Ontzagwekkende Herder

Jef de Vriese • 88 - 2012 • Uitgave: 25
De HEERE is mijn Herder. Hij is mijn eigenaar. Ik ben niet van mijzelf. Ik ben schepsel, gekocht en betaald. Hij voorziet in al mijn nood, omdat Hij borg staat voor Zijn schapen door er Zijn leven voor te geven. David wist uit ervaring wat het was om schapen te weiden en zijn leven in te zetten voor hun welzijn. Zo is de HEERE. De ontzagwekkende Hoge is ook Hij die laag neerziet en omziet naar mij, zwak verbroken schaap, dat niet in staat is op zichzelf te overleven. Hij geeft mij leven. In mijzelf ontbreekt mij alles, maar in Hem ontbreekt mij niets. Hij voorziet in al mijn nood, omdat Hij borg staat voor Zijn schapen door er Zijn leven voor in te zetten. ‘Mijn’ duidt niet op een bezit, maar op intimiteit. Hij is niet de Herder op afstand, maar de Herder die gekend is door de schapen.
Ik vraag de HEERE niet om mijn Herder te zijn, maar belijd vastberaden: “De HEERE is mijn Herder.” Dat is vast en zeker, geen onduidelijkheid, geen twijfels, geen vervlogen feit in het verleden of een vage hoop voor de toekomst, maar een heerlijke werkelijkheid nu en tot in lengte van dagen. Ik ben niet van mijzelf en Hij is niet van mij, alsof ik Hij mijn eigendom is. Ik kan Hem niet besturen. Hij bestuurt mij. ‘En u, Mijn schapen, schapen van Mijn weide, u bent mens, maar Ik ben uw God, spreekt de Heere HEERE’ (Ezechiël 34:31, HSV).
Mijn Herder is ontzagwekkend God.

Jef De Vriese