Onze kinderen, Gods weg

Martin Penning • 96 - 2020 • Uitgave: 10
Uit de enquête over de eindtijd die wij hebben afgenomen, kwamen veel vragen van bezorgde ouders hoe zij om moeten gaan met een ongelovig kind of kleinkind.
We hopen met dit artikel een bijdrage te leveren hoe we hiermee om mogen gaan.


Soms denk je terug aan de tijd dat je kind onbevangen aan je hand mee naar school liep. Of dat hij naar zwemles ging en nog één keer naar je opkeek voordat hij van de rand het water insprong. Je ziet hem nog gaan naar de zondagsschool. Daar ging hij dan als tiener naar de middelbare school. Brengen was niet meer nodig en met een te grote tas vol boeken stapte hij op de fiets een nieuw seizoen in zijn leven tegemoet. Ook ging hij naar catechisatie en naar een tienergroep van de kerk. Soms denk je terug aan deze relatief onbezorgde tijd.

Je kind is nu een volwassen man geworden en heeft zijn eigen keuzes gemaakt. Maar denkend aan vroeger worden je gevoelens door emotie overmand, want hij gaat niet de weg van de Heere. Waar is het misgegaan? Wat hebben wij niet goed gedaan? Schuldgevoelens kunnen je hart kwellen en eenzaamheid kan je overmannen, omdat je er met zo weinig mensen over kan praten.
Waarom omarmt het ene kind wel Gods genade en sluit een ander kind zijn hart daarvoor? Een dilemma wat ons zo kan bezighouden. Er zijn kinderen die opgroeien in gelovige gezinnen, waar gebeden is, Gods Woord gelezen en voorgeleefd werd, en toch het geloof van hun ouders afwijzen. Aan de andere kant zijn er kinderen die opgroeien in ongelovige gezinnen die de Heere Jezus mogen leren kennen. Dit gegeven moet ons niet sceptisch maken over de plaats van geloof in het gezin. Maar het overbrengen van het geloof op een volgende generatie is niet te vangen in een formule; als wij dit en dat doen dan gaat het kind dezelfde weg die wij als ouders gaan.

Opvoeding en het hart van de ouder
Zelf ben ik vader van drie prachtige kinderen, twee zijn er volwassen en één tiener. Mijn kinderen zijn mij dierbaar, niet omdat het wonderkinderen zijn maar omdat het mensen zijn, ontzagwekkend wonderlijk door God gemaakt (Psalm 139:14). Mijn vrouw en ik mogen voor een bepaalde periode Gods medewerkers zijn voor onze kinderen.
Onze kinderen hebben hun eigen persoonlijkheden, verschillend van elkaar en van hun ouders. Zij hebben hun unieke temperament, sterke en zwakke kanten en eigen interesses.
Zoals zoveel jonge ouders, zijn mijn vrouw en ik onze opvoedingsreis begonnen met een bijna onbewuste veronderstelling dat als wij de opvoeding ‘goed’ doen, onze kinderen alles zullen omarmen wat wij omarmen. Nu, zoveel jaar verder heeft opvoeding mij nederig gemaakt en mijn afhankelijkheid van God versterkt. Het vaderschap heeft mijn zwakheid en beperktheid blootgelegd. Het resultaat is dat het mij minder zelfverzekerd heeft gemaakt in mijn eigen mogelijkheden en kracht. Het opvoeden van mijn kinderen heeft mij meer doen zoeken naar Gods kracht en wijsheid.

Belofte voor gelovige ouders
In de jaren van het volwassen worden maken kinderen hun eigen (geloof)keuzes. Belooft de Bijbel ons dat kinderen uit gelovige gezinnen ook gered zullen worden? Op grond van Spreuken 22:6 zou je dit wel kunnen denken. ’Oefen de jongeman overeenkomstig zijn levensweg, ook als hij oud geworden is, zal hij daarvan niet afwijken’.
Dit is geen absolute belofte voor gelovige ouders, maar een algemeen principe waar we op kunnen hopen, voor kunnen bidden en aan kunnen werken. Het is een enorme zegen als ouders in hun opvoeding wijzen op de Heere en Zijn Woord. Het is een dagelijkse opdracht die we van God hebben gekregen. De kinderen mogen de zegen van gelovige en biddende ouders ervaren en ze staan onder invloed daarvan (1 Korinthe 7:14). Velen van ons zullen uit ervaring weten dat het geen absolute garantie is dat volwassen kinderen de Heere ook toebehoren. Helaas zien we dat kinderen voor een eigen weg kiezen en daarbij rebelleren tegenover God. In de Bijbel zien we dit ook terug bij het volk van God. Zij rebelleerden tegenover Hem: ’Luister, hemel,
neem ter ore, aarde! Want de HEERE spreekt: Ik heb kinderen grootgebracht en doen opgroeien, maar zíj zijn tegen Mij in opstand gekomen’
(Jesaja 1:2).
Ook de Heere Jezus heeft laten zien dat het niet automatisch aan te nemen is dat kinderen van gelovige ouders dezelfde weg zullen gaan. ’Denkt u dat Ik gekomen ben om vrede te brengen op de aarde? Nee, zeg Ik u, maar eerder verdeeldheid. Want van nu aan zullen er vijf in één huis verdeeld zijn, drie tegen twee en twee tegen drie. Zij zullen tegen elkaar verdeeld zijn: vader tegen zoon, en zoon tegen vader, moeder tegen dochter, en dochter tegen moeder, schoonmoeder tegen haar schoondochter, en schoondochter tegen haar schoonmoeder’ (Lukas 12:51-53).
Al met al denk ik niet dat de Bijbel gelovige ouders de absolute belofte geeft, dat Godvrezend ouderschap het resultaat heeft van Godvrezend nageslacht. De kans is wel groter dat kinderen met een gelovige achtergrond, God trouw zullen zoeken en we mogen daarvoor bidden, hopen en verwachten.

Gefaald ouderschap
Niemand zal op grond van zijn ouderschap het eeuwige leven beërven. Kinderen kunnen niet de eeuwigheid ingaan op grond van hun gehoorzaamheid aan ouders. We moeten allemaal erkennen dat we feilbaar zijn en dus zondaars.
Onze teleurstellingen vanuit de opvoeding en de emotionele schade die het heeft teweeggebracht bij ouders en/of kinderen is alleen te herstellen in Christus. Hij kwam in deze wereld om zondaren te redden, om ouders en kinderen van hun zonden te bevrijden.
We moeten onze toekomst bouwen op het Evangelie en niet op onze opvoedkundige successen of blunders. Terugkijkend op de opvoeding van onze kinderen kunnen we ons dus niet op de schouder kloppen, maar het is ook niet nodig om bij de pakken neer te zitten. Dat zou een ontkenning zijn van het Evangelie.
Als kinderen een eigen weg gaan, ook door toedoen van ons eigen falen, dan is God ons zo genadig dat Hij in Zijn Woord ons bemoedigt en aanspoort met Zijn beloftes.
Allereerst wil God ons een bewogen hart geven met smart, zielensmart, over geliefden die niet geloven. ’Het een grote bron van droefheid voor mij is, en een voortdurende smart voor mijn hart. Want ik zou zelf wel wensen vervloekt te zijn, weg van Christus, ten gunste van mijn broeders, mijn verwanten wat het vlees betreft’ (Romeinen 9:2-3).

Ten tweede: dat we onszelf toewijden aan gebed. Dag en nacht ernstig bidden dat zij die we liefhebben gered zullen worden. Dit kun je alleen doen, maar het kan helpen om het als echtpaar te doen, als gezin en ook vrienden daarbij in te schakelen. Dit samen bidden helpt je om uit het eenzame isolement te komen en mensen te betrekken bij jouw hartenpijn. ’Broeders, de oprechte wens van mijn hart en mijn gebed tot God voor Israël is gericht op hun zaligheid’ (Romeinen 10:1).

Als laatste geven we onze zielen en die van onze kinderen over aan de soevereine goedheid en wijsheid van God. Dat is een geruststellende gedachte wat de angst uitdrijft. God komt tot Zijn doel met ons als ouders en met onze kinderen. Hij is de Alleenheerser en Hij weet wat Hij doet en er ontgaat Hem niets. ’Wees in geen ding bezorgd, maar laat uw verlangens in alles, door bidden en smeken, met dankzegging bekend worden bij God; en de vrede van God, die alle begrip te boven gaat, zal uw harten en uw gedachten bewaken in Christus Jezus’ (Filippenzen 4:6-7).

Geschenken om van te genieten
Er is geen grotere uitdaging in dit leven dan het opvoeden van kinderen. We hebben onze kinderen voor een korte tijd van de Heere ontvangen, voordat ze uitvliegen. Het is een goede gave en een volmaakt geschenk van boven en daalt neer van de Vader (Jakobus 1:17). Kinderen opvoeden is niet een taak om te voltooien, maar het zijn geschenken om je in te verheugen. We mogen ons in onze (klein)kinderen verheugen, omdat God ze ons heeft geschonken.

Martin Penning