Ontmoet Amsterdam anders

Gertjan de Jong • 90 - 2014 • Uitgave: 15/16
Amsterdam is een stad met vele gezichten. Jarenlang gold het als veilige plek voor Joden – tot de Tweede Wereldoorlog uitbrak. Het is een stad met tal van coffeeshops, bordelen en… christenen. Een impressie van een wandeltocht langs het ‘andere’ Amsterdam.

We wandelen met De Wandelende Tak. Deze ‘tak’ van stichting Tot Heil des Volks organiseert wandelingen langs projecten van Tot Heil des Volks in Amsterdam. Tot Heil des Volks bestaat al sinds 1855 en richt zich op evangelisatie, hulpverlening en profetisch geluid (zie kader).
“Tot Heil des Volks is een christelijk-sociale organisatie,” legt gids Paulus uit – we staan met een groep wandelaars bij het toeristenkantoor tegenover het Centraal Station. “We zijn gewend om wandelingen te beginnen met gebed en dat wil ik vandaag ook doen…”
Amsterdam is de meest internationale stad ter wereld. Niet alleen zijn er 350 kerken, maar ook ruim 200 coffeeshops. Kerken vind je steeds meer in de Bijlmer, in Amsterdam Zuid-Oost. De stad zit vol tegenstellingen. Paulus wijst ons op een gevel boven een coffeeshop, waar in statige letters staat geschreven: ‘God is myn Burg’.
Op weg naar voormalige arbeidersbuurt De Jordaan lopen we langs een pleintje met een speeltuin. In de schaduw van grote eiken maken kinderen plezier. “Je ziet hier een mooi pleintje,” vertelt Paulus, “maar het grenst wel aan het kantoor van de West-Indische Compagnie, die heel actief was in slavenhandel. Dat is een zwarte bladzijde uit de geschiedenis, misschien negeren we die liever, maar het hoort ook bij onze geschiedenis. En nog steeds worden er in Amsterdam mensen verhandeld! Veel vrouwen die in Amsterdam achter de ramen staan, zijn slachtoffer van mensenhandel.”
We wandelen de Jordaan in. Bij tweedehands-kledingwinkel Second Step drinken we een kop koffie. Second Step is geen gewone kledingwinkel. Simone, werkzaam bij Second Step, vertelt: “Alle vrouwen die hier werken, hebben vroeger in de prostitutie gezeten. Het zijn vrouwen die geholpen zijn door Scharlaken Koord, de tak van Tot Heil des Volks die hulp biedt aan prostituees. We merken dat deze vrouwen behoefte hebben aan een plek om mensen te ontmoeten, nieuwe contacten op te doen, dingen te leren.”

Brood en Bijbels
Dan neemt Paulus het woord weer en praat ons bij over de geschiedenis van Tot Heil des Volks. “Kennen jullie het liedje ‘Ik ga slapen ik ben moe’? Dat is geschreven door dominee Jan de Liefde, oprichter van Tot Heil des Volks. In 1855 stond hij hier vlakbij op een brug en keek uit over de Jordaan. Nu wonen hier veel tweeverdieners, mensen die aardig wat geld hebben. In de negentiende eeuw leefden hier veel grote gezinnen met wel veertien of vijftien kinderen. Ze leefden in erbarmelijke omstandigheden. De gracht was een open riool. Het stonk enorm. Zeventien procent van de kinderen stierf voor het eerste levensjaar. Jan de Liefde dacht: ‘Hoe kan ik op een preekstoel Gods liefde verkondigen en niets tegen deze armoede doen?’
Met onder zijn ene arm een brood en onder zijn andere arm een Bijbel ging hij de deuren langs: “Kan ik iets voor u doen?” Aan ene mevrouw Schouten, die bezig was met het schoonmaken van viskisten, vroeg hij of hij ’s avonds een Bijbellezing mocht houden. Dat mocht. Eerst kwamen er vijf vrouwen en een blinde orgeldraaier. Maar na een paar avonden was het zo druk dat de achtermuur gesloopt moest worden om meer mensen te kunnen bergen. Het was een soort opwekking. Mensen waren hongerig naar Gods Woord!”
“Jan de Liefde hielp mensen, maar hij wilde het armoedeprobleem ook bij de wortel aanpakken. Het diepste probleem was dat kinderen geen onderwijs kregen, waardoor ze ongeletterd bleven en arm bleven. Dus begon De Liefde een bewaarschool. In zo’n school zaten wel vierhonderd kinderen. Ze bleven er van ’s ochtends acht tot ’s avonds zes uur. Ze kregen er kleding en eten.”

Jodenvervolging
Paulus vertelt verder. Over de omslag die de jaren zestig bracht. Veel gezinnen trokken weg uit de binnenstad, de bewaarscholen trokken steeds minder kinderen. Dus besloot toenmalig directeur Johan Frinsel de scholen te sluiten en er youth hostels van te maken. In Amsterdam zag je namelijk steeds meer reizigers en hippies – jonge idealisten die een slaapplek zochten. Doel van de hostels is tot op vandaag: gastvrijheid bieden en toeristen het Evangelie bekendmaken.
Bij de Noorderkerk staan we stil bij een plaquette. We lezen: ‘24 februari 1941, op deze plek spraken leden van de verboden toen communistische partij 250 medeburgers toe. Ze riepen op tot een proteststaking tegen het wegvoeren van 400 Joodse Amsterdammers door de Duitse bezetter. De volgende ochtend brak de Februaristaking uit.’ “Dat was het eerste nationale, georganiseerde verzet tegen de Duitsers,” vertelt Paulus. “Het lijkt lang geleden, maar ook vandaag neemt antisemitisme wereldwijd toe.”
’s Middags wandelen we in de richting van de Joodse buurt. Hoewel, Joodse buurt? Joden wonen er nu nauwelijks meer. “Vrijwel alle huizen waren in de oorlog geplunderd. Het hout van de huizen was grotendeels gebruikt voor het stoken van kachels. Veel huizen waren ingestort of stonden op instorten.”
In de Joodse buurt vertelt Paulus ook over Johan van Hulst, een man van 102 (!) die in de Tweede Wereldoorlog directeur was van de Hervormde Kweekschool. De kweekschool lag in de Joodse buurt naast een crèche waar Joodse kinderen werden opgevangen voor zij werden gedeporteerd. Via een sluiproute door een heg zorgden studenten ervoor dat de kinderen in de kweekschool kwamen, vanwaar ze naar onderduikgezinnen werden gebracht.
Paulus: “Toen Van Hulst werd gevraagd om aan dit reddingsplan mee te werken, zei hij aanvankelijk nee. Hij vond het teveel risico. Maar ’s avonds bij de Bijbellezing was Esther 4 aan de beurt en las hij hardop deze waarschuwing: ‘Als je je in deze tijd in diep stilzwijgen hult, dan zal er vanuit een andere plaats verlichting en verlossing voor de Joden komen, maar jij en het huis van je vader zullen omkomen.’ En toen bedacht Van Hulst zich. Via zijn kweekschool zijn vele honderden Joodse kinderen gered.”

Gertjan de Jong
Tot Heil des Volks

Tot Heil des Volks
Stichting Tot Heil des Volks heeft diverse hulp- en evangelisatieprojecten in Amsterdam en richt zich op evangelisatie, hulpverlening en profetisch geluid. Onderdeel van Tot Heil des Volks is onder meer Scharlaken Koord (hulp aan prostituees), AHA (inloophuis voor dak- en thuislozen), Different (hulp aan christenen met homoseksuele gevoelens), De Shelter (evangelisatie onder toeristen), De Bewaarschool (buurtgericht kinderwerk) en Waypoint (verslavingszorg). Met het blad De Oogst en de website www.habakuk.nu wil de stichting een profetisch geluid laten horen. Met ‘De Wandelende Tak’ organiseert de stichting stadswandelingen langs haar projecten en langs belangrijke historische plekken. Kijk voor meer informatie over de stadswandelingen op www.ontmoetamsterdamanders.nl.