Onze geest onder controle van Gods Geest

ds. Theo Niemeijer • 92 - 2016 • Uitgave: 21
In een Bijbelstudie van Andrew Wommack over geest, ziel en lichaam wordt geleerd dat bij de wedergeboorte onze eigen geest sterft, verdwijnt en vervangen wordt door de Geest van God. Is dit wel zo? (K. W. te A.)

Antwoord:
In Genesis 2:7 lezen we over de schepping van de eerste mens. We lezen hier hoe de Here God uit stof van de aardbodem de mens formeerde, waarna Hij Zijn levensadem in de mens blies en de mens een levend wezen (een levende ziel, St.Vert.) werd. Er wordt in dit vers dus over het lichaam, ziel en de adem van God gesproken. Voor het woordje ‘Adem’ wordt in het Hebreeuws het woord ‘Ruach’ gebruikt, een ander woord voor ‘geest’. Zo wordt ditzelfde woord ook in 2 Timoteüs 3:16 gebruikt, waarin Paulus schrijft dat al de Schrift door God is ingegeven, ‘ingeblazen’ (letterlijk: ‘beademd’), waardoor het Woord levend is.
Met de ziel van de mens bedoelen we zijn persoonlijkheid: zijn gedachten, emoties en wil. Het lichaam is onderdanig aan de ziel en vormt daarmee de uitdrukking van de ziel. De ziel wordt echter door de geest beïnvloed. Ons denken, voelen en onze wil worden beïnvloed door de geest van de wereld of de Geest van God. Wanneer Gods Geest ons leven vult, denken we anders, voelen we anders en hebben we ook heel andere verlangens!
Bij de wedergeboorte komt Gods Geest in ons wonen en neemt de regie van onze eigen geest over waardoor onze ziel veranderen zal en ons lichaam Hem steeds meer toegewijd wordt.
Duidelijk is het dat we bij de wedergeboorte niet onze geest verliezen, anders zou Paulus nooit in Romeinen 8:16 geschreven hebben: ‘Die Geest getuigt met onze geest dat wij kinderen Gods zijn.’ Zo wordt in 1 Korintiërs 2:11 ook over ‘des mensen eigen geest die in hem is’ gesproken. In vers 10-16 wordt een prachtige uiteenzetting gegeven over de bijzondere taak van de Heilige Geest. Hier wordt gesproken over de ‘geest van de wereld’, ‘des mensen eigen geest’ en de ‘Geest Gods’. Waarbij Paulus eindigt met de opmerking: ‘Maar wij hebben de zin van Christus.’ Door de Heilige Geest kunnen we de Here God leren kennen en daar heb je een zesde ‘zintuig’ voor nodig.
In 1 Tessalonicenzen 5:23 worden we opgeroepen om geheel uw geest, ziel en lichaam voor de komst van Christus onberispelijk te bewaren. Zo is het uiterst belangrijk dat onze geest onder de controle staat van de Geest van God, zodat we veranderen in onze ziel en lichaam. Uit bovenstaande tekstgedeelten blijkt dat we na onze wedergeboorte nog steeds te maken hebben met onze eigen geest.


In Genesis 1 wordt vermeld dat op de eerste dag het licht geschapen werd, op de tweede dag het uitspansel, op de derde dag de scheiding tussen water en droog land, met daarop zaaddragende gewassen en bomen, en op de vierde dag de zon, maan en sterren. Hoe kan er op de eerste dag al sprake zijn van dag en nacht, terwijl pas op de vierde dag de zon, maan en sterren geschapen werden? (K. W. te A.)

Antwoord:
Op de eerste scheppingsdag lezen we niet alleen dat de Here God het licht schiep, maar dat Hij ook het licht van de duisternis scheidde en het de namen dag en nacht gaf. Er was dus al dag en nacht vóórdat de zon en de maan geschapen werden! We lezen in de Bijbel verschillende keren dat God Zelf het licht is en dat Hij ervoor kan zorgen dat het midden in het donker ineens licht wordt. Dit zien we bijvoorbeeld bij de bekendmaking van de geboorte van de Here Jezus aan de herders in de velden van Efratha. Midden in de nacht werden de herders plotseling door een helder licht omringd. Zo heeft Petrus dit ook in zijn gevangenschap ervaren.
God heeft de zon niet nodig om het licht op aarde te laten schijnen. Zo lezen we dat er later in de hemelse heerlijkheid geen zon meer zal zijn, want Hijzelf zal het licht zijn. Aan de andere kant kan Hij er ook voor zorgen dat het midden op de dag ineens donker wordt. Voorbeelden hiervan zien we bij één van de plagen van Egypte, waar het midden op de dag zo donker werd dat men geen hand voor de ogen meer kon zien! Een zelfde verduistering zien we ook rond het kruis van de Here Jezus, toen Hij Zijn verlatenheid uitschreeuwde. Zo zien we dat de Here God geen zon en maan nodig heeft om het dag of nacht te laten worden.
In een regelmaat van dag en nacht zijn dus ook deze eerste drie dagen voorbij gegaan. Op de vierde dag schiep God niet het licht, maar de lichtdragers, om voor de mensen tot aanwijzing te zijn. De zon en de maan vertellen ons hoe laat het is en de sterren in welke tijd we leven. De vierde dag is niet korter geweest dan de voorafgaande dagen. Het gaat in Genesis 1 om zeven dagen die allen aan lengte gelijk waren, zoals de dagen van onze tijd.


Kunt u mij iets meer vertellen over de beweging ‘Last Reformation’ van Tornben Sondergaard? (J. W. te O.)

Antwoord:
Ook in Nederland is deze beweging de laatste jaren erg actief. De Deense evangelist Tornben Sondergaard heeft vanuit een ‘geestelijk droge woestijnperiode’ deze beweging opgezet. Vanuit een ontevreden gevoel over de kerken van nu is hij met een beweging begonnen buiten de bestaande kerken om. De meesten die zich bij deze organisatie aansluiten verlaten dan ook hun eigen kerk. De kerk is niet een kerkgebouw of een samenkomst, maar een beweging, zo redeneert men. En zo worden gelovigen in beweging gezet om hen eigen kerk te verlaten en discipel van Hem te worden.
Via de zogenaamde ‘Kickstart weekenden’ worden vaak teleurgestelde gelovigen opgeroepen om zich geheel aan Hem over te geven en in beweging te komen. Een pioniersschool wordt aangeboden waar je getraind wordt voor het werk. Dit werk bestaat uit: evangeliseren, zieken genezen, demonen uitdrijven, in water én in de Heilige Geest dopen, mensen met de Heilige Geest vervullen, met daarop volgend de ontwikkeling van de tekengaven die daarbij behoren, zoals het spreken in tongen. Zo wil men weer terug naar de eerste gemeente in Handelingen en het leven en de handelswijzen van de eerste christenen zich eigen maken.
Natuurlijk is de intentie goed. Een reformatie, opwekking hebben we de laatste tijd zeker nodig. Maar om je daarbij zo af te zetten tegen de bestaande gemeenten, waaronder ook Baptisten- en Pinkstergemeenten, lijkt me niet de weg. Ook de on-Bijbelse handelswijze met betrekking tot het werk van de Heilige Geest lijkt mij erg charismatisch en onjuist. Het lijkt me een beweging met goede bedoelingen, maar die met veel onkunde ten aanzien van de Bijbel handelt. Daarom moet ik u waarschuwen voor deze beweging die mensen op een verkeerde manier in beweging zet. Laten we de Here bidden om een opwekking juist in de kerken en niet daarbuiten!

Theo Niemeijer