Image

Ontstaan en het doel van de kerk

Theo Niemeijer • 97 - 2021 • Uitgave: 10

‘…opdat nu door de gemeente aan de overheden en de machten in de hemelse gewesten de veelvuldige wijsheid van God bekendgemaakt zou worden, volgens het eeuwige voornemen dat Hij gemaakt heeft in Christus Jezus, onze Heere’ (Efeze 3:10-11).

Wanneer we over het doel van de kerk nadenken kunnen we om bovenstaand vers niet heen. Kort en bondig vat Paulus hier Gods doel met de gemeente samen. Natuurlijk kunnen we in de prachtige natuur Gods veelkleurige wijsheid ontdekken, maar nergens wordt zijn veelkleurige wijsheid zo zichtbaar als in de gemeente!

Juist in deze tijd waarin de kerk van alle kanten aangevallen wordt, is het belangrijk om ons opnieuw te bezinnen op het doel van de gemeente. Is de gemeente een club van gelijkgezinde mensen, een plek waar we gezellig elkaar kunnen ontmoeten, een mogelijkheid om onze talenten te ontplooien of een gelegenheid waar we met muziek, songs en peptalks vermaakt worden? Voor sommigen is de gemeente een soort gehoorzaal, waar je in de preek onderwezen wordt, meer is niet nodig. Anderen zien de gemeente als een sociaal gebeuren waar je elkaar, liefst rond de koffie, gezellig kunt ontmoeten. Voor sommigen is de gemeente een soort werkkamp waar iedereen aan het werk gezet wordt. Weer anderen zien de kerk als een soort supermarkt waar je geestelijke zaken zoals de doop, het huwelijk en de begrafenis tegen betaling kunt regelen. Sommigen menen de kerk onlangs zelf uitgevonden te hebben en vergeten daarbij dat de kerk al bijna tweeduizend jaar geleden ontstaan is en de vele aanvallen en verleidingen eeuwen lang doorstaan en overwonnen heeft.

Ontstaan
Over het ontstaan ven de kerk zijn verschillende meningen. Een veel voorkomende gedachte is dat de kerk een ‘kerk van alle eeuwen’ is. Men meent dat de kerk in het Oude Testament door het volk Israël gevormd werd en dat deze ene kerk na de Pinksterdag in Handelingen 2 met bekeerde heidenen uitgebreid werd. De huidige kerk is dus een voorzetting van Israël, of zoals sommigen leren: we zijn als kerk toegevoegd aan Israël. De ‘kerk van alle eeuwen’ is in Handelingen 2 dus niet ontstaan, maar heeft zich toen uitgebreid. Anderen menen dat met het ontstaan van de kerk, Israël als Gods uitverkoren volk verworpen werd, de Joden hadden immers de Messias verworpen en gekruisigd! Dus voor sommigen is de kerk een ‘voorzetting van Israël’ en voor anderen een ‘in de plaats van Israël’. De Bijbel leert ons echter, dat de gemeente een ‘nieuwe mens’ is (Efeze 2:15) waarin gelovige Joden en gelovige heidenen samen één lichaam vormen waarvan de Heere Jezus het Hoofd is. Daarnaast hebben we te maken met het aardse (nog) ongelovige volk Israël, dat in de eindtijd, bij de wederkomst van Christus tot geloof zal komen. Hiermee zullen vele Oudtestamentische profetieën in vervulling gaan.

Een groot geheimenis

In Efeze 5 wordt de relatie tussen Christus en de gemeente vergeleken met het huwelijk tussen man en vrouw. In vers 25 lezen we dat Christus Zijn gemeente heeft liefgehad en Zich voor haar overgegeven heeft. Daar was het Hem om te doen! Niet om allemaal individuele gelovigen, maar om een gemeente. Gelovigen die menen geen gemeente nodig te hebben, en wel zonder kerk kunnen geloven, begrijpen ten diepste het verlangen van de Heere Jezus niet! We lezen verder dat Hij de gemeente heiligt (afzondert van de wereld) en door Gods Woord reinigt, met als doel ons klaar te maken voor onze ontmoeting met Hem. In vers 31 haalt Paulus een vers aan dat op vier andere plaatsen in de Bijbel ook geciteerd wordt: ‘Daarom zal een man zijn vader en zijn moeder verlaten en zijn vrouw aanhangen, en die zullen tot één vlees zijn. Dit geheimenis is groot, doch ik spreek met het oog op Christus en de gemeente’.

De eerste keer dat we dit vers in de Bijbel vinden is in Genesis 2:24 bij de geschiedenis van de schepping van Eva. We lezen in het voorafgaande dat Adam de enige mens was en geen hulp had die bij hem paste. Heeft u er wel eens over nagedacht, waarom de Heere God maar één mens maakte terwijl hij een veelvoud van vissen, vogels en (zoog)dieren maakte? Hij had toch ook een volkje mensen kunnen maken? Het antwoord ligt in Genesis 1:27: ‘God schiep de mens naar zijn beeld, naar Gods gelijkenis schiep Hij hen’. We lezen in de Bijbel dat er maar één God is en omdat de mens beelddrager van God is, schiep Hij dan ook maar één mens. Toen de Heere Eva schiep, heeft Hij dan ook niet een tweede (vrouw)mens gemaakt, maar uit Adam Eva geschapen, zodat zij samen weer één mens kunnen zijn. Adam en Eva vormde nu samen één mens en als deze ene mens mochten ze beelddrager van God zijn.

Ook de Heere Jezus verliet Zijn vader en Zijn moeder
Hetzelfde is met de Heere Jezus gebeurd. Hij was de Enige Zoon van God die Gods volmaakte beeld droeg (zie Hebreeën 1:3). Hij kon zeggen: ‘Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien’ (Johannes 14:9). Hij heeft inderdaad Zijn Vader, maar ook Zijn moeder verlaten. Hij verliet het Vaderhuis en daalde neer op onze aarde. De Bijbel leert ons dat Hij uit Israël geboren werd en we vinden verschillende keren de moeder-zoon verhouding tussen Israël en de Heere Jezus in de Bijbel (zie bijvoorbeeld Zacharia 12:10). Bij de intocht in Jeruzalem nam Hij afscheid van Zijn eigen Joodse volk (moeder) en zei: ‘Gij zult Mij van nu aan niet meer zien, totdat…’ (Mattheüs 23:39). Het loslaten van Zijn Vader en moeder, met als hoogtepunt Zijn verlatenheid aan het kruis, bracht Hem, net zoals Adam, in de dood. Daarbij werd, net zoals bij Adam, de zijde van de Heere Jezus geopend en stroomde het water en bloed uit Zijn zijde. Maar toen Hij uit de dood opstond was Hij niet meer de Eniggeboren Zoon van God maar de Eerstgeboren Zoon en noemde Hij Zijn volgelingen broeders en Zijn Vader ook hun Vader…Hij was niet meer alleen!

De veelkleurige wijsheid van God
Als gemeente vormen we samen met de Heere Jezus die ene nieuwe mens, die naar het beeld en de gelijkenis van God geschapen is. En zoals de eerste mens geroepen werd om vruchtbaar te zijn en over de aarde te heersen, zo heeft de gemeente vandaag dezelfde taak gekregen voor nu en in de toekomst. De kerk is geroepen om de veelkleurige wijsheid van God aan de overheden en machten in de hemelse gewesten te laten zien, maar ook aan de mensen hier op aarde. Vroeger zongen we al het liedje: ‘Jezus houdt van alle kinderen hier op aard, blank en bruin en geel en zwart vinden plaats in Jezus’ hart’! De regenboogvlag van de lhbti’ers verbleekt bij de veelkleurige wijsheid van God die we als gemeente mogen uitstralen. Het is trouwens plagiaat, dat het teken van de regenboog door de lhbti’ers gekaapt is, terwijl in de jaren ‘80 de regenboog hét symbool was van de ‘Er is hoop actie’, waaraan geheel evangelisch Nederland destijds deelnam. Het is het prachtige symbool van Gods verbond met de mensheid na de zondvloed.

Naar boven-, binnen en naar buitengericht
We zijn als gemeente geroepen om naar boven gericht te zijn en Hem te dienen en te aanbidden. We zijn als gemeente geroepen om naar binnen gericht te zijn om opgebouwd te worden en naar elkaar om te zien. En we zijn als gemeente geroepen om naar buiten gericht te zijn om een verloren wereld met het Evangelie te bereiken (voor de praktische uitwerking hiervan, zie de column op pagina 21).   Als Hoofd van de gemeente wil Hij vanuit de hemel hier op aarde Zijn lichaam, de gemeente, inzetten om het werk waarvan Hij het fundament op Golgotha gelegd heeft verder af te maken. Wij als leden van Zijn lichaam vormen Zijn handen, Zijn ogen, Zijn oren, Zijn mond en Zijn voeten, waardoor Hij Zijn werk op aarde doet. Nee, de gemeente is er niet voor zichzelf, maar voor de Heere. Ook u bent geroepen om Zijn veelkleurige wijsheid uit te stralen!

Theo Niemeijer