Onze samenleving: breekbare kunst of kitsch?

Paul Prijt • 95 - 2019 • Uitgave: 5
‘Maria nam een kruikje kostbare, zuivere nardusolie, zalfde de voeten van Jezus en droogde ze af met haar haar. De geur van de olie trok door het hele huis’ (Johannes 12:3 NBV).

Verkiezingsspotjes nodigen altijd uit tot commentaar. Zo hebt u vast wel het verkiezingsspotje van onze minister-president in de aanloop van de recente verkiezingen gezien. Hij trad zogenaamd op in het tv-programma ‘Tussen kunst en kitsch’ met zijn inmiddels beroemde en ook hilarisch weersproken voorbeeld van het Delfts blauwe vaasje als zijn gekozen symbool voor ons land.

Een vaasje dat voor hem van grote waarde was en dat hij graag bevestigd liet worden door een heuse taxateur. Het zou symbool moeten staan voor al die dingen waarmee je zo’n vaasje associeert: onze nationale trots, industrie en nijverheid, handel en export, maar ook van onze ietwat kneuterige gezelligheid, het wekelijkse bloemetje, het boodschappenlijstje onder het vaasje, maar ook de kwetsbaarheid van aardewerk waar je dus ook zuinig op moet zijn! Als je even niet oplet of de kleinkinderen bij oma al te baldadig zijn dan kan het zomaar stuk gaan.

Kwetsbare zuinigheid
Overigens spreek ik hier uit ervaring. Mijn oma heeft haar leven lang zo’n vaas met barst en scheur gekoesterd, waarbij elke barst voor haar juist een mooie herinnering was aan haar kleinkinderen. Zo kan het dus ook, de scheuren en krasjes zien als een dagboek van het leven. Persoonlijk kan ik de humor en ook wel iets van de metafoor van zo’n kruikje inzien. Naast Delfts blauwe trots en kwetsbare zuinigheid, is er natuurlijk nog wel veel meer te zeggen over waar onze samenleving mee gediend is.
Juist in de tijd rond Pasen moest ik denken aan een ander kruikje: dat van Maria van Magdala dat wel wat geleken moet hebben op dat Delfts blauwe vaasje in het spotje. Maria was zelf een kwetsbare vrouw met scheuren en diepe krassen op haar ziel. Een geestelijk en lichamelijk verwonde vrouw die soms meer geleefd had uit levens-ver-achting dan levens-ver-wachting. Ze was misbruikt en aan de zijlijn van de samenleving komen te staan. Aan de buitenkant was het meer kitsch dan kunst geworden in haar leven. Niemand leek meer oog te hebben voor wie ze werkelijk was en wilde zijn. De kunst om echt te leven leek ze verleerd te zijn. Van de mooie vaas van haar bestaan was niet veel meer over, totdat ze de Here Jezus ontmoette.

Dienende mensen gevraagd
Hij had haar begrepen en niet veroordeeld. Hij had haar op echte waarde geschat met alle krassen en breuklijnen. Bij Jezus had ze gezien wat echte ‘agape’ (gevende en vergevende liefde) is. En dan zien we dat ze het kostbaarste wat zij had, een klein kruikje met geurende parfumolie, dat ze al zo lang bij zich droeg, open brak en met de geurende kostbare olie Jezus balsemde. Ze voorvoelde wat er stond te gebeuren met Jezus en op deze manier wilde ze Hem haar liefde geven. Aan Hem die op het punt stond op het kruis van Golgotha Zijn liefde voor hele wereld te tonen. We lezen dan dat de geur van haar liefdesdaad het hele huis doortrok.
Een prachtig gebaar van liefde en dienstbaarheid dat we vandaag denk ik in de hele samenleving zo nodig hebben. Onze eerste vraag zou niet iets moeten zijn als: ‘Hoe kan ik mijn kruikje zo goed mogelijk vullen?’ ‘Hoe kan ik zorgen dat mijn kruikje het meeste waard wordt?’ ‘Hoe kan ik zorgen dat de ander trots op me kan zijn?’ Maar de vraag zal moeten zijn: ‘Hoe kan ik met mijn kruikje aan talentmogelijkheden en geloof, hoop en liefde, de ander dienen vanuit en met de liefde van Christus die ons dringt?’ We hebben zoveel ontvangen, ja in kwetsbare aarden vaten van ons bestaan. Des te meer reden om uit te delen! Jezus ging ons voor en was bereid Zijn leven te breken om ons te dienen. Kunnen wij dan achterblijven om in de kracht van Gods Geest de geur van Christus, de opgestane Heer, in woord en daad te verspreiden?

Paul Prijt