Onze roeping
Iedere christen mag zich geroepen weten. Geroepen door God met het oog op het uitvoeren van een bepaalde taak, ook wel goede werken genoemd (Efeziërs 2:10). In Reformatorische kringen klinkt dat woord niet goed, omdat Maarten Luther zich terecht heeft verzet tegen de opvattingen in de Kerk van Rome over die goede werken. Toch roept de Bijbel ons op die goede werken te doen!
Dit wordt vandaag helaas niet veel meer onderwezen. Maar de goede werken in Bijbelse zin zijn dingen die de Here zelf voor ons heeft bereid. Het doen ervan is onze roeping. Willen we dat wel?
Nadenken over onze roeping levert meer vragen dan antwoorden op, blijkt uit gesprekken hierover. Veel gelovigen weten helemaal niet wat voor roeping ze hebben, sommigen natuurlijk wel en kunnen er aanstekelijk en enthousiast over praten. De laatste tijd werd ik sterk bepaald bij Gods roeping van de profeten in het Eerste Testament. Zij werden geroepen, gaven er gehoor aan en werden toegerust tot de taak. Daarin liggen grote geestelijke geheimen en onderwijzingen, die ons allemaal verder kunnen helpen.
De apostel Jakobus zegt ons dat we de profeten als voorbeeld moeten nemen (Jakobus 5:10). Zoals God het toen deed, zo wil hij het ook vandaag doen. Zoals Hij toen profeten riep zo wil hij ook ons – niet in de eerste plaats als profeet – roepen in Zijn dienst, om de werken te doen die Hij voor ons heeft bereid. Die werken zijn specifiek voor ons persoonlijk bedoeld. Als die blijven liggen is er niemand anders die dit kan doen. Zo mislukt Gods plan met ons leven. Dat zou toch tragisch en catastrofaal zijn?
Onze roeping
In de eerste plaats is dit onze roeping als zondaar tot het kindschap van God. Hij heeft ons uit deze wereld geroepen: uit de duisternis tot Zijn wonderbaar licht! Dat is iets wat we steeds weer opnieuw moeten overdenken. Toen wij Hem nog niet kenden, heeft Hij ons gezien en ging Zijn hart naar ons uit. Zijn reddende liefde heeft Hij ons geopenbaard door Zijn Woord en door Zijn Geest. Hij noemde onze naam en riep ons. Wij hoorden zijn stem en antwoordden Hem.
Als je daarbij stilstaat, dan ga je vanzelf een lied opzoeken om dat te zingen tot Zijn eer: Ja zijn liefde zocht mij, en Zijn bloed dat kocht mij. Door genade ben ik een kind van God! Immers, die roeping is zo essentieel voor wat we zijn en wat we gaan worden. Met die roeping is het begonnen! Zijn Geest ging de gehele wereld over en onder miljoenen zag Hij mij…! Als je erover nadenkt, ontroert het. Je kunt het nooit helemaal begrijpen, maar wel dankbaar geloven en aanvaarden.
Gehoor geven
In mijn jonge jaren heb ik me vaak afgevraagd wat het christelijke geloof voor mij kon betekenen. Ik had mijn kindergeloof, mijn eigen gebedsleven en mijn omgang met God. Maar de essentie ervan en de concrete betekenis voor mijn leven waren grote onbeantwoorde vragen. Ik was nog geen twaalf jaar oud toen ik voor het eerst op catechisatie kwam. Na afloop wist ik zeker dat ik van de dominee ook geen antwoord kon verwachten. Ik heb het mijn ouders niet eens durven zeggen, als ik al zou kunnen verwoorden wat ik precies bedoelde. Het zou nog twaalf jaar duren voordat ik levende christenen ontmoette die mij vertelden van hun levende relatie met de Here Jezus. Van hun roeping, van hun antwoord en van hun concrete christenleven, elke dag. Dat was voor mij eindelijk Gods antwoord op mijn gebed, al vanaf mijn kindertijd. Maar… ik kwam er later ook achter dat God andere gebeden uit mijn vroege jeugd heel concreet had verhoord en mij heeft gegeven waar ik Hem toen om had gebeden. Zo kwam ik er steeds meer achter op welke wondere wijze de Here bemoeienis met ons leven heeft. Dat geeft geloof… en moed!
Toerusting
Dan komt ook het moment dat de Here je gaat toerusten tot een taak. De Heilige Geest gaat je hart en je leven vullen met de heerlijkheid van de Here Jezus. Er komt een enorme honger naar Zijn Woord, de Bijbel. Je merkt hoe het Woord in je leven de belangrijkste plaats gaat innemen, je hart en je gedachten gaat bepalen en je de richting wordt gewezen. Dan komt Zijn taak op je weg en je merkt dat je daar dan ook helemaal klaar voor bent gemaakt.
De profeten
Zo werd ik bepaald bij de roeping van de profeet Ezechiël. Midden in de ellende van de ballingschap gaat de God van Israël iets nieuws doen voor Zijn volk. ‘De hemel werd geopend’ (Ezechiël 1:1). Op aarde was het moeilijk: Gods volk in de ballingschap, de Tempel en Jeruzalem verwoest. Velen waren omgekomen. Ze konden daar niet meer zingen en ze hadden hun gitaren aan de wilgen gehangen (Psalm 137:1ev).
In die omstandigheden werd de hemel geopend en zag de profeet visioenen van Godswege. Hij zag God op de troon. Hij begreep dat de Here Zijn volk niet had laten zitten en de situatie was Hem niet uit de hand gelopen. Wat moet dat een grote bemoediging voor hem zijn geweest. Wij mogen dat ook beseffen in onze dagen: God is op de troon en het loopt Hem niet uit de hand in het wereldgebeuren.
Daar bleef het niet bij voor de profeet. Want het Woord des Heren kwam tot hem. Hem werd het grote heilsplan van God getoond met Israël en met de volkerenwereld. Heel het boek beschrijft wat er gaat gebeuren in de verre eindtijd: Israëls herstel (hoofdstuk 37), het heil vanuit Jeruzalem (hoofdstuk 47) en de zegen die Israël dan mag gaan verspreiden. Daarmee wordt Ezechiël toegerust. Ook wij mogen worden toegerust met de gaven en de schatten van de Heilige Geest. Dan komt het Woord van God tot ons en dan toont Hij ons de heerlijkheden, die we nu nog niet zien maar die straks gaan komen. Want de God van de Bijbel is een Waar-maker van Zijn Woord. Dan zal de wereld weten dat Hij, de God van Israël het heeft gesproken én heeft gedaan (Ezechiël 37:14)!
We moeten terugkomen uit onze dagelijkse somberheid en ons keren tot de God van de Bijbel. Hij roept ons en gaat ons toerusten. Dan hebben we een Woord voor de wereld!
Feike ter Velde
Dit wordt vandaag helaas niet veel meer onderwezen. Maar de goede werken in Bijbelse zin zijn dingen die de Here zelf voor ons heeft bereid. Het doen ervan is onze roeping. Willen we dat wel?
Nadenken over onze roeping levert meer vragen dan antwoorden op, blijkt uit gesprekken hierover. Veel gelovigen weten helemaal niet wat voor roeping ze hebben, sommigen natuurlijk wel en kunnen er aanstekelijk en enthousiast over praten. De laatste tijd werd ik sterk bepaald bij Gods roeping van de profeten in het Eerste Testament. Zij werden geroepen, gaven er gehoor aan en werden toegerust tot de taak. Daarin liggen grote geestelijke geheimen en onderwijzingen, die ons allemaal verder kunnen helpen.
De apostel Jakobus zegt ons dat we de profeten als voorbeeld moeten nemen (Jakobus 5:10). Zoals God het toen deed, zo wil hij het ook vandaag doen. Zoals Hij toen profeten riep zo wil hij ook ons – niet in de eerste plaats als profeet – roepen in Zijn dienst, om de werken te doen die Hij voor ons heeft bereid. Die werken zijn specifiek voor ons persoonlijk bedoeld. Als die blijven liggen is er niemand anders die dit kan doen. Zo mislukt Gods plan met ons leven. Dat zou toch tragisch en catastrofaal zijn?
Onze roeping
In de eerste plaats is dit onze roeping als zondaar tot het kindschap van God. Hij heeft ons uit deze wereld geroepen: uit de duisternis tot Zijn wonderbaar licht! Dat is iets wat we steeds weer opnieuw moeten overdenken. Toen wij Hem nog niet kenden, heeft Hij ons gezien en ging Zijn hart naar ons uit. Zijn reddende liefde heeft Hij ons geopenbaard door Zijn Woord en door Zijn Geest. Hij noemde onze naam en riep ons. Wij hoorden zijn stem en antwoordden Hem.
Als je daarbij stilstaat, dan ga je vanzelf een lied opzoeken om dat te zingen tot Zijn eer: Ja zijn liefde zocht mij, en Zijn bloed dat kocht mij. Door genade ben ik een kind van God! Immers, die roeping is zo essentieel voor wat we zijn en wat we gaan worden. Met die roeping is het begonnen! Zijn Geest ging de gehele wereld over en onder miljoenen zag Hij mij…! Als je erover nadenkt, ontroert het. Je kunt het nooit helemaal begrijpen, maar wel dankbaar geloven en aanvaarden.
Gehoor geven
In mijn jonge jaren heb ik me vaak afgevraagd wat het christelijke geloof voor mij kon betekenen. Ik had mijn kindergeloof, mijn eigen gebedsleven en mijn omgang met God. Maar de essentie ervan en de concrete betekenis voor mijn leven waren grote onbeantwoorde vragen. Ik was nog geen twaalf jaar oud toen ik voor het eerst op catechisatie kwam. Na afloop wist ik zeker dat ik van de dominee ook geen antwoord kon verwachten. Ik heb het mijn ouders niet eens durven zeggen, als ik al zou kunnen verwoorden wat ik precies bedoelde. Het zou nog twaalf jaar duren voordat ik levende christenen ontmoette die mij vertelden van hun levende relatie met de Here Jezus. Van hun roeping, van hun antwoord en van hun concrete christenleven, elke dag. Dat was voor mij eindelijk Gods antwoord op mijn gebed, al vanaf mijn kindertijd. Maar… ik kwam er later ook achter dat God andere gebeden uit mijn vroege jeugd heel concreet had verhoord en mij heeft gegeven waar ik Hem toen om had gebeden. Zo kwam ik er steeds meer achter op welke wondere wijze de Here bemoeienis met ons leven heeft. Dat geeft geloof… en moed!
Toerusting
Dan komt ook het moment dat de Here je gaat toerusten tot een taak. De Heilige Geest gaat je hart en je leven vullen met de heerlijkheid van de Here Jezus. Er komt een enorme honger naar Zijn Woord, de Bijbel. Je merkt hoe het Woord in je leven de belangrijkste plaats gaat innemen, je hart en je gedachten gaat bepalen en je de richting wordt gewezen. Dan komt Zijn taak op je weg en je merkt dat je daar dan ook helemaal klaar voor bent gemaakt.
De profeten
Zo werd ik bepaald bij de roeping van de profeet Ezechiël. Midden in de ellende van de ballingschap gaat de God van Israël iets nieuws doen voor Zijn volk. ‘De hemel werd geopend’ (Ezechiël 1:1). Op aarde was het moeilijk: Gods volk in de ballingschap, de Tempel en Jeruzalem verwoest. Velen waren omgekomen. Ze konden daar niet meer zingen en ze hadden hun gitaren aan de wilgen gehangen (Psalm 137:1ev).
In die omstandigheden werd de hemel geopend en zag de profeet visioenen van Godswege. Hij zag God op de troon. Hij begreep dat de Here Zijn volk niet had laten zitten en de situatie was Hem niet uit de hand gelopen. Wat moet dat een grote bemoediging voor hem zijn geweest. Wij mogen dat ook beseffen in onze dagen: God is op de troon en het loopt Hem niet uit de hand in het wereldgebeuren.
Daar bleef het niet bij voor de profeet. Want het Woord des Heren kwam tot hem. Hem werd het grote heilsplan van God getoond met Israël en met de volkerenwereld. Heel het boek beschrijft wat er gaat gebeuren in de verre eindtijd: Israëls herstel (hoofdstuk 37), het heil vanuit Jeruzalem (hoofdstuk 47) en de zegen die Israël dan mag gaan verspreiden. Daarmee wordt Ezechiël toegerust. Ook wij mogen worden toegerust met de gaven en de schatten van de Heilige Geest. Dan komt het Woord van God tot ons en dan toont Hij ons de heerlijkheden, die we nu nog niet zien maar die straks gaan komen. Want de God van de Bijbel is een Waar-maker van Zijn Woord. Dan zal de wereld weten dat Hij, de God van Israël het heeft gesproken én heeft gedaan (Ezechiël 37:14)!
We moeten terugkomen uit onze dagelijkse somberheid en ons keren tot de God van de Bijbel. Hij roept ons en gaat ons toerusten. Dan hebben we een Woord voor de wereld!
Feike ter Velde