 4
In Mattheüs 24:30-31 lezen we dat de Here Jezus bij zijn zichtbare wederkomst zijn engelen zal uitzenden om zijn uitverkorenen uit de vier windstreken te verzamelen. Er bestaat dus geen opname van de gemeente maar een verzameling van alle gelovigen bij zijn wederkomst.
Wat vindt u van deze gedachte? (B. V. te R.)

Antwoord:

In Mattheüs 24 spreekt de Here Jezus zijn ’rede over de laatste dingen’ uit. Hij doet dit als antwoord op de drie vragen die Zijn apostelen Hem in vers 3 stelden:
1. Wanneer wordt de tempel verwoest?
2. Wat is het teken van Uw komst?
3. Wat is het teken van de voleinding der wereld?

In dit hoofdstuk gaat het niet over de opname van de gemeente, want Gods plan met de gemeente was toen nog een verborgenheid en moest eerst nog aan Petrus (Handelingen 10) en later aan Paulus (Efeze 3:1-13) geopenbaard worden.
Als antwoord op de eerste vraag maakt de Here Jezus duidelijk dat de toen nog levende generatie de verwoesting van de tempel nog mee zal maken (70 na Chr.).
De derde vraag beantwoordt Hij met de woorden: ‘Dit evangelie van het koninkrijk zal in de gehele wereld gepredikt worden tot een getuigenis voor alle volken, en dan zal het einde komen’. Er wordt hier niet over de wederkomst gesproken maar over ‘het einde’ van deze eerste aarde. Het Joodse volk zal tijdens het messiaanse vrederijk hierin een hoofdrol spelen en dan zal vanuit Jeruzalem aan de gehele wereld het koningschap van de Here Jezus bekendgemaakt worden. Het ‘evangelie van het koninkrijk’ is een heel ander evangelie dan het Evangelie van bekering en wedergeboorte ‘Christus en Die gekruisigd’ dat nu gepredikt moet worden.
Over de middelste, tweede vraag kunnen we in deze ‘rede’ uitgebreid lezen. Allerlei tekenen worden opgesomd en tenslotte wordt verteld over de ‘grote verdrukking’, waarna het ‘teken van de Zoon des Mensen’ aan de hemel zal verschijnen. We lezen herhaaldelijk dat de Here juist Zijn gemeente vóór deze grote verdrukking wil bewaren (bv. Openbaring 3:10) en dat we als gemeente op genoemd moment met de Here Jezus uit de hemelse heerlijkheid zullen wederkeren en met Hem verheerlijkt zullen worden: ‘Wanneer Christus verschijnt, die ons leven is, zult ook gij met Hem verschijnen in heerlijkheid’ (Kolossenzen 3:4, zie ook 2 Thessalonicenzen 1:9-10).

De Bijbel spreekt duidelijk over een ‘wegvoeren’ van de gemeente, waarbij we de Here Jezus tegemoet gaan in de lucht om zo voor altijd bij Hem te zijn (1 Thessalonicenzen 4:17). Dit geheim werd later aan Paulus toevertrouwd en voor de gemeente verder uitgewerkt, maar wordt dus in dit hoofdstuk van Mattheüs niet behandeld.
Wanneer de Zoon des Mensen nu in heerlijkheid zal wederkomen, wat plaats zal vinden aan het einde van de strijd van Harmagedon, waarbij alle volken tegen Israël zullen strijden, zal Hij met de vijanden van Israël afrekenen. Daarbij zal Hij ook zijn uitverkoren volk Israël vanuit alle uithoeken van de aarde tot Zich roepen, waarbij Zijn volk zich zal bekeren en Hem als hun koning zal aanvaarden. Het gaat hier absoluut niet om de verzameling van de christenen uit de gehele wereld, maar om de verzameling van Zijn uitverkoren volk Israël, dat tot dan toe nog in de diaspora, de verstrooiing leefde.


Stel, iemand komt tot geloof en laat zich dopen, maar na een aantal jaren zegt hij/zij het geloof vaarwel of bekeert zich tot de islam. Hoe zit het dan met zijn/haar behoudenis? (C. B. te @)

Antwoord:

In Mattheüs 13:21 wordt gesproken over ’iemand van het ogenblik’. Soms kan iemand heel enthousiast tot geloof komen, maar later blijkt dat het alleen een oppervlakkige, emotionele aanraking of ervaring was en geen wortel in zich had. In Handelingen 8 lezen we over een zekere Simon die zich bekeerde en liet dopen. Wat waren de gelovigen blij met zijn bekering, want het was een bekende in Samaria. Later bleek dat zijn motieven niet zuiver waren en dat hij zich alleen bekeerde omdat hij zo onder de indruk gekomen was van de wonderen die door de handen van de apostelen gebeurden. Zo komen vandaag ook velen onder de indruk van de mooie muziek, het samenzijn, de creativiteit, de interessante studies, de wonderen en genezingen en de vele andere activiteiten in de gemeente, zonder ooit tot bekering en wedergeboorte gekomen te zijn! Men trekt soms jaren met elkaar op, wordt zelfs ingeschakeld in allerlei activiteiten, zonder te weten dat het gaat om iemand die waarachtig wedergeboren is. Zelfs predikanten bleken later nooit echt bekeerd en wedergeboren te zijn en verlieten de gemeente en het christelijke geloof! Deze ontwikkeling past natuurlijk helemaal in het kader van de komst van de antichrist die zich als christus voor zal doen, zonder het waarachtig te zijn!
Daarnaast kan een waarachtig kind van God ook ‘ontsporen’ en zo op een dwaalweg terechtkomen. Ik denk dat God de Vader, wat dat betreft, misschien wel meer ongehoorzame-, dan gehoorzame kinderen heeft. Maar ongehoorzame kinderen blijven ondanks alles nog wel kinderen van hun Vader! Onze hemelse Vader heeft geduld met Zijn dwalende kinderen en laat ze soms een heel eind gaan, maar vroeg of laat komt Hij ze tegen! Soms nog tijdens hun leven op aarde, maar anders zullen ze voor de rechterstoel van Christus rekenschap over hun leven moeten geven en zijn ze toch nog behouden, ‘maar als door vuur heen’ (1 Korinthe 3:15).


Als lid van een christelijke muziekvereniging spelen we voor het grootste gedeelte muziek met een Bijbelse boodschap. Nu spelen we ook wel seculiere muziek en we geven concerten met klassieke-, film- en popmuziek. Dan bestaat ook het gevaar, dat je muziek speelt vanuit een wereldse geest en door de duivel geïnspireerd. Mag je dit als christelijke muziekvereniging eigenlijk wel doen? (L. v.d. B. te U.)

Antwoord:

Johannes de Heer, de oprichter van Het Zoeklicht, was een geweldig muzikant. Hij gebruikte zelfs de kracht van de seculiere muziek om daarmee het Evangelie te verkondigen. Vele seculiere melodieën gebruikte hij voor het schrijven van liederen voor de ons zo bekende bundel. Muziek wordt niet christelijk wanneer deze van een christelijke tekst voorzien wordt. Zeker, er is bepaalde muziek, die we als christenen dienen te mijden. We kunnen niet alle harde en ruige muziek uit de wereld van een christelijke tekst voorzien en daarmee de muziek heiligen. Muziek is nooit neutraal en heeft een uitwerking op onze ziel. Muziek kan opzwepend, deprimerend, sekslust verwekkend, ontspannend, liefdevol of agressief zijn, waardoor we ons kunnen laten beïnvloeden. We zullen hierin een keuze moeten maken, geleid door Gods Geest. Daarnaast is het goed om te weten, wie de componist van de muziek is, voor je de muziek gaat gebruiken. Wanneer je te maken hebt met een componist die duidelijk antichristelijk is, dan zou ik zijn muziek niet willen spelen of gebruiken. Vele Joden zullen er moeite mee hebben om naar muziek van Wagner te luisteren, omdat deze muziek door Hitler en de nazi’s verheerlijkt werd en het zuivere Duitse ras verheerlijkte. Zorgvuldigheid in deze is dus wel geboden, maar nogmaals er is ook buiten onze bekende christelijke muziek erg veel moois om naar te luisteren.

Theo Niemeijer